29 februari 2012

Schrikkeldag 2012



Niet omdat het schrikkeldag is, maar omdat het de laatste dag van februari 2012 is betekent deze dag meer voor mij dan veel andere dagen. Met deze dag heb ik officieel mijn werkzaam leven afgesloten; het is de laatste dag dat ik WW ontvang. Vanaf heden zal ik het met (de helft van) mijn (pré)-pensioen moeten redden; dit laatste vanwege mijn echtscheiding; geen vetpot dus.
Deze dag gaan we vieren door vanavond naar Studium Generale van de Universiteit van Utrecht te gaan; één van de vele gratis ter beschikking staande voorzieningen van onze goed georganiseerde maatschappij. Samen met openbare bibliotheken, de voor niet-werkenden redelijk voordelige en bruikbare vervoersmogelijkheden bij NS (o.a. het dalvrij abonnement), gratis lunch concerten en lage voedselprijzen is het bijzonder goed toeven in ons kleine landje aan de zee.
Voor een dergelijk positief geluid lijkt in de media tegenwoordig wat minder aandacht dan redelijk is. Daar verbaas ik me wel over. Gemopper over de (euro)crisis, NS, files, prijs van benzine enz. zet toch wel vaak de toon van het "publiek debat"; daartegenover maken ongeïnteresseerd en onvoorspelbaar stem-gedrag en schaamteloze vernedering van onze politici door de media, het belangrijkste vertegenwoordigend lichaam van onze maatschappij, de tweede kamer, bijna letterlijk tot een ouderwetse Romeinse arena, waar naar de luim van het publiek de gladiatoren werden geofferd. Zo moeten we toch niet willen omgaan met deze maatschappij; we hebben het collectief beter dan ooit en hebben weinig reden voor een negatieve houding.
Dat waren zo mijn overpeinzingen op mijn laatste officiële werkdag, deze laatste dag van februari 2012.

28 februari 2012

Museum Mesdag in den Haag


Van internet geplukte afbeelding van
"het schilderij met de ogen".
Tijdens ons daggie den Haag hebben Huib en ik een bezoek gebracht aan het Museum Mesdag; een heerlijk ouderwets en rustig museum. Geen rondrennende kinderen maar de serene rust van een museum zoals in mijn beleving een museum hoort te zijn. De 19e eeuwse schilderijen brachten me werkelijk in vervoering; schitterend impressionistisch werk en veel direct in de buitenlucht geschilderd werk zoals de Barbizon beweging dat als eerste deed. Huib wist mij te vertellen dat de destijds moderne materialen, als de verftube de mogelijkheid tot buiten schilderen openden. Zo ook de moderne schildersezel die opgang maakte en de schilderskoffer met andere materialen. Nooit bij stilgestaan dat zoiets banaals als de verftube nodig was om het atelier te kunnen verlaten en direct buiten te gaan schilderen. Die mogelijkheid heeft wel direct cachet gegeven. Ik vraag me wel af hoe in de zeventiende eeuw die levensechte winterschilderijen met die schaatsers tot stand kwamen; dat moeten toch studio schilderijen zijn.
Van een eerder bezoek, misschien wel meer dan 15 jaar geleden,  wist ik nog dat er een schilderij hing van een jonge vrouw waarvan de ogen mij zo intrigeerden. Ik kon het niet echt vinden maar vermoed dat het de ogen in het hier getoonde schilderij moeten zijn geweest.
In het museum was een ruimte ingericht met schilderijen uit de collectie van Mesdag die door Vincent van Gogh gezien zijn en die deze beroemde schilder hebben geïnspireerd; hij heeft er althans over geschreven in één van zijn vele overgeleverde brieven. Dat vond ik een heel wonderlijke gedachte; die schilderijen zijn, net als muziek, een kunstvorm met een forse duurzaamheid en kunnen derhalve door vele generaties bewonderd worden.
Varken, schilder mij onbekend,
Museum Mesdag, gaat u vooral zelf kijken!
In een hoekje hing een schilderij van een varken; een mager beest met een nogal afwijkende lichaamsvorm. Ik kon het niet laten om er een foto van te maken, maar werd wel door de suppoost gemaand dat het niet mocht; dit beest moet toch een oud vaderlands varkensras vertegenwoordigen. Deed me, met z'n lange snuit een beetje aan het Hongaarse Mangalica varken denken dat op de website van Sandor Schiferli getoond wordt. Het lijkt in ieder geval van geen kant op de varkens zoals ik die ken en gekend heb; nogal mager en wat merkwaardig van vorm.
Verder hingen er schilderijen van Sir Laurens Tadema; deze NLse schilder, die vooral in Engeland furore maakte schildert heel precies en eigenlijk steeds historische taferelen waarin je een beetje kunt wegdromen als in een goede roman. Verder stond de begane grond van het museum vol met schitterend aardewerk en andere kunstvoorwerpen die nog afkomstig waren van Mesdag zelf. Het is heel bijzonder de moeite waard om dit museum te bezoeken; een klein beetje een museum in een museum, net als het Teijlers museum in Haarlem.

27 februari 2012

Homo ludens

Mijn vader, roeiend op ons visplekje. Op de achtergrond
de Twiskerbrug bij Oostzaan. Circa 1975
Mijn vader had het over het perspectief van de mensheid dat zou aanvangen op het moment dat de meeste arbeid zou zijn overgenomen door machines. In de tijd dat we daarover spraken, dat was ergens begin van de zeventiger jaren, was van de computer nog geen sprake; het ging vooral om productie functies in de landbouw en industrie. Het perspectief was dan vooral de enorme hoeveelheid vrij te besteden tijd die de mens dan in de schoot zou komen te vallen. De invulling naar wens van het individu: de spelende mens; de Homo Ludens. Hij had het er vaak over en had het zelf graag mee willen maken.
Nadat hij was gepensioneerd vulde hij zijn tijd met de dingen die hij fijn vond en die hij fysiek nog op kon brengen; tuinieren in de heemtuin bij de Sloterplas in Amsterdam; lekker ouwehoeren in de "keet van William" met andere kerels na het toch best zware, lichamelijke werk: beetje brandnetels verwijderen, slootkanten bijwerken en dat soort dingen. Hij beleefde daar ontzettend veel plezier aan en als ik op bezoek was bij mijn ouders, dan gingen we altijd even naar "de Heemtuin". Hij liet me een keer een zeldzaam plantje zien ergens verstopt onder een boom; helaas weet ik de naam niet meer, maar ik moet er altijd aan denken als ik in Limburg ben en er daar velden vol van zie. Die tijd was voor mijn vader de tijd van Homo Ludens. Tijdens zijn werkend leven heeft hij dat niet gekend dat was toch wel een leven van hard en nauwkeurig werken als belasting ambtenaar.
Maar heden is toch wel de tijd van de Homo Ludens aangebroken in de meest letterlijke zin van het woord. De computer biedt aan eenieder de mogelijkheid om op ieder moment te kunnen spelen. Het verbaast me ontzettend als ik zie hoe jong en oud (vooral van het manlijk geslacht overigens) met computer spelletjes (eufemistisch "games" genoemd) bezig is. Volwassen kerels zitten ongegeneerd die stompzinnige schietspelletjes te doen in de trein. De dames gebruiken al die verworvenheden vooral om te communiceren, "zeg maar" om te ouwehoeren.
Die Homo Ludens is er inderdaad gekomen, niet vanwege de vrije tijd (we moeten tegenwoordig doorgaan tot 67 als ik het moet geloven) maar vanwege de informatietechnologie. Mijn vader en ik hadden het ons toch anders voorgesteld toen we daarover spraken in ons visbootje in Oostzaan.

26 februari 2012

Elk nadeel hep ze voordeel


Afgelopen vrijdag heb ik nieuwe wandelschoenen gekocht; de oude waren volledig versleten, die hadden hun geld wel opgebracht. Meindl wandelschoenen Matrei GTX, goed merk, ik heb er al heel wat paren van versleten. De verkoper kwam met precies de zelfde schoenen, zelfde maat, maar merkwaardig genoeg voelden die veel te groot aan. Ik sprak daar mijn verbazing over uit. Hij haalde een paar van een maat kleiner en dat paste me perfect. Maar er had mij toch een lichtje moeten opgaan; je voeten worden niet zomaar een maatje kleiner. De verkoper had een heel verhaal over sterkere voeten met meer spieren en die dan best wat kleiner zouden kunnen worden. Leek mij een sterk verhaal, maar het liet onverlet dat het kleinere paar mij perfect paste en dat ik er (in de winkel en op het opgestelde schuine stukje) goed op kon lopen. Dus ik heb ze gekocht met nog een twee paar wandelsokken en ging tevreden de deur uit. Maar ik had nog geen kilometer gelopen of ik voelde m'n tenen al lichtjes tegen de voorkant van de schoen drukken. En dat werd niet minder. De volgende dag naar het  insecten symposium met die zelfde, iets te kleine schoenen. En het begon na een dag van voornamelijk zitten eigenlijk zelfs wat zeer te doen. Jammer, ik kon alleen mezelf de schuld geven. Kennelijk moet je eerst stevig gelopen hebben voordat je nieuwe wandelschoenen gaat kopen; ik had dit keer eigenlijk alleen nog maar in de trein gezeten en nog nauwelijks gelopen. Een goed leermoment!
Ik had me er al op ingesteld dat ik nieuwe schoenen zou kopen en dat deze misschien wel geschikt waren voor Roos (zij heeft iets kleinere voeten dan ik, scheelt niet veel). Dus thuisgekomen vertelde ik haar dat verhaal. En laat zij nou het omgekeerde hebben; ook zeer onlangs nieuwe wandelschoenen gekocht en die bleken bij nader inzien iets te groot te zijn en dat liep ook niet echt lekker. En vandaag hebben we van schoenen geruild en tot ons beider plezier hebben we nu beiden schoenen die ons gegoten zitten.
Cruijff had in dit geval dus gelijk met z'n kromme uitdrukking dat een nadeel ook een voordeel kan hebben.

25 februari 2012

Lekker insecten eten!

Dr. D.L. Uyttenboogaart
Pontificaal opgesteld, voor het podium van het auditorium van Artis in Amsterdam stonden de twee portretten van resp. Dr. Daniël J. Uyttenboogaart en zijn vrouw E.D. Uyttenboogaart-Eliasen. Vandaag, 25 februari 2012 was het exact 75 jaar geleden dat dit echtpaar had besloten hun nalatenschap onder te brengen in een naar hen genoemde stichting, de Uyttenboogaart Eliasen Stichting. Deze heeft ten doel de entomologie in NL te bevorderen in de breedste zin van het woord.
Dit jubileum werd groots gevierd in Amsterdam als gezegd in de gehoorzaal aan de Plantage Middenlaan.
In het openingswoord, uitgesproken door de voorzitter van de NEV, die qualitate qua tevens voorzitter is van de Uyttenboogaart Eliasen Stichting, Matty Berg werd aangegeven hoe Uyttenboogaart tijdens zijn leven al veel voor de entomologie had betekend; binnen de NEV organiseerde hij veel. Hij was als directeur van een graanoverslag bedrijf met insecten in aanraking gekomen. Zijn interesse betrof vooral de snuitkevers; er is er zelfs één door hem als eerste beschreven. Maar wat er met zijn nalatenschap is gebeurd is echt geweldig: de grootste entomologie bibliotheek ter wereld, veel jonge wetenschappers die cursussen hebben gedaan, tientallen expedities naar verre oorden, congresbezoek en nog meer activiteiten als de stimuleringsprijs voor wetenschappelijke proefschriften betreffende de entomologie. 
Met veel respect memoreer ik het initiatief van dit echtpaar; zo maak je echt een verschil, zelfs vele decennia nadat je definitief bent vertrokken.
Over de lezingen zal ik nog verder schrijven, maar ik verklap alvast dat bij de borrel insectenhapjes werden geserveerd. Tot mijn genoegen zag ik dat de meeste aanwezigen deze zonder schromen verorberden. De hapjes smaakten beter dan de laatste keer dat ik insecten had gegeten; culinair zijn er dus ook ontwikkelingen gaande in de entomologie. Ik betwijfel of de ontwikkeling van de culinaire entomologie ook onder de doelstelling van de UE-stichting valt?!
PS
Helaas kon ik van mevrouw Uyttenboogaart geen afbeelding vinden op Internet.

24 februari 2012

NS maakt mij blij!!


Sinds juli 2011 beschik ik over het Dalvrij abonnement van de NS. Wat mij nogal tegen viel was dat dit abonnement slechts geldig was voor NS-treinen. Dat hield feitelijk in dat je vol tarief moest betalen voor al die interessante lijntjes in het Noorden, Oosten en Zuiden van het land. En ......... zuinig als ik ben betekent dat dat ik daar dus niet ga wandelen. Daarover heb ik dan ook ongenuanceerd lopen mopperen, om maar geen ruwer woord te gebruiken, op het forum dat was ingesteld door NS nadat de nieuwe abo's waren ingevoerd. Maar zojuist kreeg ik een bericht waar ik verdraaid gelukkig van word. Ik copieer het bericht hier in zijn geheel:




Geachte heer Van Elven,
Wij hopen dat u naar tevredenheid gebruik maakt van uw NS-abonnement.
Vanaf 23 februari 2012 kunt u met uw abonnement ook reizen bij de andere treinvervoerders in Nederland. Uw abonnement is vanaf die datum namelijk geldig in treinen van Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia. Zo heeft u nog meer voordeel van uw abonnement.

Keuzedagen
Heeft u een Dal Voordeel of Altijd Voordeel abonnement met Keuzedagen? Dan zijn ook uw Keuzedagen vanaf 23 februari geldig bij alle andere treinvervoerders.

Vergeet niet in- en uit te checken
Om met uw abonnement te kunnen reizen bij NS en andere treinvervoerders, is het belangrijk dat u per vervoerder in- en uitcheckt, ook wanneer u overstapt van de ene naar de andere vervoerder. Het overstappen tussen treinvervoerders gaat als volgt:
  • Voor aanvang van uw reis checkt u in bij de vervoerder waarmee u als eerste gaat reizen.
  • Op het station waar u overstapt, checkt u eerst uit bij de vervoerder waarmee u uw reis begonnen bent. Daarna checkt u in bij de vervoerder waarmee u verder reist.
  • Aan het einde van uw reis checkt u uit bij de vervoerder waarmee u op uw bestemming bent aangekomen.
Heeft u nog vragen?
Wilt u meer weten over de geldigheid van uw abonnement en het reizen bij overige treinvervoerders? Opns.nl/abonnementen vindt u hierover meer informatie.

 
Namens Arriva, Connexxion, NS, Syntus en Veolia wensen wij u een prettige reis.



23 februari 2012

Een gitaar concert in Den Haag

Yiannis Giagourtas, 22 februari 2012, den Haag
Gisteren heb ik met Huib een daggie doorgebracht in Den Haag. Huib was enigszins aan zijn hiel geblesseerd door een te lange wandeling op nieuwe schoenen. Daarom hadden we besloten om het rustig aan te doen en een stadswandeling met concert en museum bezoek te doen. Een gratis lunchconcert; dat hebben ze heel goed geregeld in Den Haag; via een site kun je zien waar en wanneer er gratis lunch concerten zijn. Deze keer in de Gotische Zaal van het complex van de Raad van State. De jonge Griekse gitarist Yiannis Giagourtas bracht werken van Tzortzinakis, de bekende Joaquin Rodrigo, Regondi en de Griekse componist Mamagkakis ten gehore. Fraaie uitvoering, mooie zaal, goede akoestiek en een niet hoestend publiek maakte het concert tot een groot genoegen.
Vervolgens een stadswandeling en naar het Mesdag museum. En tot slot nog een piepklein gitaar recital van m'n dochter, waar ik gezellig heb gegeten. En toen volledig uitgevloerd met de trein naar Bilthoven en op weg naar huis nat geregend!

22 februari 2012

Jansje Swart

Mijn overgrootmoeder Jansje Swart;
moeder van de moeder van mijn vader
Via een aangetrouwde achterneef, Karel de V. beschik ik over een genealogisch overzicht met een onwaarschijnlijke serie voorouders. Fabelachtig vind ik dat. Daarnaast heb ik ook een fotoarchief van al mijn overgrootouders.
Deze Blog gebruik ik toch voor van alles, van recepten tot wandeltochten en van politiek tot vakanties. Dus waarom niet die paar dingen vastgelegd die ik nog weet over mijn overgrootouders. Het is niet zo gek veel, maar waarschijnlijk ben ik de enige uit mijn familie die nog iets weet.
Zo weet ik uit het overzicht dat ik van Karel kreeg, de naam van deze overgrootmoeder. Zij is de moeder van mijn grootmoeder Sientje. Haar naam is Jansje Claas Swart, geboren op vrijdag 12-08-1864 in Oostzaan. Uit de stamboom die ik van Karel kreeg kon ik zien dat werkelijk alle voorouders uit deze lijn uit Oostzaan komen. Misschien verklaart dat ook wel waarom mijn vader zo verknocht was aan dat kleine plaatsje met haar groene huisjes. Ook ik voel me verbonden met die prachtige plek in Noord-Holland.
Van Jansje wist ik zowel de voornaam als de achternaam. Ze was een keurige huisvrouw; alles moest blinken, zodanig dat ze zelfs de gootsteen wreef met wrijfwas, een inmiddels bij iedereen in ongenade geraakt huishoudmiddel. De kinderen van mijn grootmoeder Sientje, dat waren (voor de duidelijkheid) mijn vader en zijn zus, werden zwaar voorgetrokken. De andere kleinkinderen die in Oostzaan waren geboren en opgegroeid beschouwde ze maar als boerenkinderen. Ik hoorde dat die laatst genoemden niet eens binnen mochten komen en bij de deur werden afgescheept als ze bij hun grootmoeder langs kwamen; niet erg sympathiek dus. Uit wat bij mij resteert uit de verhalen is toch vooral een wat kille vrouw die het wat hoog in het hoofd had.
Mijn moeder heeft haar kort gekend als oude, ongemakkelijke dame. Zij overleed op 5 april 1946. Haar grafzerk staat nog steeds op het kerkhof van Oostzaan; ik kom daar regelmatig.
Ik heb nog een porseleinen poesje staan dat oorspronkelijk bij haar vandaan komt. Ik heb haar natuurlijk nooit gekend maar herken familietrekken in haar gezicht; familietrekken die zich zo te zien na zoveel generaties in mijn oudste dochter nog enigszins tot uitdrukking komen, maar dat kan verbeelding zijn.
Het hier getoonde portretje ken ik al vanaf mijn prilste jaren; het stond altijd te pronken bij mijn grootmoeder. Zij sprak het woord "moeder" uit alsof het een heilige betrof. Toen mijn oma Sientje was overleden heeft mijn opa in het overbekende lijstje een foto van Sientje gedaan. De foto van overgrootmoeder kwam tot mijn verrassing weer tevoorschijn toen ik Sientje uit het lijstje verwijderde. Roos heeft het fotootje van Jansje Swart voor me gescand. Ik vond het een beetje roerend dat met die moderne techniek zo'n persoon uit het verleden weer enigszins tot leven komt.

21 februari 2012

Ridder van de droevige figuur

Job Cohen als burgemeester van Amsterdam
Het is alweer decennia geleden dat ik Job Cohen de politieke arena zag betreden; met een gebroken been als ik me goed herinner. En dan lees ik nu in de krant, na het doen van mijn noodzakelijke boodschappen (wasmiddel en tomaten in blik; ik kom niet graag meer bij AH) dat hij is afgetreden; niet met een gebroken been, maar waarschijnlijk wel met een gebroken ziel. Wat is deze man ten onrechte in de tang genomen. Hij was niet opgewassen tegen de scherpte van een politiek dier als Geert Wilders. Medelijden en lachlust wisselden elkaar af toen ik een Youtube filmpje zag waarmee waarschijnlijk de definitieve afgang van Cohen werd ingezet. Kijkt u zelf maar, mocht u dit nog niet hebben gezien. Nu ik het weer zie kan ik mijn lachen niet inhouden, maar je zult toch publiekelijk zo ongelooflijk te kakken worden gezet. Een fantastische eikel is de communicatie-medewerker die deze tekst heeft geschreven of heeft gecontroleerd. In ieder geval is nu het einde gekomen van een tijdperk; Job Cohen gaat de politiek verlaten, een aantal illusies armer ongetwijfeld. Hij heeft het iets te lang volgehouden vrees ik.
Hij volgt hiermee de zelfde weg die eertijds door de burgemeester van Rotterdam werd afgelegd, André van der Louw, eveneens van de PvdA. Een goed burgemeester, die na een kort ministerschap z'n politieke carrière moest beëindigen en de rest van zijn dagen met lullige baantjes ging vullen. Ellendig en onverdiend.

20 februari 2012

Schachnovelle van Stefan Zweig



Opgesteld schaakspel; witte speelhelft.

Met het lezen van "Ongeduld" van Stefan Zweig is mijn interesse gewekt in deze schrijver. Zijn schrijfstijl is weergaloos. Nu heb ik binnen een uur zijn meest bekende boek gelezen: Schachnovelle, in het Nederlands vanzelfsprekend Schaaknovelle. Een dun boek met twee verhaallijnen die elkaar kruisen. In het leidend verhaal een aantal schaakliefhebbers die, tegen betaling, een partij zijn aangegaan tegen de wereldkampioen die zich, evenals de rest van het gezelschap, op een bootreis bevindt. De tweede verhaallijn betreft het verhaal van een voormalig Gestapo gevangene die volslagen krankzinnig is geworden in het schaakspel door de intense eenzaamheid waaraan hij bij de verhoorprocedure werd blootgesteld; hij kon als de volmaakte schizofreen uiteindelijk dag en nacht partijen tegen zichzelf spelen; daarbij eindigde hij uiteindelijk in een ziekenhuis. Hij werd vervolgens vrijgelaten en is eveneens met het schip onderweg.
En dan kruisen de verhaallijnen elkaar en speelt deze voormalig gevangene tegen de wereldkampioen. De wereldkampioen verliest de eerste partij. Vervolgens eindigt de novelle bij de tweede partij in een explosie van waanzin.
Net als het boek "Ongeduld" ben ik sterk gefrappeerd door de schrijfstijl van Zweig; het is iedere zin raak; een groot genoegen om te lezen. De merkwaardige verhaallijn deed mij vooral denken aan Belcampo; die is altijd sterk geweest in het bedenken van meest onverwachte plots.

19 februari 2012

Vliegveld Hilversum


Tijdens het lopen van mijn "Doldertje" verstoorde een eenmotorig vliegtuigje, ongetwijfeld afkomstig van vliegveld Hilversum de stilte; het overstemde de geluiden van de natuur. Dit vliegveld is gesitueerd tussen allemaal fraaie natuurgebieden; ook in het natuurgebied langs het Tienhovens kanaal wordt de stilte voortdurend verstoord door die zinloze en vooral lawaaierige vliegtuigbewegingen.
Boven natuurgebieden heb je zomers heel vaak vliegtuigjes die inspecteren of er niet ergens bosbrand uit breekt. Na afloop van ons bridgeweekend in Den Helder hebben we nog een uitstapje gemaakt naar de duinen van Schoorl, net in de tijd dat een pyromaan daar actief was. Ja, dat er dan voortdurend een vliegtuigje de stilte verstoort is "all in the game".
Er is al zo veel lawaai in onze moderne omgeving en dan stoort zo'n "sportvliegtuigje" mij buitengewoon. 

18 februari 2012

Het Trekvogelpad vanuit Usselo

Vanmorgen om half negen de trein genomen naar Enschede en van daaruit met bus 20 naar de wereldplaats Usselo. Zoals waarschijnlijk niemand in dat gehuchtje weet, begint daar (of eindigt daar) het Trekvogelpad. Afgelopen zomer heb ik dit pad vanuit Bergen aan Zee gewandeld tot in de buurt van waar ik woon en ik wilde nu vanaf de andere kant beginnen. De stukken vlakbij huis loop ik het liefst als dat zo uit komt. Ik had mij voorgenomen om van Usselo naar Haaksbergen te lopen. Maar gezien de straffe koude westenwind had ik de route beter omgekeerd kunnen doen. De route begint bij de bushalte Usselo Kerk (volgens de buschauffeur de enige halte van dit gehucht zoals hij het noemde) en gaat dan direct het land in via een prachtige zandweg. Die zie je vrijwel nergens meer; ik ken eigenlijk slechts zandwegen in Twente; toen ik begon met wandelen, 30 jaar geleden, zag je ze ook nog wel op de Veluwe. Natuurlijk heb je nog plenty zandpaden in de natuurgebieden, maar ik vind zo'n ouderwets boerenzandpad altijd zo charmant; doet me denken aan dat oude liedje: "Karretje dat op de zandweg reed".
Zandweg strekt zich uit tot de verte
Het was verrekte koud, zo koud dat ik me eigenlijk niet goed warm kon houden; op buienradar had ik wel gezien dat het de hele dag vrijwel droog zou blijven en gelukkig hield het weer zich daar ook aan. Nog een fraaie molen in de buurt van Usselo en een enorme es. Volgens de informatie onderweg wordt deze streek al 10.000 jaar door mensen bewoond. En dat is vast het geval want de es schijnt zo'n 8 meter hoog te zijn. Zo'n es wordt gevormd door jarenlang ophoging van het land met een mengsel van heideplaggen en stront uit de potstal. Daarmee groeit zo'n es ongeveer 1 mm per jaar. Deze es zou daarmee de hoge leeftijd van 8000 jaar hebben. Dat lijkt me niet zo heel waarschijnlijk, maar dat hier veel arbeid is verricht door onze voorouders moge duidelijk zijn. En dat met kruiwagens en hooguit met paard en wagen. Je neemt je petje ervoor af; wat waren onze voorouders toch een hard werkend soort. Kom daar heden nog maar om met ARBO-wetgeving en zo (har har). Even verder een fraaie, draaiende molen, te ver om een filmpje van te schieten. Uiteindelijk bereikte ik het Buurserzand, een natuurreservaat met vochtige heide en bijzonder veel jeneverbesstruiken. Daar is "Natuurmonumenten" terecht trots op; het beheer is erop gericht om de vaak meer dan 100 jaar oude struiken alle kans van ontplooiing en verdere groei te geven. Het ziet er heel imposant uit.
Tal van Jeneverbesstruiken op het Buurserzand
Toen op naar het Buurserveen, maar ik had het inmiddels zo koud gekregen dat ik het laatste stuk heb afgestoken en direct door ben gegaan naar Haaksbergen. Daar belandde ik in de Carnavalsoptocht. Het was me onderweg al opgevallen dat er uit de richting van Haaksbergen telkens een aanzwellend en weer verdwijnend bonkend geluid kwam; dichterbij gekomen kon ik mij niet voorstellen dat iemand dat een hele dag zou kunnen volhouden om in die onwaarschijnlijke herrie te verblijven. Maar dat is wel degelijk het geval; de mensen die op of naast de carnavalswagens zitten of lopen, doen dat drie optochten lang begreep ik van iemand. Voer voor oorartsen; ik voelde de herrie tot op m'n borstbeen. Tot overmaat van ramp reden de bussen niet in het dorp; iedereen zat bij het busstation maar stom te wachten op bussen die niet kwamen; informatie ontbrak volledig?! Uiteindelijk kwam een Haaksberger (die al drie uur lang vergeefs op een bus had gewacht en uit arren moede af en toe naar huis terug ging) op het idee om eens naar een halte te lopen die buiten het centrum van het dorp lag; ik had dat al eerder voorgesteld, maar kende natuurlijk heg noch steg, maar men vond het te ver lopen (sic). Ik liep met hem mee en kwam zo uiteindelijk weer uit bij station Hengelo. Verkleumd kwam ik thuis; CV lekker hoog en dit Bloggie schrijven. Heerlijke dag gehad. Maar de volgende étappe doe ik van West naar Oost als er weer zo'n koude vochtige Westenwind staat!

17 februari 2012

Een podcast van de Strabrechtse heide

Vlinderjacht

In het kader van natuureducatie en natuurbeleving voor kinderen doe ik vrijwilligerswerk bij Staatsbosbeheer (SBB) op de Strabrechtse Heide bij Heeze, iets ten zuiden van Eindhoven. Dat ik daarvoor zover van huis ga hangt samen met mijn lidmaatschap van de sectie Thijsse, de ecologische loot aan de boom van de Nederlandse Entomologische Vereniging, zeg maar de nationale insectenclub. Via de boswachter ecologie en inventarisatie, van dit gebied, Jap Smits, die tevens voorzitter is van de sectie Thijsse ben ik hierbij betrokken geraakt. Dat verklaart waarom ik dit werk zo ver van mijn woonplaats doe.
Nu wil het geval dat ik over dit project ben geïnterviewd door de ICT man in het bestuur van de sectie, Raymond B. en dit interview is als Podcast beschikbaar via de website van Thijsse. Om een indruk te krijgen hoe de natuureducatie in dit project tot stand kwam en hoe het in de praktijk uitwerkt kunt u beluisteren a.d.h.v. een directe link met deze podcast.


16 februari 2012

Een stille Vlam

Het hier besproken boek "Een stille vlam".
Eigenlijk lees ik nooit thrillers; mijn voorkeur gaat vooral uit naar romans. Maar "Een stille vlam" van de hand van Philip Kerr, vond ik bijzonder lezenswaardig. Hierin wordt het verhaal beschreven van een Duitse SS'er die na de oorlog vlucht naar Argentinië. Met telkens een terugblik naar de aanloop van WO II en het vervolg van WO II in de Duitse gemeenschap van voormalige oorlogsmisdadigers in het door en door gecorrumpeerde Argentinië, wordt op bewonderenswaardige wijze beschreven. Ach, dat het boek griezelig wordt opgeleukt met de lijken van jonge vrouwen die zijn ontdaan van de ingewanden hoort kennelijk bij dit genre boeken. Neemt niet weg dat de sfeertekening van het Argentinië onder de Perrons (Juan en Evita) bijzonder realistisch is. Ik heb het boek met veel genoegen in één ruk uitgelezen en voor historisch geïnteresseerden aan te bevelen. Je moet wel een beetje tegen anatomische narigheid kunnen.

15 februari 2012

Eindelijk een keer eerste!

Een felicitatie waard!
"Gut, spelen jullie nog in de C", moeten we zo vaak horen in onze Bridgeclub. U moet weten dat de C-lijn de laagste is wat nivo van de spelers betreft. Wij zijn niet zo geweldig goed, maar kennelijk vinden anderen dat wel, althans verbazen sommigen erover dat we "nog" in de C spelen. We zijn echter in al die jaren nog nooit als eerste op een clubavond geëindigd; en dat was gisteravond voor het eerst het geval. Met 67% en daar zijn we hardstikke trots op. Het stimuleert ons en verhoogt toch wel het plezier in het spel, o sorry, de sport. Overigens hebben we het ontzettend naar ons zin in de C-lijn; je kent elkaar inmiddels, ook al gaan er iedere competitie ronde 4 paren naar de B-lijn en komen er weer vier terug van de B naar de C-lijn.
We zien wel; ons spelplezier is toch wel gegarandeerd in die gezellige Bridgeclub Groenekan.


14 februari 2012

Bellona, godin van de oorlog

Bellona, godin van de oorlog,
Schilderij van Rembrandt van Rijn

Zij was de godin van de oorlog, Bellona. Haar naam vind je nog terug in de uitdrukking: "interbellum", een periode tussen twee oorlogen in, met name de tijd tussen WO I en WO II, pakweg 1918 - 1939.
Vanouds was Europa voortdurend verwikkeld in oorlogen. Wanneer je de decaden van Titus Livius leest over de oude geschiedenis van Rome dan valt vooral op dat er vrijwel ieder jaar een oorlog werd gevoerd tegen andere volken. In de begintijd in Italië en later tegen Carthago met de beslissende slag bij Zama tegen de troepen van Hannibal. Vervolgens, tijdens de keizertijd in de wijde omtrek van Italië tot in onze streken en de kusten van de Middellandse en Zwarte Zee.
Maar ook de Germanen konden er wat van; de verschillende volkeren knokten voortdurend onderling. Oorlog was de regel, doden van tegenstanders werd beschouwd als een noodzaak, eigenlijk als een middel om de bevolkingsaanwas in een gebied te reguleren. Naar ik begreep was ook in Afrika de gewoonte van de stammen om onderling voortdurend strijd te voeren. Het is bij de mens kennelijk ingebakken om groepsgewijs met elkaar te strijden op leven en dood; macht en rijkdom zijn noodzakelijke ingrediënten om als groep voort te kunnen bestaan en de meest heldhaftigen in de strijd hadden ongetwijfeld een genetisch voordeel.
Je ziet dat dan ook nog steeds in ons straatbeeld; zeker in de tijd dat kinderen (met name de jongetjes) nog veel buiten speelden waren ze altijd oorlogje aan het spelen. Pijl en boog, speelgoedpistooltjes en plastic electrapijpen met papieren pijltjes waren het onschuldig schiettuig. "Pief, jij bent dood",  hoorde je op straat. Volwassenen deden daar niet aan mee; in die tijd gingen de jonge mannen ook nog "voor hun nummer" in militaire dienst; daar konden ze hun oorlogslust botvieren. Ik herinner me mijn militaire diensttijd ook nog als buitengewoon plezierig, overigens niet zo zeer vanwege het doden, daar zijn we nooit aan toe gekomen gelukkig, maar vanwege de saamhorigheid van een stel kerels onder elkaar die van elkaar afhankelijk waren tijdens de oefeningen.
Sinds de militaire dienstplicht is afgeschaft wordt aan de behoefte tot geweld kennelijk onvoldoende voldaan. Maar .... zoals zoveel activiteiten, is ook die functie inmiddels overgenomen door de ICT. In de Elsevier van december 2011 lees ik dat ruim 300 jonge kerels een hele nacht in de kou staan te wachten tot het tijdstip dat "De Mediamarkt" open gaat zodat ze het nieuwste videospel van Call of Duty, "Modern Warfare 3" kunnen kopen. Aan de behoefte tot oorlog kan nu rustig achter de kachel met de computer op schoot worden voldaan. Stelletje watjes!

13 februari 2012

Vrienden van het Lied

Franz Schubert

Sinds kort ben ik lid van de Vereniging Vrienden van het Lied. Jarenlang hebben Roos en ik samen muziek gemaakt; we speelden vooral liederen, Roos zong en ik begeleidde op de piano. Een aantal jaren geleden werd Roos lid van de Vrienden van het Lied en af en toe ging ik mee naar een concert. De laatste keer was dat bij het jubileum diner vanwege het vijftig jarig bestaan van de Vereniging. Daar besefte ik dat ik ook van deze vereniging lid wilde worden; de liedkunst bekoort mij heel in het bijzonder. Schubert kan mij diep ontroeren; zijn interpretatie van de "Erlkönig", was één van mijn eerste kennismakingen met de klassieke muziek. Ergens op de middelbare school werd dat lied op een grammofoon gedraaid door onze muziekleraar (uitvoering van Dietrich Fisher Dieskau, net als op de Youtube link!) en ik was er direct zwaar van onder de indruk. Dat legde de basis voor mijn liefde voor het lied.
En nu kreeg ik deze week het verenigingsblad met daarin een diepgaande analyse van een lied van Schubert op basis van een gedicht van Goethe: "Erster Verlust". Die analyse, van de hand van Dinant Krouwel, deed me veel; ik heb vervolgens op de vleugel van Roos de begeleiding onder handen genomen en merkte dat je door zo'n theoretische beschouwing met meer intensiteit met de muziek omgaat.

12 februari 2012

Een goede naam gaat te fiets

De fietsenwinkel, opgeleukt met vlaggetjes?!
Natuurlijk is de juiste uitdrukking: "een goede naam komt te voet en gaat te paard", maar in dit geval gaat hij "te fiets". Lang geleden, we woonden nog maar net in de hoflaan, kochten we onze fietsen bij de zaak van onze overbuurman, fietsenhandel van Weelden. We kochten daar in ieder geval onze tandem; daarmee fietsten we de hele omgeving af. Eenmaal in de kinderen wilden we aldaar ook een eerste fietsje kopen voor onze oudste dus weer naar van Weelden. Hij had geen kleinere fiets dan het roze fietsje dat niet voor 4 maar voor 6 jaar geschikt was; wisten wij als beginnende ouders veel, dus we hebben ons dat aangeschaft. Helaas kon onze vierjarige dochter daar niet mee uit de voeten; wij dachten dat het aan haar lag want we hadden de fiets tenslotte bij een deskundige gekocht, maar later beseften we dat het fietsje gewoon te groot was voor haar. Toen we ons het slechte advies realiseerden, gingen we over naar een andere fietsenhandel. Dat werd Mastwijk. Ach, een wat mopperige baas; als Amsterdammers hielden we daar wel van; wij beschouwden dat als humor. We hebben daar vele jaren onze fietsen gekocht en laten repareren. Onze oudste dochter had helemaal niets met Mastwijk en ging ergens anders voor rijwielzaken.
Maar inmiddels alweer een paar jaar geleden kocht ik daar een nieuwe fiets omdat de oude (weer eens) was gestolen. Ik wilde een tweedehands fiets maar liet me door Mastwijk junior overtuigen dat ik voor weinig geld een goede nieuwe fiets kon kopen: een Raleigh, een oud vertrouwd merk dacht ik (700 euro, toch niet echt weinig). Ik ben op zijn advies in gegaan en heb later voor Roos zo'n zelfde fiets gekocht voor haar verjaardag.
Mastwijk jr. sprak overigens de veelzeggende woorden: "je komt volgend jaar vast terug voor een lichtere fiets"; ik had daar beter naar kunnen luisteren en af moeten zien van de koop zoals uit mijn verder verhaal blijkt.
Reeds na enkele maanden begon er iets te kraken bij het fietsen; bij de service beurt meldde ik dat, maar er werd niets aan gedaan. Nee, nogal wiedes, het bleek aan de ketting te liggen; die roestte al binnen een half jaar en begon alras meer en meer te kraken. Ook de versnelling was niet geweldig. In de loop van het gebruik (en ik fiets maar heel weinig!) viel er een stuk van de kettingkast af en ik durfde nauwelijks meer kracht te zetten omdat ik vreesde dat de ketting zou breken. Roos vond Mastwijk sowieso een rot zaak, dus gingen we maar over naar een andere fietsenmaker. Toen ik vroeg waarom Raleigh, toch een oud en vertrouwd merk zulke rot fietsen produceerde vertelde hij me hoe de vork in de steel zat. Het merk is overgenomen en de fietsen worden nu door een heel andere fabriek geproduceerd die op die manier profiteert van de oude en bekende naam. Dat heet marketing geloof ik. Bah!! Bij Mastwijk zien ze me nooit meer in ieder geval, zelfs niet meer voor een ventiel slangetje.

11 februari 2012

Schaatsen en riet ruimen bij Ilpendam


Ben had al gezegd dat het een prachtige werkdag zou worden; hij had gelijk. Op weg naar het station was het wel even afzien; het vroor dat het kraakte. Jules van Vught vertelde dat het min 11 graden was; ik voelde het aan m'n kaken; ik kon nauwelijks praten. Maar met de trein en de bus was ik zo in Ilpendam; ik werd onderweg opgepikt door Frank en Hanneke. Aangekomen bij de boerderij zagen we de anderen al aan het werk. Vorig jaar kon ik op deze plek m'n voeten niet droog houden zo zompig was het terrein; nu was alles hard bevroren en we waren snel klaar.
Een toertocht voor de schaatsers was uitgezet en voerde langs ons terreintje. Gezellig. De trauma helicopter kwam iemand ophalen die hartklachten had (hoorden wij van de passanten die terug gestuurd werden).
We zouden nog wat riet in de brand gaan steken maar hebben dat bij nader inzien afgeblazen omdat er dan ongetwijfeld problemen met de schaatsenrijders waren ontstaan. Kan ook deze week nog wel gedaan worden door de werkers van SBB. Na afloop in de schuur nog samen geluncht. Vervolgens gingen de meesten schaatsen. Ik kon met Adriaan meerijden naar Amsterdam; heerlijke werkdag!
Onderbinden van de schaatsen.

10 februari 2012

Toch een ecoduct!

Bouwactiviteit naast het spoor van Den Dolder naar Baarn
Met argusogen heb ik de kaalslag aanschouwd die ontstond naast het spoor van Baarn naar Den Dolder, vlak voor het station Den Dolder. Middenin het bos eigenlijk; een rare plek voor nieuwbouw, maar je weet het nooit. Vroeger konden kapitaalkrachtige industriëlen schitterende stukken landschap kopen (denk maar aan de Kröller-Müllers destijds op de Veluwe en de textielbaronnen in Twente) en daar villa's op plaatsen, maar dat is met ons onvolprezen ruimtelijke ordeningsbeleid gelukkig niet meer denkbaar. Neemt niet weg dat ik wel wilde weten wat daar aan activiteit plaats vond; je weet tenslotte maar nooit. 
Vandaag was het prachtig wandelweer en ik besloot om "een Doldertje" te gaan doen, d.w.z. met de trein naar Den Dolder (vlakbij Bilthoven) en dan terug lopen. Dus zo kwam ik in de buurt van de bouwactiviteiten en ben even gaan kijken. Een grote machine en een betonopslag staken boven de opgeworpen aarden wallen uit. Ik kon niet peilen wat het moest voorstellen, tot ik tot mijn opluchting het gele bord zag waarop stond dat het om de aanleg van een ecoduct ging.
Hieruit kun je toch wel opmaken dat politiek beleid maken heel vergelijkbaar is met het besturen van een mammoettanker. Zo'n half jaar geleden heeft de regering met instemming van de tweede kamer besloten om krachtig te bezuinigen op "natuur". De Ecologisch Hoofdstructuur (EHS), met de daarbij behorende (behoorlijk kostbare) ecoducten, zou niet worden voltooid. En dan nu deze activiteit. 
Ik blijf toch behoorlijk tevreden over hoe wij met z'n allen dit land besturen hoor! Continuïteit van bestuur is gelukkig gewaarborgd. 
Prorail realiseert het ecoduct "Op Hees". Gelukkig maar!


09 februari 2012

Hoe vrolijk zijn de cantates van Bach?


In een eerdere Blog schreef ik hoe ik een aanzet voor een muziekprogramma maakte. Het resultaat daarvan heb ik aan stemmige foto's van ons kerstweekendje op de Hoge Venen gekoppeld. Ik ben benieuwd wat u er van vindt.




En luistert u vooral ook hier naar.

08 februari 2012

Energieverspilling

Voor koukleumen
Dit is het nieuwste om de passagier te verwennen. Op enkele stations is tegenwoordig een fel licht uitstralende warmtebron opgesteld. Het zijn vooral jonge meiden die zogenaamd kleumend rond het merkwaardig overbodige apparaat staan te schuilen. Het is me werkelijk een raadsel waarom deze energieverspilling tot uitvoering is gebracht. Eenvoudige schuilmogelijkheden in de vorm van een wachtlokaal met verwarming lijkt me veel doeltreffender.

07 februari 2012

Ik schrok er van

Churchilllaan Amsterdam
Het was op deze hoek op de Churchilllaan in Amsterdam, zeker 40 jaar geleden. Ik was met de fiets en stond op dit kruispunt bij het stoplicht te wachten. Naast mij stond een andere man met een fiets. Onwillekeurig keek ik naar zijn gezicht. Het was een zeer donkergekleurde meneer, zo te zien van Pakistaanse afkomst. Wat mij als een bliksemschicht trof was de krankzinnige haat die uit zijn ogen straalde; ik schrok er van en heb die blik nooit kunnen vergeten. Die haat was niet naar mij gericht maar leek wel op het Apollohotel aan de overkant gericht.
Het schoot me direct weer te binnen toen ik hier een paar weken geleden zomaar aan het wandelen was, op weg naar het van Gogh museum.


06 februari 2012

Zwembad op de Heiligeweg

Vroegere ingang van het zwembad op de Heiligeweg
Het ziet eruit als de ingang van een Griekse of Romeinse tempel; de naam van de straat zou dat misschien ook wel rechtvaardigen: de Heiligeweg in Amsterdam. Niets is minder waar; dit was in vroeger jaren een zwembad. Mijn moeder kwam daar al in haar jonge jaren. Er werd geen chloor gebruikt in haar tijd; om dat te bewijzen zwommen er visjes. Niet in de tijd dat Bram en ik daar gingen zwemmen. We gingen zo ver van huis omdat je in dit zwembad ongelimiteerd mocht blijven; we bleven zo lang in het water en onder de warme douche dat onze vingers er van gingen rimpelen. We waren toen een jaar of dertien denk ik.
Maar nu is het de toegang tot een soort winkelgalerij. De fraaie toegangspoort is gebleven.

05 februari 2012

Ungeduld des Herzens

Portret van Stefan Zweig

Eigenlijk zomaar, zonder daadwerkelijk zoeken heb ik het boek "Ongeduld" van Stefan Zweig van de bieb meegenomen; ik had nooit iets van hem gelezen en kende slechts zijn naam. Een waar juweel van schrijverskunst, van de kwaliteit van Flauberts' Madame Bovary. Natuurlijk moet je de schrijfkunst door de romantiek van de negentiende en vroeg-twintigste eeuw heen kunnen lezen. Iedere zin van het verhaal heeft inhoud, er zit veel energie in het verhaal van een jongeman die nog niets in het leven heeft meegemaakt, die als militair in het keizerlijke Oostenrijks-Hongaarse leger een bijzonder geïsoleerd bestaan leidt. Officier, cavalerist, het is om te smullen als je die vooroorlogse sfeer tot je neemt; dat vond ik ook zo schitterend bij Joseph Roth, ook zo'n fantastische schrijver uit de Oostenrijkse keizertijd.
De "ik figuur" komt in aanraking met een rijke familie en met de jongedochter des huizes die zwaar gehandicapt is en als een verlamde aan de stoel is gekluisterd. Steeds verder zakt hij, door medelijden behept en aangezet door de andere hoofdrolspelers, de vader van het meisje en de behandelend arts in het emotionele moeras. Als het meisje verliefd wordt onderneemt hij enkele vergeefse vluchtpogingen, telkens weer onderbroken door de kracht van het opgewekte medelijden. Totdat het werkelijk tot een ontknoping komt en het meisje zelfmoord pleegt. De oorspronkelijk bedachte titel van het boek luidde niet voor niets: "Mord durch Mitleid". Op een bepaald moment weet je dat het verhaal zich zo zal gaan ontknopen, precies zoals Madame Bovary uiteindelijk een greep in de arsenicumpot doet, wanneer zij merkt dat haar minnaar gevlucht is.
Het boek is, ik verval in herhaling, als een met fijn penseel gemaakt schilderij, als het landschap van Koekkoek. Niet de verhaallijn "an sich" is voor mij het genoegen van dit boek, maar vooral de sfeertekening eromheen. Maar in zijn tijd een ongelooflijk schrijver in een historisch en cultureel zo interessante tijd.
De intellectueel Zweig heeft een tragisch leven gekend, getekend door die zelfde historie. Waar hij in WO I vrijwillig bij de oorlogspers werkzaam was, verliet hij zijn vaderland in 1933 vanwege zijn Joodse afkomst. Verdreven naar Engeland en uiteindelijk naar Brazilië, waar hij in 1942 een vrijwillige dood verkoos vanwege zijn treurnis over het avondland Europa; zo'n ontwikkeling wilde hij niet langer mee hoeven te maken.