28 mei 2017

Zijn het misschien de micro-nutriënten?

Een kudde Heck runderen in natuurgebied
"De Oostvaardersplassen"
Vanuit de sectie Thijsse hoorde ik enkele jaren geleden iets bijzonders over de opbrengsten van gebieden in de zin van hoeveel dieren konden leven van een bepaald gebied. Het ging in dit geval over de kuddes die leven in het natuurgebied "De oostvaardersplassen" versus de opbrengsten van bedrijven met intensieve veeteelt. Enigszins tot mijn verbazing bleek dat de hoeveelheid vee die zich in leven kan houden, het zelfs uitstekend doet in de Oostvaardersplassen veel meer is dan mogelijk is met een zelfde grootte gebied in de intensieve veeteelt, dus "ondanks" toepassing van allerlei veeartsenijkundig onderhoud.
Wat mij altijd verbaasde was de enorme rijkdom aan dieren in die Afrikaanse savannes; die grote kuddes zebra's en gnoes, kolossale hoeveelheden giraffen en olifanten bij elkaar; dat moet allemaal maar eten hebben gevonden.
De hier boven genoemde informatie over de Oostvaardersplassen vond ik terug in een - hoe kan het anders - artikel van Trouw, "Het geheim van de Oostvaardersplassen", van Hans Marijnissen, 30 mei 2014. De geconsulteerde hoogleraar ecologie, Han Olff zoekt het in de pol, dus in de grond onder het gras, het voedingsgewas dat de hele santemekraam in leven houdt.
De landbouwgebieden, met name die van de intensieve landbouw worden natuurlijk wel een beetje anders, een beetje heel onnatuurlijk behandeld: kunstmest, diep in de grond gespoten vloeibare stalmest, engels raaigras als enige voedingsgewas. Lijkt me niet erg goed voor een natuurlijk, ondergronds eco-systeem. De ecoloog toont inderdaad aan dat de door hem gemeten parameters in pollen afkomstig van de grond van intensief bewerkte landbouwgebieden resp. de Oostvaardersplassen sterk verschillen: "belachelijk productief", noemt de onderzoeker Olff de Oostvaardersplassen pollen. Drie keer zo productief om precies te zijn.
Die volledige cirkel van gras, naar de grazers, de mest en weer terug naar de grond, zonder chemische toevoegingen, zonder zware landbouwmachines en wellicht ook met een normaal grondwaterpeil en gevarieerd aanbod van grassen en kruiden staat kennelijk garant voor een gezonde populatie van grazers. Ik zou wel eens willen weten in welke mate de micro-nutriënten, de mineralen, zo essentieel voor plant en dier hierin een rol spelen en ook de ontsluiting van deze micro-nutriënten door de mycorrhizae, de schimmels die in staat zijn om deze vrij te maken uit de anorganische grond/klei en ter beschikking te stellen aan plant en dier. Ik heb zo het gevoel dat daar de kneep daar wel eens in kan zitten; deze schimmels worden geremd door toepassing van knstmest en overbemesting, vandaar ook mijn vermoeden.
De bevindingen als beschreven in het genoemde artikel lijken mij overigens een appèl naar het teruggaan naar een biologische manier van landbouw bedrijven; het is economischer zo blijkt duidelijk uit de bevindingen in de Oostvaardersplassen. Het zal alleen ff wennen zijn voor de landbouw en het is maar de vraag of de gronden die zo lang door de moderne roofbouw zijn geteisterd kunnen worden geregenereerd tot een gebied als de maagdelijke grond van de Oostvaardersplassen; ik vrees dat dat een heel probleem zal worden.


Geen opmerkingen: