28 mei 2017

Adios Fuengirola

40 jaar later bij het zelfde beeld van de visser die zijn
net uit het water trekt
In het Spaans kun je ten afscheid hasta luego zeggen als je denkt elkaar binnenkort weer te zien. Adios zeg je als je verwacht dat het lang zal duren, if ever. En fuengirola hebben we na vandaag wel gezien.
We liepen na een genoeglijk ontbijt naar het busstation en kochten tickets voor Ronda. We hadden nog tijd voor een rondje en maakten een foto van Roos bij het standbeeld van de visser dat er al stond in haar begintijd; ze heeft daar nog een foto van en die gaan we ook op deze blog plaatsen.
Nog een keer churros in Fuengirola
Een imposante rit door de bergen en bij aankomst in Ronda direct door naar Ubrique, het doel van onze volgende twee-daagse. We waren er lekker vroeg door de goede aansluiting met de bus. Het busstation lag een beetje ondergronds in dit bergdorp; we moesten ons even oriënteren; ik zocht de namen van de straten en Roos probeerde die op de kaart bij het busstation terug te vinden. Raadselachtig konden we die niet vinden. Ik zag iemand vanaf het terras bij het busstation naar Roos toe lopen; was om te helpen de weg te vinden; de mensen zijn hier opvallend aardig voor vreemdelingen zo zou ook verder nog blijken. Het hotel was vlakbij en nu een echt hotel met een flinke badkamer en een reusachtig tweepersoons bed; nog groter dan mijn eigen bed.
Het was zondag en ontzettend rustig in het dorpje; gewoon opvallend zo weinig auto's als er reden; een hele verademing na het drukke Fuengirola met haar stinkende auto's. De hoofdweg met haar platanen; op de brug een drinkwatervoorziening waar velen gebruik van maakten; kwakende kikkers in het beekje door het dorp, de Ubrique. Hoog in het dorp een wit kerkje met onderweg een aantrekkelijk restaurantje met regionale gerechten, helaas gesloten.
Terug in het centrum een leuk koffiebarretje waar we ook wat konden eten bij, opnieuw een opmerkelijk vriendelijke jonge vent die na mijn verontschuldigingen voor mijn matige Spaans opmerkte dat het nog altijd beter was dan zijn Engels.
Roos wist dat er hier ergens een Romeinse weg moest zijn en we gingen op zoek. Een opnieuw bijzonder vriendelijke en behulpzame meneer legde ons heel precies uit hoe we de aanloop moesten vinden en met deze informatie kon het inderdaad niet meer missen. Langs de fuente met haar nueve canas, oftewel de bron met negen pijpen en het pad scherp omhoog en daar kwamen we op een fraaie Romeinse weg. We liepen een stuk op en neer; stilte, groen,  koeien, vogels, een verrukkelijk oord!
Voor het avondeten vonden we zelfs een restaurant dat pluma serveerde; pluma, het lekkerste varkensvlees dat ik ooit gehad heef! We hebben gesmuld en ik nam me al voor om Roos te verleiden hier morgen weer te gaan eten.

Geen opmerkingen: