30 juni 2020

De Kinkerstraat

Mijn grootmoeder van moeders kant, oma ten Brink woonde in mijn jonge jaren in de Kinkerstraat in Amsterdam. Ik ben zelfs bij haar in huis geboren en heb daar ook de eerste twee jaar van mijn leven doorgebracht. Zij heeft mij niet alleen leren zingen maar ook fatsoenlijk leren praten. Mijn moeder sprak bij voorkeur een soort babytaal met mij. Grappig genoeg gebruik ik nog steeds een paar van die gekke uitdrukkingen van mijn moeder, maar als gezegd heb ik die als kind nooit overgenomen.
Mijn moeder had een zeer sterke band met haar moeder; vader ten Brink was jong overleden toen mijn moeder pas 9 jaar oud was, vandaar. Ze hadden het goed gehad samen; oma vertelde dat ze voor de zondag vaak een kippetje en een konijntje braadde en dat ze dat dan met z'n tweetjes opaten en de rest van de zondag amechtig algen uit te buiken. Oma was dan ook behoorlijk "gezet", weet ik nog goed; gewoon vierkant. Lieve oma; denk nog vaak aan haar.
Uiteindelijk - ik was een jaar of 2 - verhuisden mijn vader en moeder naar Zaandam. Mijn moeder was zo blij dat ze helemaal vergat om afscheid van haar moeder te nemen, zo vertelde ze mij veel en veel later. Maar oma dacht dat ze het te moeilijk vond om afscheid te nemen. Dat hebben ze altijd maar zo gelaten. Maar goed ook.
Oma ging jaren later samen wonen met haar zuster, tante Riek. Gezellig die twee oude dametjes in hun gezamenlijke huishouding met elk een ruime kamer en slaapkamer. Ik kwam daar geregeld op visite; we woonden allemaal in Amsterdam.

29 juni 2020

En toch maar gaan/blijven roken

In mijn directe omgeving ken ik nauwelijks meer mensen die roken; enkelen gebruiken wel de e-sigaret, maar onvervalste "kankerstokkies" zie ik zelden meer. Opvallend vond ik afgelopen weekend toch zeker een viertal leeftijdsgenoten bij het bridgeweekend in Valkenburg die tussen de verschillende rondes door toch even een sigaretje moesten opsteken. En intussen zaten we nog steeds met die malle plastic kuchschermen te bridgen om maar vooral te voorkomen dat we elkaar met Covid-19 konden besmetten.
Op het station zag ik een dame die heel paradoxaal met handschoenen aan en een mondmasker hangend aan haar oor een sigaret stond te roken op het perron van de trein; was kennelijk niet op de hoogte van het gezondheid ondermijnende effect van roken, maar wel erg bevreesd voor Corona.
In de Trouw stond een artikel met de mij aansprekende titel dat het roken van sigaretten een veel en veel grotere en vooral sluipende moordenaar is dan dat verrekte Covid oftewel Corona virus. Dat dacht ik ook al hoor, maar ik ben blij dat het bevestigd wordt door een deskundige.
Het is een grote schande dat die ongezondheidsindustrie gewoon haar gang kan gaan en jonge mensen tot roken aan mag zetten terwijl we er alles aan doen om een veel minder groot gevaar, het Corona virus uit de maatschappij te bannen waarbij het dagelijks leven ontdaan wordt van het sociaal plezier en de economie het wel erg moeilijk krijgt. Alleen het medisch industrieel complex heeft er weer baat bij en gaat nog meer uit genoemde economie zuigen.

28 juni 2020

Bloemkoolsoep

Vergilius noemde het al in de Georgica: er moet meer kool gegeten worden. Daar heb ik afgelopen week ruimschoots gevolg aan gegeven. De enorme bloemkool, inclusief al het gebladerte en de stronk is inmiddels geïnternaliseerd resp. tot soep verwerkt. Het witte, bloem gedeelte is gekookt en met een kaassausje overgoten en vergezeld van een stukje reebiefstuk of gehaktballetje en gebakken nieuwe aardappeltjes opgegeten door mij; een groot genoegen. Maar die enorme struik groen van de bloemkool lag mij maar aan te staren in de koelkast. Met de moed der wanhoop ben ik die te lijf gegaan. Toevallig had ik een diepe bakpan staan met daarin nog het vet en de jucht van het misschien wat al te fors aangebraden gehakt: "kon wel eens een smakelijke basis vormen", bedacht ik mij, achteraf terecht. Daar heb ik twee fijn gesnipperde uien in gebakken, nog een flink stuk boter erbij gedaan en gebonden met een paar scheppen bloem.
Vervolgens de bladeren klein gesneden en gewassen en onder water met een schep zout gedurende een half uur gekookt. Toen stevig met de staafmixer het zaakje zoveel mogelijk gehomogeniseerd. Met een deel van het kookvocht had ik inmiddels het bloemmengsel hydrofiel gemaakt en er een stevige portie geraspte oude kaas doorheen gemengd. Nog wat van het vocht en toen in de grote pan toegevoegd aan de gehomogeniseerde bladeren. Zag er niet erg smakelijk uit, maar ja. Dat viel de volgende dag erg mee en bij nader inzien was het best lekker en erg goed voor het darmstelsel mocht ik tot mijn genoegen vaststellen! Een stevige maaltijdsoep is het geworden en Vergilius zou het geapprecieerd hebben; daar ben ik zeker van!
Inmiddels heb ik er stevig van gehapt en staan er nog zo'n ruime 2 liter van in de vriezer te wachten voor nadere inspectie.

27 juni 2020

Het ondergoed van de HEMA

Ook in Zaandam was in mijn prille jeugdjaren een filiaal van de HEMA. Mijn enigszins bekakte grootmoeder Sientje sprak met groot dedain over deze toen nog niet zo bejaarde zaak: "Hier Eet Men Afval", zo leerde ze mij tot mijn verbazing.
Ergens las ik decennia geleden dat "iedere Nederlandse man", dus van arbeider tot zakenman en directeur, het ondergoed van de Hema droeg. En ook ik ben vanaf het begin dat ik mijn prille stappen deed op het zelfstandig bestaan, d.w.z. in mijn eerste jaar met Anneke - ik spreek over 1979 - naar de HEMA gegaan om voor het eerst in mijn leven zelf onderbroeken te kopen en natuurlijk bij de HEMA. En nog steeds staart het bekende logo van HEMA ondergoed mij iedere morgen aan wanneer ik moet besluiten wat de achterkant is van mijn hemd, resp. onderbroek.
Nu las ik onlangs, de HEMA is momenteel toch een beetje de speelbal geworden van malafide investeerders, dat door mismanagement en concurrentie de HEMA een aantal topposities is kwijt geraakt. Genoemd werden daarbij niet alleen het ondergoed, dat markt-technisch kennelijk is overgenomen door de firma Zeeman, maar ook de wijn waarvan altijd werd gezegd dat hun inkoper daar erg veel verstand van had en steeds met perfecte wijnen in de winkel kwam met de meer dan uitstekende prijs/prestatie verhouding. Dat laatste vind ik overigens nog steeds, maar wat betreft het ondergoed is de kwaliteit toch wel sterk achteruit gegaan, naar ik aanneem daarin gegidst door Zeeman.
Nu kwam ik in een vergeten stapel ondergoed zo'n ouderwets kwalitatief meer dan uitstekend hemd van de HEMA tegen; lekker stevig, goed van schnitt en nog onversleten. Ik kan het dan ook niet laten om dat na de wasbeurt telkens weer als eerste aan te trekken en nu met die hitte, was ik het zelfs even met de hand en droog het in de warme zon en wind om het snel weer aan te kunnen trekken. Helaas is dit mijn enige; de nieuwe die je nu koopt voelen al versleten aan zodra je ze hebt uitgepakt, zo dun.
Overigens lijkt die ondermaatste kwaliteit tegenwoordig meer en meer de maat der dingen. Ik kocht eens in een spenderische bui onderbroeken van Schiesser bij de chique modezaak "Sir John"; daar vielen in de kortste tijd gewoon gaten in zo slecht waren die. Dus het ligt niet aan de HEMA an sich.
PS Vergeef mij de veelheid aan Germanismen in deze blog.

26 juni 2020

Niet uitgesproken entomologisch vriendelijk

Zowel Roos als ik zijn lid van de NEV, de insectenclub van NL. Wanneer in onze respectieve woningen een insect ten het raam vliegt vangen we het zorgvuldig met een wijnglas en ansichtkaart en laten het dan weer vrij wegvliegen. Echter, nu met dit warme weer, waarbij alles in mijn flat wijd open staat wordt met name de invasie van de groene vleesvliegen in de keuken en - niet te vergeten - van de muggen in de slaapkamer buitengewoon hinderlijk. De muggen probeer ik dood te slaan op wang en voorhoofd wanneer zij landen voor hun bloedmaal; de vliegen sla ik dood met een theedoek tegen het raam; werkt heel efficiënt. Gisteravond - ik had mijn bril even afgedaan - zag ik tot mijn verbazing vanuit m'n ooghoeken iets bewegen op de vloer; een vleesvlieg kwam de zitkamer binnenwandelen. Kennelijk was hij zodanig geraakt met de theedoek in de keuken dat hij het vliegen niet meer beheerste en liep hij nu om zich toch te kunnen voortbewegen. Die kon ik rustig dood trappen en vervolgens naar buiten gooien. Niet erg entomologisch vriendelijk vond ik ook zelf hoor.

25 juni 2020

Recept appeltaart voor Marjorie

Schoondochter vroeg voor haar (Braziliaanse) zus om het recept van mijn appeltaart. ZIj was hier enkele maanden geleden overgevlogen vanuit Sao Paulo en heeft bij haar bezoek aan ons land kennelijk van mijn appeltaart genoten. Natuurlijk heb ik aan dat verzoek voldaan en de inhoud van het schrijven misbruik ik graag voor de blog van vandaag.

Hi Marjorie, hier dan het recept voor appeltaart, maar eerst de voorgeschiedenis natuurlijk.

Beide Koopmans producten
Mijn moeder maakte vaak appeltaart, volgens mij bijna iedere week, maar dat kan haast niet waar zijn, maar zeker wel wanneer we visite zouden krijgen. Wanneer ze dan in de keuken bezig was mocht ik er graag naar kijken hoe zij boter, zelfrijzend bakmeel en suiker tot een deeg mengde. Dat ongare deeg vond ik zelfs lekker en dan kreeg ik altijd wel een balletje. Zou het nu zeker niet meer lusten zo'n ongare zoetigheid. Moeder raspte voor de vulling de appel, altijd goudreinet! heel grof en deed dat in een bakje met wat suiker, kaneel en rozijnen. Dat was het dan. 
Geroutineerd zette ze dan de appeltaart in elkaar; versierde de vulling met reepjes deeg en bestreek deze met wat eierstruif, opgeklopt ei.
En dan in de oven en zeker wanneer de taart net uit de oven kwam rook het zo lekker. Ze liet hem altijd afkoelen voordat hij werd aangesneden en dat is jammer, want warm smaakt appeltaart het lekkerst.
Ik deed het later ook zo'n beetje op die manier waarbij ik de bodem van de taart, het beslag dus op dezelfde manier maakte van zelfrijzend bakmeel, boter en suiker. Echter, bij Albert Heijn is zelfrijzend bakmeel niet meer verkrijgbaar; om het de consument nog makkelijker te maken is de suiker al toegevoegd aan het bakmeel en wordt het mengsel verkocht als "Appeltaart", althans onder die naam staat het in het schap. Zelfs na lang zoeken kon ik geen zelfrijzend bakmeel meer krijgen. Tja, gemak dient de mens, maar ik ben conservatief. Aan de inhoud hoef je voor de bereiding slechts boter toe te voegen en het geheel te kneden en daarmee de springvorm bekleden. De vulling kun je natuurlijk naar eigen inzicht maken en de mijne staat in het nu volgende recept.

Bereiding van het deeg:
300 gram zelfrijzend bakmeel
200 gram boter
160 gram suiker

Boter op kamertemperatuur, dus niet direct uit de koelkast mengen met suiker en meel en met de hand tot een samenhangend deeg kneden. Met ruim de helft van het deeg wordt de springvorm bekleed. Daar doe je dan de vulling in die je vervolgens weer bekleedt met strookjes van het resterende deeg om een leuk versierde taart te krijgen. Die kun je nog bestrijken met geklopt ei voor het gezicht; doe ik nooit, maar mijn moeder deed dat wel. Heb je te veel deeg dan kun je de rest invriezen voor een volgende keer.

Vulling
Appels, 1-3 stuks afhankelijk van de grootte van je vorm, bij voorkeur goudreinetten. 
Rozijnen even laten wellen in warm water en afgieten
Kaneel naar smaak
Fijngehakte walnoten naar smaak (maakt het extra lekker!)
Eventueel (zeker voor Brazilianen!) nog wat suiker 

Appels schillen en van klokhuis ontdoen. In kleine stukjes snijden. Raspen kan ook, maar dan wordt alles zo kledderig. Vooral de walnoten maken iets bijzonders van deze taart vind ik. 
Gewoon alles goed mengen en als boven beschreven in de taartbodem doen. Taart versieren met reepjes deeg en die eventueel bestrijken met eierstruif.

Als de taart klaar is doe je die in een voorverwarmde oven bij 180 graden gedurende 60- 75 minuten afhankelijk van de grootte van de springvorm. Na 50 minuten even kijken of het niet te hard gaat. Ervaring opdoen!

NB 
De hoeveelheden voor het deeg zijn afgestemd op een vorm met een doorsnede van 24 cm. Dan krijg je wel een heel grote taart. Enige kook- en bakervaring is dus wel handig.

24 juni 2020

De waterstofeconomie komt er aan!

In het FD van 11 juni 2020 vond ik het artikel waar ik al zo lang naar uitkijk. Een artikel onder de titel: "Duitsland zet vol in op waterstof". Dat is een onderwerp waar ik me al sinds de jaren 70 mee bezig heb gehouden (naast het ontstaan van de chemische voorlopers van levensprocessen). In die jaren stond er in de Volkskrant - die toen nog voorzien was van een meer dan uitstekende wetenschapsredactie onder Gerbrand Feenstra - een wekelijkse serie artikelen over waterstof als energiedrager. Dat met als vooruitzicht dat "we" ooit van de fossiele brandstoffen af zouden moeten vanwege de klimaatconsequenties die overigens eveneens in die wetenschapsbijlage aan de orde werd gesteld. Dat heeft mij jarenlang cerebraal bezig gehouden.
Die klimaatverandering heeft lang op zich laten wachten maar is het laatste decennium meer dan duidelijk manifest en dan nu gelukkig ook, vanuit onze grote buur het door mij lang verwachte groene waterstof alternatief.
Shell heeft overigens zo'n 20 jaar geleden ook een halfslachtige poging gedaan om met waterstof aan de gang te gaan, maar waarschijnlijk heeft de OPEC of de VS dat initiatief gefrustreerd met de prijspolitiek resp. hun nieuwe winningstechnieken van olie via fracking  (met dank aan Schwarzer Milch). Maar nu is dan de kogel door de kerk. Laten we maar hopen dat het schip nog gekeerd kan worden; ben daar niet optimistisch over.
Overigens voel ik enig onbehagen in deze. Ook ik heb in mijn politiek actieve jaren een halfslachtige poging gedaan om het onderwerp onder de aandacht te brengen in de partij waar ik toen nog lid van was: D'66; ik schreef een nota en bracht die in bij de woordvoerder van de fractie hier in ons dorp. Toen hij niet erg enthousiast reageerde heb ik het er verder maar bij gelaten; een karakter probleem; als het niet vanzelf gaat, dan vind ik het wel goed en het geeft me dan toch een enigszins voldaan gevoel van "iets gedaan hebben". Maar heden, gezien de toch wel buitengewoon ernstige klimaatconsequenties die ik voorzie heb ik spijt dat ik er niet bovenop ben gesprongen. Gelul achteraf realiseer ik me als ouwe vent. 

23 juni 2020

Waarover spraken zij?

Kent u dat oeroude kleuterliedje nog? Er zaten twee kleutertjes bovenop een hek, waarover spraken zij, daar bovenop dat hek? Ging over krekeltjes en korenbloemen blauw!
En inderdaad zie je gelukkig die prachtige blauwe korenbloemen nog steeds, of misschien wel weer in de natuur. Maar krekeltjes eigenlijk nooit meer. Zo'n grasveld waarbij ze voor je uit sprongen bij elke stap die je deed; heb ik in geen eeuwigheid meegemaakt afgezien van een vakantie in Slovenië, een land dat relatief ongeschonden uit de landbouwrevolutie lijkt te kunnen blijven.
Maar vandaag, we liepen ergens een IJsseldijk op en tot mijn onuitsprekelijke vreugde sprongen tientallen krekeltjes voor me uit. Of waren het misschien sprinkhanen?

22 juni 2020

Werk met werk maken

Een goed voorbeeld is de dubieuze verbouwing van Utrechts binnenstad. In 1971, tijdens mijn eerste baan aan de VU reed ik mee met collega Jan Verhoef naar iets in Utrecht. Hij had in Utrecht gestudeerd en wist mij bij het passeren van de Catharijnensingel, toen nog een prachtige singel met statige huizen aan beide zijden dat dit allemaal zou worden afgebroken en dat op de plek van het water een autoweg van vier banen zou worden aangelegd. En inderdaad, toen ik jaren later weer in Utrecht op bezoek ging bij vrienden reed ik met de auto over dit stukje voormalige singel, spottend "de kortste snelweg van NL" genoemd en het karakter van dit mooi stukje binnenstad was voor de komende decennia indringend gewijzigd zal ik maar eufemistisch zeggen. Kennelijk vonden latere bestuurders dat ook en inmiddels is dit stukje Utrecht opnieuw grondig op de schop genomen; het water is weer terug, maar het karakter is "anders". Dit noem ik een typisch voorbeeld van werk met werk maken maar misschien is dit wel de normale gang van zaken in een stadsgebied en ben ik slechts opgesloten binnen mijn persoonlijk conservatisme.
Nu met de Corona crisis bekruipt mij wonderlijk genoeg ook enigszins dit gevoel van werk met werk maken en dan wel vanuit een overzichtsview. De moderne geneeskunde heeft de laatste decennia onder het mom van "vooruitgang" wegen ingeslagen die misschien wel het leven verlengen, maar daarbij zeer kwetsbare mensen afgeleverd, soms met therapieën die zich minder verdragen met de eed van Hippocrates dan met inquisitorische martelingen. En nu zie je dat juist deze gecreëerde kwetsbaren door het nieuwe virus, dat voor kinderen, adolescenten en qua lifestyle gezond levende mensen nauwelijks een bedreiging vormt in grote getale geveld worden, waar diezelfde "gezond¨heidszorg weer bovenop springt met extra IC-bedden e.d.
Tegen de achtergrond dat het medisch industrieel complex naar zeggen van deskundigen een (te) grote belasting begint te vormen voor de economie - meer dan 10% van het BNP naar ik begreep - is dit op z'n minst zorgelijk te vinden. Dat vindt kennelijk ook de NZA, de Nationale Zorg Autoriteit die meent dat "de zorg", door mij graag "het Medisch Industrieel Complex" genoemd in analogie met het "Militair Industrieel Complex". tot een verdienmodel is geworden; verworden. Met gezondheid heeft het zo langzamerhand weinig meer van doen; gezondheid kun je beter op een andere manier stimuleren namelijk door een gezonde lifestyle te propageren of anderszins breed in te voeren. 

21 juni 2020

De Ilias weer eens uitgelezen

Homeros blijft mij boeien; de twee fantastische gedichten uit de klassieke oudheid, door de eeuwen heen bepalend geweest voor de Europese bewustwording, de kunsten beïnvloedend. De Ilias is een intens oorlogsverhaal dat er soms niet om liegt en dat je je in verwondering afvraagt waarom in zoveel gruwelijke details beschreven moet worden hoe iemand ter aarde stort, dodelijk gewond door het scherpe brons of met een pijl door verder nauwkeurig omschreven diverse organen waarbij het zwarte bloed uit de wonden gutst. Maar afgezien daarvan is de samenhang tussen de krachten van de goden en de listen en lagen van de krijgsheren zo bijzonder beschreven dat het nu, zelfs meer dan 2500 jaar na het vastleggen door Homeros nog blijft fascineren.
Wat mij overigens ontzettend stoort is hoe men destijds met vrouwen omging. Na een verovering van een stad werden de mannen gedood en de vrouwen als slavinnen meegenomen en gewoon als koopwaar beschouwd. Men ging ermee om of het vee was; daar heb ik de grootste moeite mee. De wrok van Achilles gaat ook over een slavin, Briseïs. Een andere gevangen genomen vrouw, Chriseïs, bezit van Agamemnon en voorheen dochter van een Apollo priester moet worden terug gegeven aan haar vader op gezag van de god Apollo. Daarop eist Agamemnon van Achilleus zijn oorlogswinst, Briseïs. Daarom weigert Achilleus om verder mee te doen aan de oorlog tegen Troje. Daar begint het verhaal feitelijk. Achilleus, de onverslaanbare in wrok zodat de Grieken keer op keer de slag tegen Hector en zijn Trojanen verliezen. 
Wat mij verwondert is hoe men uit de Ilias heeft gedestilleerd dat Achilleus en zijn vriend Patroclos een liefdespaar vormden; daar is geen grond voor mijns inziens.
Het verhaal eindigde weer zo abrupt en onverwacht als ik me van vorige lezingen herinnerde. Het paard van Troje komt helemaal niet voor in de Ilias evenmin als de spectaculaire dood van Achilleus. Die staan in het tweede epos, de Odysseia en zijn fantastisch doorgewerkt door Vergilius in de Aenaeas; moet ik ook weer eens lezen, maar ik vrees dat ik mijn exemplaar heb weggegeven. Nou ja, bieb of boekwinkeltjes kan mij vast wel helpen.

20 juni 2020

Nee, geen pekelvlees deze keer

Vanuit Staveren beginnen meerdere
LAW paden
Roos lag nog lekker te slapen toen ik vanmorgen vroeg met de trein naar Workum ging. Het zou vandaag prachtig wandelweer worden en ik had zo'n zin om weer eens naar Friesland te gaan en natuurlijk de etappe Staveren - Workum te lopen. Bij Roos vandaan scheelt het meer dan een uur treinen en in het weekend heb je geen last van het "meer maatschappijen" probleem.
Om iets over 10.00 uur liep ik al in Stavoren en moest denken aan die keer dat ik hier met mijn twee jongens aan deze etappe begon; ze waren toen 10 resp. 13 jaar oud. Maar ook aan de winter van 19 84/85 toen ik bijna in een wak was gereden en helemaal opgelucht hier in Staveren weer de trein terug naar huis kon bestijgen.
Ik liep nu het grootfrieslandpad en niet het Zuiderzeepad. Komoot wees mij de bekende weg die voor een groot deel over de zeedijk liep.
Hindeloopen, uitzicht vanaf de brug
Altijd weer leuk om in Hindeloopen te zijn; mooi stadje gebleven. Daarna door naar Workum over de dijk; prachtig stadje met haar grote toren. Er was net een begrafenis en de kerkklok luidde plechtig. Op het grote plein was het een drukte van jewelste. Ik liep het stadje door naar slager Blom; ik wilde pekelvlees en spek kopen. Helaas had hij op dit moment geen pekelvlees: "volgende week weer", maar ja, zo vaak kom ik niet in Workum, maar wie weet. Een volgende keer bel ik eerst even voor pekelvlees.
Vervolgens even naar het Jopie Huisman museum en tot slot Friese dûmkes gekocht voor Roos. De terugreis liep gesmeerd en Roos had voor een lekkere hap gezorgd. Afgezien van het tegenwoordig zo overdadige motorengeweld was het een fijne wandeldag geweest.

19 juni 2020

Bloemkool van Theo

Vandaag weer naar Wijhe, naar Roos en als afgesproken, beladen met allerlei etenswaren. Ik had bij "De Koopman" deze week al uien, pepers en verse knoflook voor haar gekocht; bij de kaaswinkel "John" een pond Oostenrijkse bergkaas en bij Theo had ik gevraagd om verse snijbiet, die zou ik tegen het eind van de middag gaan halen. Voor de zekerheid bakte ik nog een bruin brood ook om mee te nemen.
Zo tegen een uur of 3 ging ik bij Theo langs om de snijbiet op te halen, maar daar bleef het niet bij. Hij had ook een grote bloemkool voor me en dat is best heel bijzonder om op de zandgrond van Bilthoven tot wasdom te krijgen. 40 jaar "brengen" zoals Theo dat noemt, d.w.z. ieder jaar weer bladeren en ruwe stalmest door de grond werken; het loont zoals de foto toont.
Maar ook een doosje aardbeien. Ook die nam ik mee naar Roos, maar smulde er wel een paar hele rijpe vanaf op een beschuitje. En ik wist niet wat ik proefde; precies zoals aardbeien in mijn jeugd smaakten; zacht, zoet en vol van smaak! Wat een verschil met die moderne harde, prachtig glimmende maar smaakloze aardbeien in prachtige doosjes.
Natuurlijk at ik eerst van de bloemkool thuis met vers gebakken gehaktballetje. En daarna bepak en bezakt naar Roos.

Het microbioom

In mijn onwetendheid - ik spreek over mijn tienerjaren - vroeg ik mij af hoe bacteriën in je darm terecht konden komen. De maag met haar lage pH, zou toch zorgen voor een bijzonder bacterie-onvriendelijke passage? Inmiddels wist ik wel dat Escherichia coli in de darmen voorkwam; dat deze een rol speelden bij de vertering van voedsel was mij feitelijk onbekend. Zelfs toen ik in de immunologie werkzaam was verbaasde het mij dat iemand zich ging verdiepen in de rol van de voeding bij het immunologisch proces. Wel wist ik inmiddels dat er veel meer bacteriën in de darmen aanwezig waren.
Mijn entree naar een andere zienswijze werd vooral gevoed door inzicht in het ontstaan van allergieën. Toevalligerwijze heb ik in mijn carrière zijdelings nogal veel van doen gehad met het onderwerp allergie, een tak van de immunologie. Ik kreeg in toenemende mate het gevoel dat de zgn. hygiëne was doorgeschoten en dat intensieve omgang met je omgeving - lees, niet meer zo "schoon" leven - preventief zou werken om bij kinderen allergie te voorkomen. Vooral mijn oudste heb ik tegen die achtergrond de smerigste dingen laten doen in de tuin (zoals op de knietjes door het kippenhok kruipen om een ei uit het hok te halen; vond ik ook te gek hoor!).
Inmiddels weet ik hoe belangrijk het microbioom voor een optimale gezondheid is; het vormt een ecosysteem op zich met heel veel verschillende soorten micro-organismen die elkaar in evenwicht houden. En die bacteriën komen inderdaad gewoon via wat je eet of anderszins via de mond binnenkomt. En hoe groter de variatie, hoe beter; de samenstelling van het microbioom bij natuurvolken moge daarbij leidend zijn. De opbouw van het systeem begint al bij de geboorte wanneer de baby het geboortekanaal passeert en daarbij "en passant" bacteriën uit het geboortekanaal binnen krijgt; absoluut belangrijk! En later bij de borstvoeding, bij het sabbelen aan van alles en buiten in de natuur.
Ik heb wel eens een beschrijving gehoord over dat malle zoogdier, de luiaard; lijkt wel een composthoop met een dier eromheen. Als je dat doortrekt vormen (zoog)dieren inderdaad een ecosysteem voor micro-organismen in een groot organisme. Wederzijdse afhankelijkheid dus.

18 juni 2020

Wat is er toch veel gebeurd in die 40 jaar

Autobahn mit grünstreife
Deze week wandelde ik van Hardenberg via Rheeze naar Mariënberg. In de buurt van Rheeze liep ik over een geplaveid pad waar tot mijn verbazing het middendeel overgroeid was met gras. Deed mij herinneren aan een weekje Dordogne met mijn Duitse vrienden Eckart en Christine. Bij het zien van een dergelijk overgroeid pad noemde hij dat destijds: Autobahn mit grünstreife. Daar moest ik toen zo om lachen en nu schoot het mij direct te binnen; dat is inmiddels 40 jaar geleden.
Dat er veel gebeurd is - en dat is wel het Leitmotiv van deze blog - realiseerde ik mij volop bij het zien van een tweetal wetenschappelijke presentaties op mijn vakgebied, de biochemie. Inmiddels is dat vak wel twee keer zo oud geworden overigens.
In mijn middelbare schooltijd had het blad "Life" een fraaie voorblad-illustratie van het toen nog relatief kort daarvoor ontdekte DNA, het molecuul dat de genetische informatie draagt. Ik spreek over 1962-1963. Mijn leraar biologie vroeg of hij die foto van me mocht hebben zo bijzonder was dat toen nog.
In mijn studententijd was feitelijk nog maar net ontdekt hoe transcriptie en translatie werkten in een bacterieel systeem: DNA werd afgelezen en messenger-RNA werd geproduceerd door een ingenieus systeem en vervolgens werd het m-RNA door ribosomen afgelezen en een eiwitstreng gevormd uit aminozuren. De regulatie van de productie was uitgezocht door Jacob en Monod. Het was allemaal gloednieuw in die tijd. Dat RNA ook kon worden afgelezen en DNA gevormd werd, werd onmogelijk geacht. Ik zie nog de dijenkletsende wetenschappelijke staf, inclusief de hooggeleerde zelf tijdens de koffie, toen een artikel daaromtrent werd becommentarieerd. Retro-virussen doen niet anders weten we nu. En dan heb je inmiddels ook nog die rare prionen, maar daar komt geen DNA of RNA aan te pas.
Inmiddels heb ik natuurlijk zijdelings veel gelezen over het microbioom en over uitwisseling van DNA tussen micro-organismen en had ik zelf al tijdens mijn onderzoek aan Hepatitis B het euvele gevoel dat dit virus wel eens DNA kon inbouwen in levercellen, daar heb ik inmiddels gemerkt en regelmatig met Roos gesproken over het bijna volatiel zijn van al die genetische informatie in de natuur. 
En nu heb ik gisteravond naar een interview met Zach Bush gekeken en hedenmorgen aansluitend ook maar eens gegoogled hoe het is gegaan met het biologisch/genetisch-taxonomie onderzoek van Craig Venter in de wereld oceanen. En het was fascinerend.
Er is waanzinnig veel kennis verzameld dienaangaande in die afgelopen 40 jaar. Voor mij niet of nauwelijks meer te begrijpen. 


17 juni 2020

Gebakken mosselen

Eerst even ontdooien
Al eerder meldde ik dat ik bij het schoon maken van de vriesladen van mijn koelkast een aantal vergeten spulletjes tegenkwam, waaronder een klein zakje mosselen. Nu ben ik gek op gebakken mosselen en besloot dan ook om die vandaag maar eens soldaat te gaan maken. Maar hoe doe je dat? Gebakken mosselen. Dat handige internet hielp mij natuurlijk en ik vond een filmpje van een keukenchef van - zo te horen - onze zuiderburen, de Belgen die nog veel beter dan wij met mosselen weten om te gaan. Grappig trouwens, want veel van de geconsumeerde mosselen komen uit NL maar worden met name in België geïnternaliseerd oftewel "opgenuttigd" (pleonasme).

16 juni 2020

Alles groeit vol

Na een uur verkeerde ik in de fraaie natuur met uitzicht
Mijn grootvader vertelde mij 60 jaar geleden dat de Amsterdamse wijk waar wij als gezin destijds woonden "vroeger" allemaal weilanden waren. Het enige dat daar nog aan herinnerde waren de paar molens die als restanten uit een onbekend verleden nog steeds de buitenkant van tuinstad Slotermeer, Amsterdam bij de Haarlemmerweg sieren. Ook renden er nog regelmatig hazen bij ons door de straat. De tuinsteden waren naoorlogse bouwprojecten om de woningnood te lenigen.
In latere decennia is Amsterdam nog een aantal keren reusachtig uitgebreid. Het plaatsje Sloten is opgeslokt, de hele polder tot Halfweg staat vol met huizen en de Bijlmermeer niet te vergeten. Amsterdam Noord is van een lullig en vergeten wijkje tot een enorme huizenpuist uitgegroeid.
Vandaag wandelde ik een deel van een etappe van het Pieterpad, van Hardenberg richting Ommen. En daarbij merkte ik op dat ook de provincie Overijssel er niet aan ontkomt dat er ferm wordt uitgebreid in de dorpen en steden. Het duurde een uur wandelen voordat ik vanuit het station, door het centrum en nog een stuk langs de Vecht en nieuwe wijken, de fraaie natuur kon aanschouwen. Maar ik zag allerlei egalisatie werkzaamheden, dus wie weet wordt dit fraai stuk NL ook weer volgebouwd. Het wordt er allemaal niet fraaier van.

15 juni 2020

Niet zo'n zin meer

De lockdown en alles wat er samen hangt met die Corona crisis vreet bij mij toch dieper door in de psyche dan ik had verwacht. Een zekere mismoedigheid dringt zich op. Dat komt toch vooral doordat het sociale aspect zo scherp is veranderd denk ik. Rijen buiten bij winkels; mensen die meters uitwijken wanneer ze iemand tegen komen; de gesprekken gaan altijd over Corona. Het hakt er allemaal stevig in terwijl je er om je heen verder geen snars van merkt overigens.
Nu het toch allemaal wat losser wordt en gaat worden merk ik tot mijn verbazing dat de dingen die ik toch altijd met veel genoegen deed er niet of nauwelijks meer toe doen. Met name al die culturele dingen. Ik heb eigenlijk helemaal geen zin meer om naar musea te gaan; concerten kunnen me ook gestolen worden. Ook de sportschool ga ik verlaten; heb ik al die maanden trouwens helemaal niet gemist.
Wat rest is vooral wandelen, lezen en natuurlijk koken; daar blijf ik zin in houden.

14 juni 2020

Tijdelijke natuur

Gevarieerde begroeiing langs de spoorbaan
De term "tijdelijke natuur" dook op in een artikel dat ik onlangs las, waarschijnlijk in Trouw. Het ging hierbij om het actief stimuleren in het Amsterdams havengebied met name genoemd, van natuurlijke processen in gebieden die nog niet gepland zijn om bebouwd te gaan worden binnen een termijn van pakweg 10 - 15 jaar. Het blijkt dat binnen relatief korte tijd allerlei wilde planten maar ook dieren en zelfs kleine zoogdieren gebruik maken van deze gelegenheid. Deed me denken aan een reportage over Tsjernobyl, waarbij in deze al decennia verlaten stad zelfs de wolven waren teruggekeerd in het inmiddels door bomen en struikgewas overwoekerd stadsgebied.
Hier op het terrein van het Science park Utrecht heb ik het fenomeen ook gezien op een stuk terrein dat was geprepareerd voor bebouwing die enige tijd op zich liet wachten; direct in het nieuwe voorjaar stonden er niet alleen klaprozen maar ook tal van andere wilde bloemen te bloeien. Natuurlijk kwamen al snel de bouwmachines, maar het deed me wel goed.
Bij ons station is de laatste jaren ook ontzettend geklooid met de grond en sommige stukjes zijn "vergeten". Langs de oprit naar de fietsenstalling zijn wat bermen die inmiddels volop begroeid zijn met "nieuwe natuur"; ik kon het dan ook niet laten om daar een stel foto's van te maken die deze blog sieren.

13 juni 2020

M'n ware passie

Fuhrmannskost
Roos en ik hebben het er vaak over: "wat is nou je echte passie". Het is zo'n groot woord en tegenwoordig wordt er van een werknemer verwacht dat hij/zij een passie vindt in het werk. Dat werd mij ook voorgelegd in de tijd dat ik, herstellende van een zware overspanning in een proces van reïntegratie terecht kwam, inmiddels wel 13 jaar geleden. Ik moest er destijds lang over nadenken omdat het natuurlijk wel iets werk-gerelateerds zou moeten zijn en kon niets anders ophoesten dan: "het overdragen en stimuleren van kennis om gezond te leven en met name te bewegen en af te vallen". Dat was iets dat mij intrigeerde, de volksgezondheid ten goede zou kunnen zijn en dat ik graag zou hebben overgedragen. Die zendingsdrift beheerste mij toen nog sterk besef ik mij heden; heb je als 70-plusser overigens geen last meer van, althans ik niet; jongeren nemen toch niks meer aan van een ouwe lul, har har..
Maar dat grote woord "passie" laat me toch niet los. Roos heeft al eens een hele discussie gehad met een kennis van haar die op dit gebied haar brood probeerde te verdienen en die beweerde dat "iedereen een passie heeft", iets waar je trots op kunt zijn?!
Ik heb daar binnen mijn wandel - en nadenksessies veel over nagedacht en meende dat vooral het wandelen in de natuur en genieten van hetgeen te zien was mijn belangrijkste passie was, of wellicht het proces van nadenken "an sich". Lezen, ook zoiets waarmee je de zinnen zo plezierig kunt verzetten zeker als het een element van kennis in zich draagt; kunst, museumbezoek. Maar wat voert nou de boventoon?
Gisteren zijn Roos en ik langs gegaan bij Theo en Johnny om even te vertellen hoe ontzettend lekker we gegeten hadden van de verse postelein uit de tuin van Theo. Daarna liepen we naar het station en ging Roos terug naar Wijhe en liep ik lekker door het bos terug en genoot nog even op "ons bankje" op het strandje. Thuis gekomen zette ik mij aan een voorgenomen huishoudelijke taak: het ontdooien en reinigen van de koelkast/vriezer. Daarbij nam ik alles uit de vriezer bakken door m'n handen en kwam twee plakken bloedworst tevoorschijn: "Fuhrmannskost!", schoot mij direct door het hoofd. En toen realiseerde ik mij ook in de volle breedte dat eten en vooral koken mijn echte passie vormen! Vanmorgen van een stevige kluit boter, twee gesnipperde uien, een plak bloedworst en een restje gekookte Frieslanders (nieuwe hollandse aardappels voor de leek) op zacht vuur een verrukkelijk maal bereid: "Fuhrmannskost".

PS ik zie dat het vandaag 13 juni is, een gedenkwaardige dag. Exact 14 jaar geleden nam ik op deze dag, ernstig overspannen afscheid van het arbeidsproces. Puur toeval dat dit feit ook hier in de blog zijdelings wordt genoemd. Zag de datum pas toen de blog al klaar was voor uploaden.

12 juni 2020

Daar ben je weer!

Daar ben je weer ouwe vos!
Moet ook nodig een keer in de was.
Je kunt zo ontzettend hechten aan een hoofddeksel, een petje, een muts, een zonnepet, noem maar op. Als wandelaar draag ik graag een petje, maar ben er ook veel kwijt geraakt helaas. Anecdotisch is een oude pet of muts die ik bij al mijn wandelingen op had. Ik was met vriend Dick aan de wandel ergens in de Eifel vermoed ik en we hadden wat regen gehad. In de bus rook ik toch wel zo'n akelige lijflucht, zo'n indringend onaangename lucht van verschraald zweet. Telkens wanneer ik mijn hoofd bewoog dan rook ik het. Even dacht ik dat het die goeie Dick was, maar al spoedig realiseerde ik me toen ik merkte dat ik het telkens zo indringend rook wanneer ik mijn hoofd eerst naar beneden boog en dan weer ophief, dat het mijn muts (of pet?) was.En ja hoor, toen ik hem afdeed en eraan rook benam het mij de adem. Vele wandelingen van zweten waren in de pet gedrongen en zagen hun kans schoon om te ontsnappen aan het linnen van de pet toen deze vochtig was geworden: jich.
Nu draag ik alweer maanden lang een petje dat ik heb gekregen in het kader van het lidmaatschap van de NEV, de insectenclub zal ik maar zeggen. En ik ben maar steeds zo bang dat ik hem kwijt zal raken; ergens laat liggen of zo.
Vanmorgen wilde ik naar de markt en kon mijn pet niet vinden; niet op de kast, niet in de kamer, niet in m'n rugzak; niet in mijn rugzak?!! Dat kon ik me niet voorstellen toen ik de hele flat nog eens grondig had nagezocht en gelukkig vond ik hem bij tweede zoek toch in mijn rugzak en sprak hem zelfs toe: "daar ben je weer ouwe vos". 

11 juni 2020

Al die honden

Er gebeuren toch wel onverwachte dingen hoor "dankzij" dat opdringerige virus. Zo las ik dat er een run is op honden. Kennelijk heb ik jaren geleden al de juiste conclusie getrokken dat een hond een excuus vormt om buiten te verkeren; voor een rasechte wandelaar als ik ben natuurlijk een niet in te voelen gedachte. En inderdaad zie ik voortdurend lieden hier op straat, soms wel met vier tegelijk en hun trouwe viervoeter erbij, die met elkaar - op afstand uiteraard - staan te converseren. Dat laatste is een sociaal bijzonder wenselijk bijeffect!
Je merkt toch als wandelaar in de buurt van een stad of parkeerplaats dat de mensen je met verbeten gezichten en vaak zonder groet passeren alsof je de pest hebt. Overigens is dat niet het geval wanneer je in het veld "echte"wandelaars tegen komt (herkenbaar aan een rugzak en wandelschoenen har har); die maken vaak gewoon een praatje met elkaar. Ook boeren die aan het werk zijn zitten zelden om een praatje verlegen; dat vind ik gewoon erg plezierig.
Maar hier in mijn dorp zie je steeds meer gezellige groepjes mensen met hond staan praten; mensen die elkaar anders wellicht zonder reactie zouden passeren. Elk nadeel hep z'n voordeel nietwaar.

10 juni 2020

Lees je dat nu alweer?

Misschien wel dertig jaar geleden las ik voor het eerst een boek uit de serie over d"aardkinderen", de serie boeken over de mensen in de ijstijd; Neanderthalers en Homo Sapiens,. Ik bedoel natuurlijk de weergaloze serie (althans, dat vind ik) van de pen van Jean Auel. Enkele weken geleden was ik inde bibliotheek Bilthoven en scharrelde wat tussen de boeken en zag deel II, mijn favoriete deel waarin de hoofdfiguren uit het boek, Ayla en Jondalar beschreven worden in hun reizen en ontwikkeling. Nadat ik deze pil eenmaal ter hand had genomen heb ik het boek weer in één ruk uitgelezen.
Datwas niet mijn derde keer, maar veel vaker nam ik deze serie ter hand. In mijn DHV tijd was dat kennelijk al het geval want ik herinner mij nog dat Betteco, de beleidsmedewerker van de DHV destijds al zei: "lees je dat alweer?" Nu las ik in de tijd dat ik werkzaam was wel heel erg veel hoor; het forenzen gebruikte ik graag om de tijd nuttig te besteden door te lezen.
Inmiddels heb ik deel III ook alweer uit, nu niet van papier, maar van de e-reader. Lekker in de trein zitten lezen doe ik nog steeds graag;meet de noise cancelling stil op je kop heb je ook minder last van dat geleuter om je heen en van het kabaal van de trein.

09 juni 2020

Mijn versleten OV-kaart

Mijn versleten oude OV kaart
Misschien wel twintig jaar geleden werd de OV chipkaart ingevoerd. Op en station aan de toenmalige lijn Rotterdam-Hoek van Holland werden portretfoto's gemaakt van passagiers zodat die later konden worden gebruikt voor identificatie doeleinden op de OV-chipkaart. Die foto, waarop ik als een lelijke aap was neergezet heb ik zeer langdurig moeten tolereren, maar alles went natuurlijk; heb er nooit mee gezeten hoor. Iedere vijf jaar kreeg ik een nieuw exemplaar; ook nu weer. Maar nu met een nieuwe foto die ik zelf ter beschikking mocht stellen; niet meer die apenkop.
Inmiddels is de kaart zodanig versleten dat ik enkele maanden geleden bij de controle een opmerking kreeg van een fanatieke conducteur. Hij adviseerde mij om een plakbandje over een deel van de kaart te plakken zodat nog wel zichtbaar bleef wat mijn naam was, geloof ik. Heb ik uiteraard achterwege gelaten omdat de kaart bijna verlopen was en ik een nieuwe mocht verwacht. Dat is nu inmiddels gebeurd en zondag heb ik voor het eerst de nieuwe kaart in gebruik genomen. Hij is veel dunner en heeft geen coating meer. Zo te zien gaat hij met gemak weer 5 jaar mee. Dan zou ik bij leven en welzijn 77 jaar oud zijn; we zullen zien; ik zal m'n best doen om ook deze kaart te verslijten.

08 juni 2020

Silent spring

Dit smalle oeverstrookje mocht er zijn hoor.
Bloemrijk en veel verschillende grassen.
Maar nauwelijks insecten en zeker geen vlinders.
Rachel Carson schreef reeds in 1962 haar indringend boekwerk met de naam "Silent spring" over de milieu problematiek die ontstond door brede toepassing van pesticiden, landbouwgif, tegenwoordig  eufemistisch "gewas beschermingsmiddelen" geheten.
Vandaag maakten Roos en ik een fraaie wandeling van Wezep naar Wijhe door een prachtig deel van Gelderland. Eerst een stuk Veluwe met bossen op zandgrond en in de buurt van de IJssel ging het over in landbouwgebied. En juist daar vonden we langs de oevers van weteringen en sloten uitbundige plantengroei met bloesem. Maar geen insecten en rondom slechts mono-cultures van mais en vooral gras; daarin overigens geen enkele bloem en puur 1 soort gras; Engels raaigras neem ik aan.
En we hoorden vrijwel niets. We hebben een doodenkele scholekster gehoord met zijn luidruchtige roep, 1 roodborsttapuit, maar dat kan ook een rietgors geweest zijn en daar bleef het helaas bij. En in de bloemrijke beemden was geen vlinder te zien, enkele hommels dat was het. Een andere indicator voor het nagenoeg ontbreken van insecten was het bijzonder lage aantal (gier)zwaluwen dat we zagen. Het is helaas waar; de lente is heel stil geworden.
Alleen een kolonie kraaien liet zich bijzonder luidruchtig horen; die doen het kennelijk goed in de verder zo treurige biotoop binnen het landbouwgebied. Overigens gelukkig nog steeds prachtig om te bewandelen.

07 juni 2020

Krijgt Wim Kan gelijk?

Vlaggenstok met schooltas
Decennia geleden stelde Wim Kan het verkrijgen van een diploma aan de kaak. Kennelijk was er destijds sprake van een zekere devaluatie van de diploma's in het Wetenschappelijk onderwijs want in zijn oudejaarsconferentie sprak hij iets als: "binnenkort krijgen alle nieuw geborenen direct een diploma voor doctorandus", o.i.d. Ik was te jong om me dit precies te herinneren maar Roos heeft deze anekdote meermaals genoemd.
Nu had ik begrepen dat vanwege de Corona crisis de eindexamens van de middelbare scholieren niet plaats zouden vinden. Desondanks zie ik heden overal uitbundige aankondigingen: "geslaagd!", nog eens benadrukt door een schooltas die is opgehangen aan de vlaggenstok met de nationale driekleur als vrolijke noot. Doet me steeds even aan die ouwe grappenmaker denken.

06 juni 2020

Hoezo groepsimmuniteit??

Tijdens de eerste voorlezing van onze daadkrachtige minister president kreeg ik de indruk dat het opbouwen van groepsimmuniteit een belangrijk onderdeel zou worden in de strijd tegen het Corona virus, inmiddels Covid-19 genaamd. In dat kader heb ik ook eens een bloggie geschreven over het individuele karakter van de "strijd" tegen dit virus. Inmiddels is wel duidelijk dat grote groepen mensen nauwelijks risico op overlijden ten gevolge van dit nieuwe virus hoeven te vrezen; met name de jongeren maar ook mensen die een gezonde levensstijl volgen. Het zijn vooral de groepen van chronische patiënten die het risico dragen. Het paradoxale doet zich voor dat juist degenen die door het medisch industrieel complex extra levensjaren hebben verkregen en nog verkrijgen nu het meest kwetsbaar blijken en daarnaast de ongezond levenden, obese en rokende lieden e.d.
En die groepsimmuniteit wordt natuurlijk niks met het 1,5 meter regime dat we onszelf hebben opgelegd. En intussen dondert het ene na het andere stuk economie in elkaar. Ik houd mijn hart vast en heb groot respect voor het corona-team dat de beslissingen moet nemen hoe we hier collectief mee om moeten gaan. Ga er maar eens aan staan.

05 juni 2020

Met een masker reizen

Daar zit ik dan?!
We stapten vanmorgen in de trein naar Heerlen, keurig zoals het is voorgeschreven, met een mondmasker op ons gezicht. Wel wonderlijk want er zat verder helemaal niemand in dit treindeel. Door de informatievoorziening via allerlei kanalen wordt het reizen met het OV wel zo tegen gemaakt dat er steeds minder mensen gebruik van maken. Ik vernam zelfs dat er fervente(?) OV-ers zijn die zich een auto aanschaffen. Dat wordt wat op de wegen, bedacht ik mij. Maar voor de NS, Arriva e.a. en de busmaatschappijen is dit natuurlijk wel de dood in de pot; dit is niet vol te houden. Zo gaat een prachtige infrastructuur naar de kloten.
Ook in de Intercity naar Utrecht zat vrijwel niemand. Wij reisden eerste klas omdat we meedoen aan een pilot van NS; daartoe is het de bedoeling dat we onze reizen met NS van tevoren melden in een systeem. Dat is voor reiziger en NS natuurlijk een leertraject. Het valt mij niet mee om tevoren precies te weten welke trein je zult nemen. Het vraagt een planning die mij behoorlijk vreemd is; ik ben zo gewend om heel flexibel te reizen vooral als wandelaar. En dan moet ik er nu ook nog eens aan denken dat ik altijd een mondkapje bij me heb. Gelukkig heeft dochter Joke een redelijk comfortabel kapje voor me in elkaar gezet.

04 juni 2020

Eindelijk regen

Wegwerkers in Klimmen 
Het was zodanig bewolkt dat we niet buiten konden ontbijten. Daar hadden we niet echt op gerekend. Roos kan niet zo goed tegen de kou maar we hadden niks aan warme kleding meegenomen. Desondanks gingen we lekker op pad; we begonnen bij station Klimmen Ransdaal en klommen zoals dat in Klimmen gebruikelijk is. Maar eerst onder het spoor door en daar moesten we een flinke omweg voor maken want er werd hard aan vernieuwing gewerkt in het dorpje.
Boven gekomen vonden we een "ouwe bekende", een onverwacht pad dat ons vorig jaar werd aangewezen en aanbevolen door een collega wandelaar. Van daar uit richting  Schin en langs het wonderschone stuk kalkrots met de bloemenpracht ons inmiddels overbekend, maar blijvend fraai natuurlijk. Er stonden nu hele andere planten in bloei dan bij een vorig bezoek zo viel ons op. Het begon een heel klein pietsie te druppelen en we staken de plu er bij op: "werd hoog tijd!", vonden we beiden. Het is zo ontzettend droog overal. Op een bankje aten we nog wel een meegenomen stukje rozijnen-notenbrood dat ik maandag nog had gebakken en meegenomen.
Gevlekte scheerling?
En terug naar het hotel. Het regende inmiddels iets meer, maar het stelde heel weinig voor. We gingen wat lezen, maar ik kreeg daar al snel genoeg van en stelde voor om nog een klein stukje te gaan doen. Roos wilde wel, maar vond het toch te koud kon ik aan haar merken: "ga maar lekker lezen, het is te koud voor jou". En zo ging ik nogmaals op weg naar het station en besloot gewoon de eerste de beste trein te nemen en te kijken waar ik terecht zou komen. Nou, dat werd opnieuw Schin op Geul, maar nu nam ik de andere kant van het Geuldal en liep via Hotel Bemelmans (nooit van gehoord, aldus Toon Hermans) het mij zo bekende gebied in. Afgezien van de hondendrollen op het eerste stuk van het pad was het weer schitterend om hier te zijn. Ik kriste en kraste door het gebied en probeerde het zo uit te kienen dat ik rond etenstijd weer in het hotel zou zijn. Het was weer genieten; kwam nog een kersenboomgaard tegen met wat laaghangend en overhellend fruit, zodat ik ook culinair wat kon genieten. En kwam inderdaad precies om kwart voor zes weer in het hotel. In de tussentijd had Roos al per WhatsApp geïnformeerd of "alles goed" was met me. Ik had inderdaad in een stevige bui gelopen met niets anders dan de plu om me te beschermen. Was uitstekend!
En 's-Avonds weer gebridged achter glas, maar nu gewoon met de kaarten geschud en in de gebruikelijke houders geplaatst. We hebben 6 rondes gebridged en daarna geëvalueerd hoe dit allemaal al dan niet bevallen was. We hebben gemerkt dat zo'n paar dagen bridgen niet alleen het spelen betreft maar ook een stukje groeps-gezelligheid en dat ontbreekt vrijwel volledig bij de 1,5 meter maatregelen. Bij het eten zit je ver van elkaar vandaan en ook na afloop moet je elkaar mijden. Bij het ontbijt loop je om elkaar heen of je zweertjes hebt. 
Welnu, wij hebben over 3 weken opnieuw een bridge driedaagse met Dekker, maar daar zal het wel bij blijven. Het nieuwe normaal noodt bepaald niet uit om van horeca gebruik te maken, althans niet wat mij betreft; puur ongemakkelijk en afstotend helaas. Maar misschien verander ik van gedachten na een volgende ervaring.

03 juni 2020

Ontbijt bij de kikkers

Winnetou had zijn paard hier gestald.
Net als gisteravond bij het diner zaten we vanmorgen te ontbijten in de tuin bij de vijver met de kikkers; wat een feest om de dag zo te beginnen. Het hotel "de Schaepkens" zoals wij het noemen is een leuk verblijf. Wij gaan primair naar Valkenburg vanwege de heerlijke wandelomgeving en niet zo zeer vanwege het bridgen. Het is voor ons wandelaars zo'n prettige uitgangsplek omdat het niet alleen in een fraaie omgeving ligt maar ook omdat het een centrum is binnen het OV netwerk van Zuid Limburg; trein en bus komen hier tezamen. Wij gebruiken bij voorkeur de trein en zo besloten we om vandaag eens de andere kant op te gaan; beginnen in Houthem-St Gerlach.
Roos op de trap naar het uitzichtpunt
Aangekomen op het alleraardigste uit hout opgetrokken station, inmiddels omgebouwd tot een gastenverblijf voor toeristen, spraken we met degenen die daar op dat moment verbleven; leuke lui ui Veenhuizen die met hun kinderen iets aan het vieren waren. Even verderop stond Atatitle, het paard van Winnetou in de wei; Roos wist nog hoe dit slimme ros door Karl May tot leven was gewekt.
Op geleide van Komoot liepen we door het dorp, over de Geul en de helling op. Het viel ons op dat er ontzettend steile hellingen met enorme holten, gaten waren en ik vroeg mij af of dat gegraven of van nature zo was. Een alleraardigste meneer die ook aan de wandel was kon ons vertellen dat het hier groeves betrof en dat er even verderop een uitzichtpunt was. En inderdaad kwamen we bij een steile hoge trap en even verderop een uitzichtpunt zodat we een mergelgroeve konden aanschouwen.
Prachtig zicht op de mergelgroeve
We liepen kris kras door het gebied en verder langs de Geul naar Meersen; ik wilde op zoek gaan naar het kasteel aldaar waar in 1969 mijn dispuut PROIRA haar eerste (en enige?) lustrum vierde. Is niet gelukt; ik wist de naam ook niet meer helaas.
's-Avonds weer lekker bij de kikkertjes gedineerd en daarna weer achter (plexi)glas zitten bridgen. Het viel me niet mee en er ontstond niet alleen bij mij, maar voelbaar binnen de groep weerstand tegen deze manier van bridgen. Er kwam ook geen tempo in omdat sommigen de grootste moeite hadden met het selecteren van de juiste "hand" aan de hand van het briefje.
Om half elf had ik het weer helemaal gehad en besloot de bridgeleider om toch nog een ronde te doen spelen. Toen dat was afgelopen ben ik zonder de uitslag af te wachten naar boven gegaan; ik was het spuugzat en min of meer van plan om de volgende ochtend te vertrekken. Dit is geen plezier meer.
Maar de nacht was goed voor het gemoed en de rust keerde weer. 

02 juni 2020

Valkenburg in Coronatijd

Roos achter het plexiglas
Vanmorgen rustig aan gedaan en op weg naar Valkenburg gegaan. Eerst onze geplande reis ingevoerd voor de NS pilot voor het reserveren van treinreizen in het kader van de verwachte volle treinen zodra alles weer z'n normale gang gaat krijgen; de capaciteit van de treinen is tot 40% terug gegaan doordat de 1,5 meter afstand het "nieuwe normaal"moet gaan worden, althans zo lang Corona niet onder de duim is gekregen en daar ziet het kennelijk nog niet naar uit ondanks dat het "grote aan Corona sterven" nu wel achter de rug lijkt.
Door het bos naar het station en dan vanwege de pilot lekker eerste klas reizen naar Valkenburg. We gingen een paar dagen bridgen in het ons bekende hotel "Schaepkens van St Feith" met Dekker bridge. Na maanden van sluiting was dit weer de eerste bridge activiteit die plaats mocht vinden nu de hotels weer, zij het op de nieuwe voorwaarden open gesteld zijn.
Valkenburg was zo rustig als we nog niet eerder hebben meegemaakt; iedereen hield zich keurig aan de 1,5 meter; de terrasjes waren nauwelijks bezet en overal was bestreping aangebracht met looprichting. Bij de slager, waar we uiteraard ons broodje gingen bestellen, was ook alles afgeschermd zodat je nauwelijks kon lezen uit welke soorten paté en ander beleg je kon kiezen. Al met al vond ik het beklemmend. We liepen wat rond en gingen vervolgens naar het hotel. Dat ging vanouds en al snel zaten we op onze kamer, rugzakken afgedaan en vort met de geit, even een stuk wandelen in de naaste omgeving van Valkenburg. We gingen voor het eerst richting noorden. Op geleide van Komoot vonden we een rustig stukje van die verder wat rumoerige omgeving met veel verkeer. Zak je eenmaal in een dal, waar Limburg om bekend is natuurlijk, dan is het direct aangenaam stil; mooi stukkie NL hoor!
Weer terug in het hotel even douchen en kleden voor het diner. Dat was natuurlijk weer helemaal volgens de 1,5 meter regels, maar ditmaal geen bezwaar want we zaten heerlijk buiten in de tuin bij de vijver waaruit een koor van kikkers ons toezong. Afgezien van de groep bridgers waren er nauwelijks of geen andere gasten; alles moet op gang komen dat moge duidelijk zijn. Het is maar de vraag of het toerisme zich kan ontwikkelen in het keurslijf, om niet te zeggen de dwangbuis van de 1,5 meter richtlijnen. Ik denk van niet eerlijk gezegd.
Om 19.30 betraden we de bridgezaal en tot mijn schrik waren er grote doorzichtig plexiglas schermen geplaatst om elkaar niet te kunnen "besmetten". De bridgeleider deed zijn verhaal en vertelde hoe alles zou gaan lopen. Iedere speler had zijn eigen bidding box en eigen spel kaarten. Voor ieder spel moest individueel uit het eigen spel "de hand" uitgeselecteerd worden aan de hand van een door de bridgeleider uitgereikt briefje. En daarna spelen in die plastic opstelling. Het verliep redelijk maar wel heel erg langzaam zodat er uiteindelijk slechts 4 ronden gespeeld konden worden. Ik vond het binnen de mogelijkheden best gaan, maar dacht bij mezelf: "dit nooit meer".
De groep bridgers bestond uit enkele gewone klanten maar verder uit wedstrijdleiders van Dekker bridge, die moesten kijken hoe deze gang van zaken in de praktijk het best vorm zou kunnen krijgen. Binnen dit sterke veld eindigden wij tot onze tevredenheid ergens boven het midden.
Het betrof hier een eerste try out met het bridgen in de 1,5 meter opstelling; 

01 juni 2020

Pommes de terre Biltaises

Gebakken in dit bijzondere pannetje, van Joke
gekregen
Vorige week, bij het lezen van oude bloggies uit het jaar 2012 kwam ik een recept tegen van aardappeltjes, gebakken in ganzenvet, met knoflook en peterselie: Pommes de terre Sarladaise. Dat leek me wel wat! Had ik nog niet geprobeerd ondanks m'n destijds goede voornemens. Het is nu de tijd voor de nieuwe aardappels van zuid-Europese bodem, dus 1 kilo Malta's en 1 kilo van een Cypriotische variant. Bij dat marktbezoek had ik tevens 3 kilo kippenvleugeltjes ingeslagen om lekker te bakken. Dat had ik met 1 kilo gedaan, eerst gemarineerd in olijfolie met knoflook en citroensap en daarna gebakken in de olijfolie; daarbij komt dan vrij veel kippenvet los. Het resultaat heb ik af laten koelen en in laten treden.
Maar het mengsel van olijfolie en kippenvet heb ik gebruikt om wat resterende aardappels van het maal met andijvie met Roos te bakken samen met stukjes knoflook; was toch lekker! Lijkt in de verte op de aardappeltjes uit Sarlat, Dordogne, vandaar de naam, Biltaise.