30 november 2013

De landelijke dag van SOVON

Ab (rechts) en Jap, mijn twee boswachtervrienden
bij de landelijke dag van SOVON  in gesprek
Ab had me erop attent gemaakt dat SOVON, vogelonderzoek Nederland haar landelijke dag vandaag hield. Dat leek me wel wat dus vanmorgen vroeg naar Ede-Wageningen waar de dag plaats zou vinden in het congrescentrum de Reehorst, mij goed bekend van allerlei clubs die daar vergaderen. Het ligt mooi centraal in het land en heeft naast een grote congreszaal ook een flink aantal kleinere zalen.
Na een welkomstwoord van de directeur van SOVON sprak één der oprichters over het gedrag van de gierzwaluw in de periode van zonsondergang tot zonsopgang. Terwijl de vogels weinig kunnen zien vanwege de duisternis vertonen ze heel duidelijk zwermgedrag waarbij ze niet op elkaar botsen en naar het lijkt de beweging van de muggen volgen; bij zonsondergang omhoog en langzaam omlaag en bij zonsopgang langzaam omhoog en dan pijlsnel weer omlaag. Het karakteristieke gekrijs van de gierzwaluw zou hypothetisch het signaal vormen om enerzijds bij elkaar te blijven in de voedsel (lees muggen) rijke plekken boven het IJsselmeer waar dit verschijnsel d.m.v. radar detectie werd waargenomen. Leuk eerste verhaal.
Daarna ben ik naar Studio 2 gegaan waar onder voorzitterschap van Prof. Dr. Henk Siepel een meer ecologisch getint aantal verhalen werd gehouden. Daarvan trof een enkele mij bijzonder en wel degene die de lotgevallen van de tapuit beschreef, een vogel van open landschappen die heden een enorme teruggang ondergaat. Het onderzoek betrof de achtergrond van deze achteruitgang en de resultaten stemden mij niet vrolijk.
Het was niet vanwege het ontbreken van konijnen(holen) die voor het broedgedrag van de tapuit noodzakelijk werden geacht. Er was geen relatie met de aantallen konijnen in een aantal gebieden en het aldaar voorkomend aantal tapuiten. Predatie bleek evenmin een belangrijke factor te zijn. Wat eigenlijk het meest in het oog viel was toch wel het broedsucces; erg veel eieren kwamen gewoon niet uit. Daar is verder onderzoek naar gedaan waarbij twee resultaten werden getoond: een misvormde ei-inhoud, waaruit onderzoeker de conclusie trok dat het vrouwtje in onvoldoende conditie verkeerde, kortom ziek was. Maar wat ik werkelijk een vreselijke waarneming vond betrof het plaatje van een embryonaal vogeltje dat misvormd was; op het amnionvlies was sprake van een soort huidontwikkeling met zelfs veertjes; die horen daar helemaal niet; het leek wel een teratoom. De aanwezigheid van gif werd als oorzaak aangenomen en kon ook in de eieren worden aangetoond. Een relatie met het voorkomen van gif in de prooidieren van de tapuit is aannemelijk. En het betrof hier tapuiten in natuurgebieden; zelfs in die gebieden is dus een voor deze vogels bedreigende hoeveelheid gif in de biosfeer; dàt stemde mij niet vrolijk en niet alleen vanwege de vogels maar zeker ook vanwege onze eigen soort, de homo sapiens sapiens.
Na afloop stonden Ab en ik nog wat te praten en ook Jap, mijn ouwe maat, voorzitter van de sectie Thijsse sloot zich bij ons aan. Leuk om m'n twee boswachtervrienden bij elkaar te fotograferen en deze Blog daarmee op te luisteren.

29 november 2013

De gootsteen loopt door!

Zolang ik hier op de flat woon vond ik dat de afvoer van de gootsteen maar zeer matig doorliep. Je raakt eraan gewend, maar echt fijn was het niet. Ik probeerde van alles zoals door laten spoelen met heet water en afwasmiddel. Ook had ik er een professioneel loodgietersbedrijf bij geroepen; een advies van onze flatbeheerder nota bene. Er kwamen twee kerels en die constateerden dat het allemaal kwam door en te kleine diameter van de afvoerpijp en dat er geen sprake van verstopping was. Voorrijkosten en het schoot niks op.
Afgelopen zaterdag, ik schreef het al, was Hugo hier en die zou wel even afwassen. Dat is er niet van gekomen. Hij constateerde eveneens dat het met het doorlopen van de afvoer bijzonder matig gesteld was en draaide de zwanenhals los (toch wel handig dat hij zo sterk is geworden want dat was mij bij eerdere pogingen niet gelukt). Hij haalde een hele vracht rotzooi uit de afvoer van de gootsteen via de zwanenhals; maar het bleef knudde en we konden niet anders constateren dat de afvoerpijp behoorlijk verstopt was. Ook daar wist Hugo raad op.
Hij kent iemand via zijn werk bij de slager die werkzaam is in een loodgietersbedrijf, naar bleek van zijn vader: Nick. En Nick is gisteren geweest en heeft het fantastisch verholpen. Ik weet gewoon niet wat me overkomt. De dag was dus nog succesvoller dan ik gisteren al Blogte!
Ben de hele dag al in de keuken bezig met het voorbereiden van het maal voor morgen als Ab komt eten en tussendoor maak ik nog vissoep voor een andere keer. Het is een waar genoegen om iets af te spoelen; kolkend loopt het water weg. Hebt u nog een goede loodgieter nodig hier in Utrecht e.o. dat kan ik u de firma Spronk van harte aanbevelen! Die doen tenminste waar ze voor staan. Ik kreeg nog het advies om maandelijks even te spoelen met heet sodawater dan verwijder je alle vet, de veroorzaker van de meeste verstoppingen.

28 november 2013

Een succesvol dagje

Trotse bezitter van een grote Creusetpan voor wildschotels
Allemachtig wat ging het bridgen de afgelopen weken ontzettend slecht. In de donderdag club haalden we de laatste keer 41% en bij de open Biltse kampioenschappen eindigden we als vierde van onderen. Ik kreeg ook geen goede handen zoals dat heet en de inspiratie bij ons beiden was verdwenen; we maakten fouten die we niet konden verklaren; de lol was er een beetje af aan het gaan. Ook in de dinsdag club ging het zeer matig.
En deze week begon de kentering. Tot onze verrassing waren we ondanks het slechte resultaat van de laatste competitiemiddag gepromoveerd in de donderdagclub en afgelopen dinsdag hebben we het heel goed gedaan en eindigden we onze lijn als derde na de twee kampioensparen van onze club! En vanmiddag zelfs als tweede in de B-lijn. We kunnen het nog!
Waar ik me een beetje voor schaam is dat ik vanmiddag veel te vroeg bij de club was; ik dacht dat het om 12.30 zou beginnen, maar het was een half uur later zoals altijd?! Toen ben ik maar een beetje in de buurt gaan fietsen en kwam eigenlijk bij toeval bij Kooklust, het gezellige kookwinkeltje op de Hessenweg. En daar heb ik voor Hugo een broodmes met broodplank gekocht en voor mezelf een mooie grote Creusetpan; die wilde ik al zo lang hebben.
Na afloop van het bridgen hebben we de pan opgehaald! Mijn dag kon niet meer stuk.

27 november 2013

(N)ergens spijt van hebben

Bij het bezoek afgelopen zaterdag van m'n zonen en hun dames kwam het gesprek op "vijf dingen waar je spijt van hebt". Het ging om een "onderzoek" bij mensen die op hun sterfbed de vraag voorgeschoteld kregen welke dingen ze anders zouden doen als ze het opnieuw mochten doen. Ik zonk direct in gepeins weg; ik kon met de beste wil van de wereld niet één ding bedenken dat ik anders zou hebben willen doen. Niet dat deze vraag zo onverwacht mijn pad kruiste dat ik misschien gebeurtenissen over het hoofd zag, maar nee, ik heb me deze vraag zelf vaker voorgehouden.
De breuk in mijn carrière misschien, tot twee keer toe? In 1975 besloot ik om van een vaste aanstelling bij de Vrije Universiteit een onzeker bestaan in te duiken bij het CLB in Amsterdam; heb ik daar spijt van? Nee, absoluut niet. In 1977-1979 ging m'n leven finaal over de kop, zowel qua werk als qua relatie c.q. huwelijk. Uiteindelijk eindigde het ermee dat ik met Anneke verder ging en dat ik besloot om het aantrekkelijke contract voor verder wetenschappelijk onderzoek in de VS aan me voorbij te laten gaan. Opnieuw koos ik voor een sprong in het onzekere en ging ik bij het Huisartselab Utrecht aan de slag. Dat eindigde na enkele jaren nogal pijnlijk met ontslag vanwege een grote inkrimpings-operatie waaraan ik als leidinggevende had meegewerkt natuurlijk. De vakbond (mijn eigen vakbond nota bene) eiste dat naast het "massa ontslag" ook ik zou worden weggebonjourd. Had ik overigens alle begrip voor. Achteraf toch spijt? Nee, absoluut niet want de trein denderde gewoon gezellig verder.
Natuurlijk heb ik met die keuzes de mogelijkheid om hoogleraar te worden teniet gedaan en eigenlijk was dat wel een grote wens van me; spijt? ach, het knaagt een beetje, maar spijt is een veel te groot woord met name omdat de keuzes die ik maakte garant stonden voor een behoorlijk relaxed bestaan.
Alleen m'n laatste stap in het werkend bestaan, de overgang van non-profit naar profit; dat was een buitengewoon zwaar moment; ben er zwaar overspannen door geraakt en daardoor uiteindelijk jaren eerder in het niet-werkend bestaan terecht gekomen. Ook mijn tweede huwelijk liep in die tijd op z'n eindje; was wat veel allemaal bij elkaar. Spijt? Die maanden van overspanning waren afschuwelijk, maar veel eerder het niet-werkend bestaan in kunnen stappen heeft dat ruimschoots gecompenseerd en op mezelf wonen wenste ik al vanaf het moment dat ik me realiseerde dat het samen blijven geen voorwaarde is na een huwelijk zodra de kinderen volwassen zijn. En zo geschiedde.
Nu heb ik gelukkig een groot aantal goede vrienden en veel hobbies en een lieve LAT-relatie die het niet-werkzaam leven "dragelijk" maken.

Het enige dat ik anders zou doen indien ik het leven mocht overdoen zou roken en alcohol gebruik betreffen. In mijn adolescentenjaren heb ik gerookt en zoals in die tijd gebruikelijk was ook zeer stevig gedronken. Dat zou ik zeker niet meer doen, maar ook hier is spijt een te groot woord.

26 november 2013

Den Briel

Antieke vuurtoren en
vestingswerk met kanonnen
Hij eindigde 300 jaar voordat ik werd geboren: de tachtigjarige oorlog; bevrijdingsoorlog van de lage landen tegen Spanje de souverein van Nederland. Karel V, Philips II, in onze ogen ursurpators; de Spanjaarden zelf dachten daar natuurlijk heel anders over en beschouwden die Nederlanders als opstandelingen. Die oorlog c.q. opstand duurde van 1568 tot 1648 en werd besloten met de vrede van Münster. Merkwaardigerwijs waren die jaren voor die zelfde lage landen ook jaren van voorspoed. De 17e eeuw, de glorie eeuw van de Nederlanden was voor een deel tijdens die zelfde oorlog. Het twaalfjarig bestand betekende handel en voorspoed; er was zelfs handel met de vijand Spanje. Niets nieuws onder de zon.
In die oorlog speelden "de Oranjes" een belangrijke rol. Willem de Zwijger, de vader des vaderlands genoemd, was de aanvoerder. Zijn broers Frederik Hendrik en Maurits waren na hem ook legeraanvoerders. Het waren geen geregelde troepen zoals Machiavelli dat noodzakelijk acht voor het voeren van een oorlog, maar huurtroepen of halve bandieten zoals de Watergeuzen die den Briel op slinkse wijze bij toeval op de Spanjaarden veroverden. En in dat Den Briel waren Roos en ik vandaag om verder te gaan met het Deltapad dat loopt van Hoek van Holland naar Bergen op Zoom. 
Maasvlakte met kolencentrale
Met de bus opnieuw langs de enorme destillatie installaties van de Botlek; door de landerijen van Voorne met aan de overkant de rokende pijpen van allerlei fabrieken en dan de karakteristieke plompe toren van Brielle zoals Den Briel heden heet. Uitgestapt en verder waar ik gisteren was gebleven.
Eerst maar eens koffie met appeltaart zoals dat hoort en toen verder door het fraaie oude stadje. Een gedenkteken voor Jacob van Maerlant die hier koster was; fraaie gevels uit vervlogen tijden; verder richting van Oostvoorne langs de Brielse Maas. Was best een aardig pad maar de industrie domineert hier de omgeving wel heel sterk; het stinkt overal een beetje. Aan het eind van de wandeling was de tegenstelling tussen links en rechts van de wandeling wel heel groot. Rechts in de verte de Maasvlakte met een enorme kolencentrale en een forse herrie die overal doordrong; links prachtig duinlandschap met duindoorns en veel ander struikgewas. Werkelijk prachtig. In Oostvoorne hebben we bus 103 naar Spijkenisse genomen en verder weer terug naar Utrecht waar we een lekker harinkje hebben gegeten.

25 november 2013

Een bijzonder ecotype

Enorme zesbak-duwboot met naam Hercules
Vandaag heb ik weer een stuk van het Deltapad gelopen, van de pont bij Maassluis, via Rozenburg naar Brielle (10 km); eigenlijk niet eens een halve étappe. In Rozenburg kwam ik ruim veertig jaar geleden een paar keer; de zuster van Lien met haar gezin woonde daar. In die tijd stonk het daar geweldig; ik kreeg er gewoon een zere keel en last van m'n ogen; de stad Rozenburg is helemaal omringd met chemische industrie, maar daar merk je tegenwoordig v.w.b. de lucht weinig tot niets meer van, althans vandaag was de lucht aardig "fris". 
Het begon natuurlijk met de overtocht met de pont; verbazend hoe ontzettend breed de Nieuwe Waterweg eigenlijk is. Het is dan ook de belangrijke verbinding van zee met de Rijn. De Rotterdamse haven is de laatste honderd jaar steeds groter geworden evenals de schepen. De vaargeulen waren niet meer toereikend en rond 1850 is het plan van Ingenieur Caland uitgevoerd; de aanleg van de Nieuwe Waterweg met het Hartelkanaal en het Calandkanaal voor de binnenvaartschepen. Enorme zeeschepen zie je op de Nieuwe Waterweg. Voor de overslag van de steeds groter wordende zeeschepen is nu ook in zee de Maasvlakte opgespoten. Daar ben ik nooit geweest maar die zou ik ook wel eens willen aanschouwen. Volgens Huib kun je er met een OV-boot vanuit Hoek van Holland komen.
Maar eerst de wandeling; hij ging om Rozenburg heen door een onverwacht bosachtig strookje. maar voerde al snel de petroleumactiviteiten in. In de verte zag ik de Calandbrug met z'n hoge constructie waar de brug aan hangt; die hoge palen kon ik me nog herinneren van destijds toen ik me afvroeg waar die voor dienden; nou, dat weet ik nu dus. De route ging ook over deze brug en toen verder over een landtong waarna weer een vaargeul, het Hartelkanaal werd overgestoken. Onder de brug door zag ik zo'n gigantische zesbaksduwboot, geladen met kolen en erts. Het geweld van de schroeven stuwde het gevaarte voort; indrukwekkend, ongetwijfeld op weg naar Duitsland. En verder overal opslagplekken voor ruwe olie, miljoenen tonnen volgens het opschrift. Ondanks al dit technisch/industrieel gedoe zag ik nog wel vogels:  meeuwen, waterhoen een enkele reiger. Vervolgens langs het Brielse meer op weg naar Brielle; een stevige overgang naar agrarisch gebied waar ik kraaien, eenden, een smient een buizerd en zelfs twee reeën zag. De natuur past zich overal aan dat moge duidelijk zijn. De toren van Brielle luidde mij een welkom met haar carillon; dat vind ik altijd zo'n feestelijk geluid!
Aalscholver op het vestingwerk
In Brielle hield ik het voor gezien; het was een geringe afstand die ik had afgelegd maar het wordt vroeg donker en ik wil graag voor 16.00 uur bij de NS inchecken. Ik werd welkom geheten door een aalscholver die op het oude verdedigingswerk van het stadje zat uit te kijken. 
Het OV in Voorne is voortreffelijk: vier keer per uur bus 103 naar Spijkenisse en daar op de metro naar Schiedam CS. Het weer was vandaag uiterst wisselvallig; dat had ik voor het vertrek al op buienradar.nl gezien; kleine wolkenformaties die vanuit het noorden over het land kwamen. Zonnig met buien en fraaie regenbogen. Het was een heel korte, maar toch bijzonder afwisselende étappe.
M'n groompie neem ik tegenwoordig mee in de trein zodat ik wat kan schrijven; ik ben er nog niet in geslaagd om ook te internetten in de trein. Komt nog wel.



24 november 2013

De liedkunst

Zojuist heb ik een onwaarschijnlijk mooie uitvoering van "Die schöne Müllerin", gecomponeerd door Schubert, uitgevoerd door Ian Bostridge, tenor en Mitsuko Uchida aan de vleugel. Afgezien van het krankzinnige gehoest voordat ze beginnen is het een weergaloos mooie opname van een heel bijzonder concert. Roos maakte me attent op dit concert dat zij zelf in het concertgebouw had bijgewoond en dat nu op Youtube te beluisteren viel. Toen ik van haar de link kreeg heb ik direct geluisterd en ik zit nu nog met de tranen in m'n ogen.
Deze cyclus is mij inmiddels overbekend en desalniettemin blijft de intensiteit van zang en begeleiding mij telkens weer ontroeren.
Dat hebben we deze zondag ook weer mee mogen maken; in Leeuwarden was een concert van de Vrienden van het Lied. Op het programma stonden liederen van Robert Schumann ook zo'n groot lied componist uit de romantiek evenals Franz Schubert.
Het is leuk om zo door het land te reizen; wat te lezen mee voor onderweg en dan in een vrij onbekende stad naar een concert met "vrienden" onder elkaar. Er zijn maar heel weinig leden, afgezien van de landelijk bestuursleden die ook naar concerten in andere regio's gaan maar wij doen het toch wel meerdere keren per jaar zeker als, zoals vanmiddag, het programma erg aantrekkelijk is. Veel Schumann, maar ook Ravel en een lied van Mahler. Ongelooflijk hoeveel van deze liederen Roos en ik ook samen hebben gezongen. Ik hoorde zelfs een stuk van Ravel dat ik ooit één keer had begeleid; volstrekt vergeten.
Na afloop hebben we in het eetcafé "De lachende koe" een hapje gegeten; niet bijzonder maar wel heel gezellig. En we haalden precies de Intercity terug naar huis; een welbestede middag.

23 november 2013

Portemonnaie terug uit Madeira

Terug en uitstekend gerepareerd!
A few months ago we were on the Portuguese island Madeira, the flower isle as people say. Well, maybe in the past it smelled of flowers, but nowadays it's the automobile gasses that produce the prominent smell, at least at the coast villages. Nevertheless we liked our stay to a certain extent because of the kind and nice people and the good food that was served in the hotel restaurant (at a surprisingly low price). And the sun of course.
What we liked the most was the inner city of Funchal, the main city of the island; small shops, an attractive market with excellent products like the garlic we took home but also sun grown tomatoes oignons, and subtropical fruits. And very well tasting sweeties as you may expect from Portugal.
During the whole trip I was looking around for buying things for my two grandchildren; most probably a grandfatheral habit I presume. When we made a look around bustrip, we were in a little town, dominated by a certain factory where I bought a small mandje for Evi, which later on was confiscated by Gijs. Everywhere I saw nice things for my little granddaughter; Gijs always gets booklets; therefore my nickname is opa boekje.
The first time we went to the inner city of Funchal we came into a street with a leather shop where I bought a pair of "shoes" for Evi. And there Roos came up with the perfect idea asking the leather working owner of the shop if he was able and willing to make a new wallet for me. My old one is oldfashioned but I'm still font of it; I cann't miss it even now since it's falling apart. It's on my body for at least 30, maybe 40 years and falls completely apart in the meantime; coins fall out of it. But these oldfashioned things are not sold anymore alas.
Well, the owner of the shop agreed on doing so; it would take him at least 6 weeks before he had the leather which was necessary for constructing it. I left my old one up there, gave my adress. He told me to be able to repair the old one as well. And so we left and waited at home. Nothing happened. After 8 weeks I wanted to call him, but he hardly could speak spanish and no english at all. So what to do? But … since more than a year we know Marjorie, the brazilian girl-friend of my son Hugo and Brazilian language is originally from Portugal, so she called by telephone.
And what happens? Two weeks later I got an enveloppe from Madeira containing my old but brilliantly repaired wallet. Back in back pocket immediately.
Marjorie will call the owner again in order to thank him, asking if we can expect a new one as well (is not really necessary no more) and in what way and how much we have to pay him.
We did not like Madeira that much that we want to go there for a second time, but I'm so glad having my repaired wallet back that maybe we will just for the sake of thanking him. I'll see what happens. And many thanks for Marjorie as well.
Apologize for my bad english; I did my very best.

22 november 2013

Sole á la meunière

Prachtige foto van de sole à la meunière
Water loopt je in de mond
Eén van mijn (vele?!) culinaire favorieten betreft toch wel de sole à la meunière, zeetong, gebakken op de manier van de molenaarsvrouw. Eerlijk gezegd dacht ik dat die grote zeetongen niet meer gevangen werden door de overbevissing, maar hier en daar staan ze nog op het menu van restaurants. Ik had al eens gevraagd bij de Hanos en daar kon ik ze wel op bestelling krijgen.
Maar een paar weken geleden zag ik bij de visboer op de Kwinkelier, waar ik vaak gebakken mosseltjes eet (hij kan ontzettend goed frituren!) best forse zeetongen in de koelvitrine liggen. En toevallig sprak ik bij de bridgeclub met iemand die zijn tongen gewoon op de markt bij de visboer haalde en daar waren we vanmorgen. En inderdaad daar lagen forse zeetongen en ik heb er direct eentje aangeschaft. Kop en vellen mee voor de visbouillon.
Van Roos heb ik voor m'n verjaardag zo'n fraaie, ovalen vis-koekenpan gekregen. Toen ik hem kreeg dacht ik dat die wel wat erg groot was; met zo'n inductiefornuis heb je maar een vrij beperkt deel van de pan dat heet wordt en de bodem van deze ovalen pan is nogal omvangrijk. Verder had ik niet in de gaten dat je voor een tong echt zo'n grote koekenpan nodig hebt. Maar de pan is van zeer goede kwaliteit en de warmte verdeelt zich goed zo bleek bij het bakken. Nogmaals dank Roos!
Een recept vond ik in mijn favoriete kookboek van Pellaprat; even in melk met zout laten staan, af laten druipen, door de bloem halen en afkloppen en daarna in de geklaarde boter aan beide zijden 5 minuten bakken.
Wat zou ik daar nou bij willen eten? In een restaurant worden daar meestal frietjes en worteltjes bij geserveerd. Van Theo had ik worteltjes meegekregen en bij John had ik eigenheimers gekocht. Frietjes voor- en afgebakken.
Dat werd dus smullen, zeker zo lekker als in een restaurant en tussen ons gezegd en gezwegen, de zeetong was groter dan die ik vorig jaar geleden in Slenaken geserveerd kreeg maar zeker zo groot als die ik met m'n 65e verjaardag in de Biltsche hoek heb gegeten. Dus voortaan naar de markt op vrijdag en een tongetje scoren; gebakken in de boter van boer Dirk kan het niet culinairder.
Foto is afkomstig van de site van Zelfmaak recepten.

21 november 2013

Staatsmosbeheer

Het hek moest gerepareerd worden
Eigenlijk is de donderdagmiddag onze bridgemiddag, maar .......
Een paar maanden geleden had ik met Ab en de werkgroep Eilandspolder riet helpen ruimen op een paar perceeltjes. Het was toen warm; de dazen hadden me flink te grazen genomen, maar bovenal vond ik het een heel gezellig gebeuren en die Eilandspolder is toch wel een bijzondere plek. Allemaal veeneilandjes omgeven door puur Noord Hollandse prutsloten. Wanneer je er met de boot doorheen vaart en je ligt wat aan de diepe kant dan kom je nauwelijks vooruit omdat de schroef door een soort zwarte erwtensoep moet draaien en in het schroef"water" borrelen de moerasgassen omhoog.
Deze werkgroep oefent haar bezigheden uit op de derde (?) donderdag van de maand en dus vandaag en dat meldde Ab mij met de vraag of ik misschien zin had om mee te doen. Nou dat had ik wel, maar ik moest natuurlijk wel bridgen op de donderdagmiddag. Van Roos mocht ik een daggie vrij nemen en zo stond ik hedenmorgen om kwart voor vijf naast m'n bed; koppie thee, ontbijtje, koffie gezet en mee in de thermosfles, paar stukken van de bij nader inzien toch wel heel aardig gelukte taai taai mee en met de fiets naar het station. Ik haalde zelfs nog een treintje eerder (6.02 uur) en ook een Intercity eerder naar Amsterdam CS en was om 7.45 in Edam waar Ab me al stond op te wachten. Met de auto naar Noordschermer en naar de werkschuur van Staatsbosbeheer.
Eerst met het hele kluppie aan de koffie. Willem kwam binnen en had problemen met de naam waaronder Ab functioneert: Staatsbosbeheer, dat moest toch Staatsmosbeheer zijn tot grote hilariteit van allen en Ab in het bijzonder. Het gaat bij al dat riet maaien en afvoeren namelijk om het behoud en vooral ook de ontwikkeling van het veenmosrietland ecotype. Het draait daarbij vooral om het karakteristieke veenmos. Rob had speciaal een loepje meegenomen voor de determinatie van dit mos.
Bijna klaar; ik zat er behoorlijk doorheen
En toen hup met de boot naar het eilandje waar we ons rot zouden werken tot 14.00 uur. Een hek moest gerepareerd worden omdat de koeien van het belendend perceel het natuurterreintje hadden betreden; ongewenst want daarmee verdwijnt juist het veenmos. Het werd de mooiste dag van de week zo had ik al gezien op het weerbericht; wel koud, maar zonnig. Een paar woelmuizen werden opgeschrikt en eentje moest zelfs het loodje leggen onder het maaigeweld; een haas bleef zich verschuilen in het riet totdat hij wel moest omdat hij anders door de maaier geplet zou worden en rende tussen ons door om te ontsnappen.
Er lag veel riet; er was waarschijnlijk nooit gemaaid of misschien 20 jaar geleden aldus Ab; zwaar werk dus. Dat heb ik geweten; ik was zo ontzettend moe tegen het eind en m'n pols begon behoorlijk zeer te doen van het tillen; zo'n krachtpatser ben ik nou eenmaal niet helaas. Eenmaal weer terug in de werkschuur kon ik niet meer ophouden met gapen zo moe was ik.
Was pas weer tegen zessen thuis; er stond gelukkig nog wat van de cassoulet van gisteren; om 20.00 uur lag ik al in m'n mandje.

20 november 2013

Op les met de GPS

Mijn grote wens v.w.b. de GPS betrof toch wel het kunnen "downloaden" van "tracks" en die weer zichtbaar maken op het GPS apparaat tijdens de wandeling. Misschien niet echt nodig voor de wandelingen die ik meestal loop met de LAW boekjes zoals het Marskramerpad, het Deltapad e.a. Vooral voor de buitenlandse wandelingen die ik graag wil lopen zoals de GR5 met Hugo zou ik graag m.b.v. de GPS willen doen. Met het oude apparaat kreeg ik het absoluut niet voor elkaar. Maar toen bleek dat ook Huib daar de grootste moeite mee had besloot ik om een nieuwe aante schaffen, een wat modernere, de zelfde als die Huib gebruikt en daarmee verder te gaan. En alzo geschiedde; Huib stuurde me de track van de wandeling die we vandaag gingen lopen en die kon ik zonder problemen in de nieuwe GPS zichtbaar maken. Ik had tijdens onze wandeling in Luxemburg ook al gemerkt dat de nieuwe Garmin, want dat is toch wel het meest voor de hand liggende GPS apparaat een stuk makkelijker in de bediening is en bijvoorbeeld zelf al weet welke elektronische kaart gebruikt moet worden. Scheelt een hoop gepiel in de praktijk.
Helemaal tevreden!

19 november 2013

Taai taai maken

Mijn eerste poging om taai taai te maken was nog toen ik met Lien in de Jan Hanzenstraat in Amsterdam woonde; begin van de jaren zeventig. Je moest deeg maken en dat een paar dagen laten staan en daarna weer verder bewerken. Ik probeerde dat met een keukenmixertje en dat kreeg er gewoon helemaal geen grip op; het deeg was veel te hard. Ik vrees dat ik het deeg vervolgens heb weg gedonderd; werd niks in ieder geval. En dan nu de laatste jaren heb ik het weer ter hand genomen hier in m'n flatje. Eerste keren gewoon met de hand. Je moet beginnen met een mengsel van roggebloem en tarwebloem; dat moet je echt eerst zeven zo heb ik in de praktijk ondervonden (staat ook in het recept!). Het deeg moet je kneden, maar wanneer je die hete honing erbij doet verbrand je je handen; laat je het te veel afkoelen dan is er geen kneden meer aan. Remy vB had het ook geprobeerd en kwam met het lumineuze idee om het deeg in tweede instantie weer op te warmen. Dat alles bij elkaar nemende heb ik deze week weer een (vrijwel mislukte) poging gedaan.
Ik heb een goed recept uit het onvolprezen kookboek van Pellaprat. En al doende leert men.
Zo heb ik tot scha en schande nu wel goed door hoe ik het de volgende keer aan ga pakken want ook mijn laatste poging van afgelopen week is niet echt goed gelukt ondanks mijn Kenwood.
Allereerst begin je met 500 gram honing, 500 gram glucose en 100 ml water aan de kook te brengen. Boven de mengpan van de Kenwood doe je een zeef en daarin in delen 500 gram tarwebloem en 550 gram roggebloem. Dat schud je zodat je een fraai resultaat hebt. Daarin doe je het gekookte honingmengsel en je roert met de Kenwood (verbrand je je handen tenminste niet meer). Dat laat je vervolgens een paar dagen staan. Volgens andere receptuur voeg je het kruiden mengsel al toe aan de bloem en laat je de kruiden ook lekker intrekken gedurende die paar dagen. Ook heb ik wel eens vernomen dat in vroeger tijd het nieuwe taai taai deeg werd gemaakt zodra rond de Sinterklaas het oude deeg tot taai taai was verwerkt en verkocht?! Nou ja, op internet circuleren tal van recepten. Ik houd me maar zoveel mogelijk aan Pellaprat.
Na een paar dagen heb ik het deeg opgewarmd in de oven tot 60 graden; daarna kon de Kenwood er weer goed mee aan het werk. Toen de kruiden en het rijsmiddel toegevoegd en lekker stevig laten mengen en kneden.
Daarna kwam het bakproces. In het recept stond afbakken (zonder tijdsindicatie) bij 225 graden. Nou, dat was veel te hoog. Het resultaat was van binnen niet gaar en van buiten veel te donker. Ik heb enorm zitten klooien om toch een enigszins eetbaar (zij het erg donker tot zwart) resultaat te verkrijgen; hard van buiten maar wel gaar van binnen.
Vanmorgen was ik bij banketbakker van Ingen hier op de Hessenweg voor een stuk gevulde speculaas. Daar heb ik aan de bakker gevraagd bij welke temperatuur ik taai taai moest afbekken. Hij zei: "zet de oven op 200 graden, doe de taai taai stukken dicht tegen elkaar aan, want ze gaan in de hoogte, zet de temp direct op 160 graden, afbakken bij afnemende temperatuur; eventueel weer bijwarmen". En op een ingevette bakplaat of op bakpapier. Volgende keer beter.
Als kruiden mengsel maak ik 20 gram anijspoeder, 10 gram koriander poeder, 10 gram kardamom, 5 gram kruidnagelpoeder, 5 gram nootmuskaatpoeder, totaal ongeveer 40 gram aldus recept. En dan 25 gram bakpoeder.
Ik ga onversaagd verder. Mocht ik de nu wel erg donkere stukken toch hebben weggewerkt dan ga ik het opnieuw proberen!
Ende versaegt niet!

PS Na het wegsnijden van de al te donkere korsten smaakt het prima. Stimuleert voor de volgende poging. Ik heb de honing vast ingeslagen.

18 november 2013

In de voetstappen van Patrick Leigh Fermor

Hier begint het traject Hoek van Holland - Nice
van de GR 5
Zoon Hugo heeft zich voorgenomen om de GR 5 te gaan lopen, d.w.z. van Hoek van Holland naar Nice over de rood-wit gemarkeerde paden. Wat zou ik graag met hem meelopen, maar meer dan 1500 kilometer, daar zie ik toch wel tegenop. Neemt niet weg dat ik wel degelijk een aantal étappes met hem mee wil gaan doen; het stuk door de Vogezen bijvoorbeeld en wellicht door de Alpen. Maar wellicht ook delen wat dichterbij. Zo had ik me voorgenomen om een paar stukken in NL alvast te gaan verkennen. Daarom heb ik eerst maar eens een nieuw boekje aangeschaft met de étappes vanaf Hoek van Holland naar Bergen op Zoom: het Deltapad. En daarvan heb ik dan vandaag het eerste stuk gedaan.
Vanmorgen kwamen we maar moeilijk op gang; eerst rustig ontbijten en daarna nog aan de koffie. Uiteindelijk had ik pas de trein van 11.00 uur; die sloot echter prachtig aan op de Intercity naar Rotterdam en die weer op de stoptrein naar de Hoek. En zo was ik om 12.30 op weg. Eerst maar eens een foto gemaakt van de start: een paal met meerdere bordjes die de diverse paden die in de Hoek beginnen aangaven.
Hoek van Holland ken ik als een niet erg inspirerende uithoek van het Westland, overigens vallend onder de gemeente Rotterdam vanwege het grote belang van dit plaatsje voor de Rotterdamse haven natuurlijk. Maar het pad voerde heel verrassend direct door bosrijke dreven om Hoek zelf heen, over dijken langs de kassen, door het Staelduinse bos en vervolgens over winderige dijken langs Maasdijk door naar Maassluis. Pas daar kon je de Nieuwe Waterweg, die enorme slagader van de Duitse en de Rotterdamse economie zien liggen. Imposante schepen voeren voorbij; af en toe het sonore geluid van een scheepshoorn; als een enorme klaroen.
Op de heenweg had ik weer zitten lezen in de engelse e-pub, oftewel e-book van Patrick Leigh Fermor; ik realiseerde me dat ook hij was begonnen in Hoek van Holland met zijn wandeling naar Constantinopel. Het Engels gaat me steeds beter af en ik smul gewoon van de manier waarop hij over het Wenen van 1933/34 vertelt, want daar ben ik inmiddels aangeland met lezen. Merkwaardig genoeg heeft hij zich aldaar op de zelfde wijze van pecunia voorzien toen de vaderlijke toelage te laat kwam, als enkele jaren voor hem Adolf Hitler; hij maakte tekeningen en verkocht deze. Gekke parallel van geen enkel belang natuurlijk hoewel de adem van Hitler in het Wenen van 1934 al duidelijk te ruiken was om maar eens een beeldspraak te gebruiken; een scherpe akelige lucht overigens die de Oostenrijkse Nazi's stimuleerde.
Maar wat mij betreft is de kop eraf. De volgende étappe begint aan de overkant bij Maassluis, in Rozenburg. Daar is Fermor zeker niet geweest want hij ging direct door naar Rotterdam en van daaruit via Tiel naar Nijmegen. De man fascineert me merk ik.

17 november 2013

Naar de Lakenhal voor Utopia

Tekening van het Vondelparktheater
van de hand van Hendrik Wijdeveld
Peter C. maakte me attent op de tentoonstelling in de Lakenhal te Leiden onder de naam Utopia; daar ben ik vanmiddag dus maar eens naar toe gegaan terwijl Roos naar de Dodezeerollen in Assen ging kijken; handig die Dalvrij abonnementen.
Tussen 1900 en 1940 waren er twee stromingen in de kunst die toonaangevend waren, hoewel elkaars reciproke en die hier in deze tentoonstelling bijeen waren gebracht: het constructivisme en het expressionisme.
Het constructivisme had een optimistische kijk op mechanisering, ook van het mensbeeld en bracht dat vooral tot uitdrukking in de beeldende kunst; sprak mij niet erg aan hoewel ik Bauhaus wel erg fraai vind in haar uitingen, ook in de dramatische expressie (ballet met name, Oskar Schlemmer) die je hier in deze TT overigens niet te zien kreeg.
Het expressionisme wilde terug naar de essentie van de mens; greep daarbij terug op gedrag van de mens in zijn natuurlijke omgeving, c.q. natuurvolken. Je ziet dat terug in de schilderijen, maskers, foto's en het heeft zijn weerslag ook op de architectuur. Een expressionist bij uitstek was architect Hendrik Wijdeveld die een fantasierijk idee had om de Amsterdamse Leidsepleinbuurt inclusief het Vondelpark op de schop te nemen. Een enorm theater met een merkwaardig vagineuze ingang domineerde het plan. Daar zat ook wel een idee achter; de vorm kwam niet voort uit een perverse gedachte maar betrof wel het teruggaan naar de baarmoeder aldus de brochure bij de TT.
Die Wijdeveld die 102 jaar oud is geworden heeft een prominente rol gespeeld dat moge wel duidelijk zijn. Bij onze twee wandelingen door Amsterdam heeft Peter mij ook op werken van zijn hand gewezen. Al die architecturale input van Peter krijgt steeds meer perspectief en dat vind ik wel heel plezierig.
De boven getoonde foto is afkomstig uit een artikel uit 2006 over een tentoonstelling over het werk van Wijdeveld in het Nederlands Architetuur Instituut te Rotterdam.

16 november 2013

De grote schoonmaak

Met veel energie en kabaal bij elkaar geblazen ligt
het klaar om als vuilnis te worden afgevoerd?!
Je hoort er eigenlijk nooit meer over: de voorjaarsschoonmaak. Het kan dat ik het gemist heb; ben zelf ook niet erg schoonmakerig, maar anderen hoor ik er ook nooit over. In mijn jeugdjaren weet ik nog wel ging er iets electriserends uit van het vroege voorjaar; de rotzooi moest weg, rommel opruimen en een nieuw begin. Jean Auel beschrijft in haar boek "De mammoetjagers" schitterend hoe na een winter van binnen zitten zo'n onderkomen geweldig stonk en alles naar buiten werd geveegd en alles werd schoon gemaakt. Daar kwam die ouwe drive ook vast vandaan. Net als fikkie stoken rond oud en nieuw; in die tijd kregen wij jongetjes ook zo'n onbedwingbare neiging om een vuurtje te stoken; zie je eigenlijk ook niet meer.
In plaats van de voorjaarsschoonmaak hebben we tegenwoordig de grote bladopruimwoede gekregen. In de herfsttijd, bij het vallen van de eerste blaadjes worden de bladblazers opgepoetst en wordt ieder blaadje met veel kabaal verplaatst. Vandaag zag ik in Deventer zelfs al in een park dat de bladeren van het grasveld werden gezogen. Biologisch gesproken erg onverstandig want die bladeren verdwijnen vanzelf en vormen de noodzakelijke organische bemesting voor de grond.
In de Hoflaan verwijderden ook al veel lieden de bladeren uit hun tuinen. Ik had daar altijd veel moeite mee omdat het mij het gevoel gaf dat de producten van de natuur als afval werden beschouwd. Daarom haalde ik ook heel veel van die bladeren van anderen binnen in mijn eigen tuin waar ik ze op de composthoop wierp of gewoon over het gazon verspreidde; gaf me een goed gevoel. Natuurlijk liet ik het blad van onze eigen bomen altijd liggen.
Er is zo'n enorm gebrek aan kennis omtrent de natuur; realiseert nou niemand van die bladblazende types zich dat de natuur al miljoenen jaren van cycli kent met elk jaar bladval en dat die bladeren worden opgenomen door het bodemleven en dat dat van cruciaal belang is voor de grond? Dat je bladeren verwijdert van de autoweg en van de fietspaden en niet te vergeten van de trainrails (har har), logisch! Maar laat ze in je tuin en in de parken alsjeblieft liggen zou ik als boodschap kwijt willen.

15 november 2013

Een spitse opmerking

Mount Mierenest
Een spitse opmerking bedenk je meestal wanneer het moment niet meer daar is. Echt spits is een opmerking pas wanneer hij direct volgt op de aanleiding zonder enige aarzeling. En mijn vriend Dick was daar vroeger goed in. Zijn beste vind ik nog altijd toen we ergens aan het wandelen waren en we een knoert van een bosmierennest zagen; zo'n koepelnest van een kleine twee meter hoog. Direct zei Dick: "Mount mierenest" naar analogie van Mount Everest natuurlijk. En die hebben we er altijd in gehouden. Zo ook bij onze laatste wandeling door Luxemburg toen we op een helling weer zo'n enorm groot koepelnest tegen kwamen.

14 november 2013

Lijn 13

Het beeldje bij mijn oude lagere school
Mijn goede vriend Peter C. en ik hebben tot ons genoegen een gezamenlijke hobby ontdekt; een architetuur-stadswandeling. Peters' interesse c.q. vakgebied en mijn grote liefhebberij van het wandelen gecombineerd. Zo hadden we al eens Amsterdam Zuid verkend en dan nu Amsterdam West, de plek waar wij onze jeugdjaren hebben gesleten.
Lijn 13 is een begrip voor Amsterdammers; het is een decennia oude tramlijn die loopt vanaf Amsterdam Centraal Station naar West. In mijn leven is het eindpunt steeds verder verlegd van het Bos en Lommerplein, naar de Sloterplas en dan nu naar het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld. Ooit zal hij wel worden doorgetrokken naar Halfweg Zwanenburg wanneer dat wordt geannexeerd door Amsterdam.
Peter pikte me op bij station Halfweg-Zwanenburg, een gloednieuw stationnetje aan het lijntje van Sloterdijk naar Haarlem en van daaruit met de auto naar het Lambertus Zijlplein; volgens de beschrijving het lelijkste plein van Amsterdam. Wij vonden eigenlijk dat het wel meeviel met die lelijkheid; een flat van Dudok sierde het plein en in het midden stond een viswinkel. Natuurlijk stelde ik voor om een vissie te scoren. In sappig Amsterdams werden we door de visboer te woord gestaan. Ouwehoer die ik ben kon ik het natuurlijk niet laten om mijn genoegen over het sappige Amsterdams uit te spreken en te vertellen dat we beiden ruim 40 jaar geleden in deze buurt hadden gewoond. "Nou dat moet je wel met een loep zoeken", zei de visboer en ik keek hem niet begrijpend aan. "Je scherpte ben je dus al kwijt", ging hij verder en nu pas drong het tot mij door dat hij bedoelde dat er nog maar verrekte weinig Amsterdams in deze buurt hoort; het merendeel van de bevolking alhier is van buitenlandse afkomst. Dat zou overigens de hele wandeling door West kenmerken. Via het Lambertus Zijl plein liepen we naar de Bernard Loderstraat; onderweg herkende ik de kerk van mijn voormalige schoonouders; die was omgebouwd tot iets onduidelijks. Verderop hun oude woonstraat en toen het politiebureau waar ik nog wel eens een zoek geraakte autoped had opgehaald. Via een ommetje langs m'n oude school, de burgemeester de Vlugt school waar we aan de praat kwamen met een leerkracht van die school. Langs de Slotermeerlaan waar vroeger de dierenzaak zat waar ik m'n overtollige vogeltjes verkocht voor een gulden per stuk; de drogist waar ik de chemicaliën kocht voor m'n proefjes op zolder. Op de Vlugtlaan nog 1 winkel van vroeger: Zomerlust, een lunchroom. Achter langs de woonwijken; Peter vertelde honderduit over de architecten waarvan hij zelfs nog les had gekregen bij zijn opleiding; het pand waar hij kantoor had gehouden; de plek waar mijn oude tandarts Croese praktijk had gehouden en zo ging het maar door: routa nostalgica. Daar lagen wat herinneringen van ons beiden.
Het pand waar vroeger restaurant Chez Ferro
was gevestigd.
De Clerqstraat, de Slatuinen die voor mij altijd iets raadselachtigs hadden gehad door hun aparte, lage ligging die door Peter verklaard kon worden; hij kan zo'n stadslandschap lezen zoals vriend Ab een natuurlijk landschap kan lezen.
De Marnixstraat met vlak om de hoek de beroemde fromagerie "Abrahem Kef", waar Bart S. franse kaas kocht in de tijd dat je die nog nergens anders kon krijgen; wat vond ik dat vies in die tijd?! Moet ik wel een keer heen met Roos. De Rozengracht met de oude locatie van restaurant Chez Ferro; Peter vertelde dat de Rozengracht eindigde bij de Westerkerk; later is de gracht gedempt en de straat doorgetrokken via de Raadhuisstraat naar de Dam.
Peter is eigenlijk niet zo'n wandelaar en had grote bewondering voor z'n eigen uithoudingsvermogen; hij was er zelf verbaasd over; bij het Lambertus Zijl plein kwam hij maar moeilijk op gang maar eenmaal op gang moest ik er behoorlijk de sokken in zetten om hem bij te houden; hij heeft ook zulke lange benen; ging dus prima. De doorbraak van de zeventiende eeuwse wijk eind van de negentiende eeuw, resulterend in de Raadhuisstraat; raadsel opgelost waarom die zo buiten het stratenraster valt. Door naar CS langs het geboortehuis van Peters' vader. Bij het filmmuseum nog een kopje koffie ten afscheid en onze wegen splitsten zich. Fijne dag geweest.

13 november 2013

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Tijdens het interview
Mijn aangetrouwde neef Paul S. was enkele maanden geleden bij mij op bezoek; hij moest voor een bepaald project bij het RIVM zijn en combineerde dat met een onverwacht bezoek aan mij; gezellig. We kwamen natuurlijk zo te spreken over dat project en het bleek dat hij het interview/video traject op zich had genomen omtrent het bevolkingsonderzoek darmkanker dat in 2014 opgestart gaat worden.
In mijn wetenschappelijke carrière heb ik menigmaal van doen gehad met bevolkingsonderzoek en ik weet best wat over de implicaties daarvan voor de bevolking als geheel maar ook voor de individuele burger. Ik vertelde Paul zo terloops dat ik daar niet aan deel zou nemen ook al behoorde ik tot de doelgroep (mensen van 55-75 jaar). Nu bleek dat het RIVM en daarmee dus ook Paul juist op zoek waren naar lieden die gemotiveerd niet deel zouden nemen aan dat onderzoek en al snel kwam de vraag op tafel of ik bereid zou zijn tot zo'n interview. Nou, daar had ik helemaal geen trek in; wie weet wat je allemaal over je heen gaat krijgen. Het is mijn individuele beslissing en wat een ander doet moet diegene zelf beslissen. Paul wist mij ondanks mijn tegenwerpingen te overreden en het resultaat is inmiddels te zien op de RIVM site over dit bevolkingsonderzoek.
Nu ben ik de laatste die zal ontkennen dat darmkanker geen probleem is geworden in onze maatschappij. Ik had al meerdere jaren het gevoel dat deze kwaadaardige aandoening meer en meer voorkwam; ik hoorde steeds vaker in mijn omgeving dat mensen waren geopereerd, dat er mensen met stoma's waren. Toen ik aan de dochter van Peter C. vroeg of mijn vermoeden op feiten berustte bevestigde zij mijn vermoeden ten stelligste. Zij is Maag-Lever-Darm specialiste in opleiding dus zij zit dicht bij het vuur. Het is dus daadwerkelijk een stevig probleem geworden in de gezondheidszorg en voor de individuele burger.
Maar is vroegdiagnostiek, want dat is dit bevolkingsonderzoek natuurlijk, dan wel de enig juiste benadering is mijn gedachte; moeten we niet wat meer aan de oorzaken doen; kennen we deze oorzaken niet? Is het niet net als met roken dat het in belangrijke mate een gedragsaandoening is? Eet men wel verstandig? Is het eetpatroon niet ontzettend veranderd de laatste decennia; kijk maar eens in de supermarkt?!
Vanmiddag heb ik eieren gekocht bij de Plusmarkt, een supermarkt vlakbij verschillende scholen. Daar zie je dan bij binnenkomst een hele stapel rugzakken liggen van de leerlingen die snoepzooi kopen. Bij de kassa een drukte van belang met al die pubers; en buiten stonden ze allemaal uit zo'n zak te vreten; kleurstoffen, smaakstoffen, conserveringsmiddelen noem maar op. Ik neem wel eens zo'n leeg frisdrankflesje mee uit de trein om na omspoelen te gebruiken als waterfles bij het wandelen; zelf koop ik die troep natuurlijk niet. Voordat je die gore synthetische lucht eruit hebt staat zo'n fles een week met water en dan ruik je het nog een beetje. Ik heb zo'n akelig vermoeden dat al deze chemische rotzooi een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van deze aandoening. Natuurlijk niet aanwijsbaar eentje, maar de veelvuldige blootstelling aan chemische mengsels (vergeet ook de medicijnen niet!) waarvan we absoluut geen idee hebben wat die voor uitwerking hebben, daar zit 'm de kneep vrees ik.
Gewoon ouderwets eten en niet van de voedingsindustrie is mijn remedie en daarom doe ik niet mee aan het bevolkingsonderzoek. Dat zou ik graag iedereen willen adviseren net als niet roken. Maar Jan Terlouw zei het al; wij mensen zijn niet ingesteld om 30 jaar vooruit te kijken. Het zij zo en zo modderen we maar voort als mensheid. Sic transit gloria mundi.

12 november 2013

Bernard de Clairvaux en niet Clervaux.

Wie kent nu niet Bernard van Clervaux? Vriend Peter C. vroeg mij nog om hem de groeten te doen. Roos wist te vertellen dat de tweespitsige kerk oorspronkelijk van Bernard was geweest. Ik had de prachtige abdij, die hoog boven het dal uittorent wanneer je de jujubes wandeling richting Kautenbach wandelt altijd voor de abdij van Bernard versleten. Maar niets van dit alles; een desillusie.
We vroegen bij het afscheid van hotel St Hubert aan de zoon des huizes of de kerk door Bernard de Clervaux was gesticht. Hij keek ons niet begrijpend aan; had nog nooit van Bernard de Clervaux gehoord en vertelde ons dat de tweespitsige kerk begin 20e eeuw was verrezen. Misschien de abdij dan? Nee, kennelijk ook niet. Ik opperde al dat er misschien een ander Clervaux was in Frankrijk en dat bleek inderdaad het geval; als altijd bood Internet het antwoord. Het ging om het door Bernard de Clairvaux zelf gestichte klooster met de naam Clairvaux; je schrijft het ook anders! maar het klinkt het zelfde; logisch toch (har har).

11 november 2013

Weer eens naar Luxemburg

De uitstekende bewegwijzering
Dat was heel wat jaartjes geleden dat we voor het laatst in Luxemburg waren; vliegen naar warmer oorden genoot de voorkeur. Het weerzien was echter heel plezierig. De schoonheid van het landschap in herfsttooi; de bijzonder goed gemarkeerde wandelpaden.
Afgelopen vrijdag was het weer zo ver. Met de trein naar Troisvierges, de eerste halte van de Intercity van Luik naar stad Luxemburg in het kabouterlandje Luxemburg. We waren al om 6.12 uur van Bilthoven vertrokken; in Luik eerst naar ons slagertje; die winkel bleek te zijn opgedoekt, maar verderop was een slagerswinkel met een zeker zo goed, misschien wel beter assortiment; ze hadden zelfs pluma van het Iberisch varken, dus daar hoeven we niet meer voor naar Aracena. Natuurlijk hebben we paté en jambon ingeslagen en verderop een baguette voor de lunch in de trein. We hadden nog tijd zat en in een gezellig Luiks café hebben we nog koffie gedronken. Toen door naar, als genoemd Troisvierges. We hadden op regen gerekend en dat viel in aanvang nogal mee. Pas even voor de wereldplaats Maulesmühle begon het te drizzelen. We liepen daar helaas verkeerd, ondanks de uitstekende bewegwijzering (stom van me, want ik kende die route vroeger goed) en kwamen drijfnat aan in het hotel St Hubert in Clervaux. (We konden de natte kleren afgeven; ze werden in de kelder te drogen gehangen en hingen de volgende morgen keurig weer droog voor de deur van de kamer).
Biertje gedronken en de kaart bekeken; dat zag er niet slecht uit; bisque d'homard, zeeduivel, steack au poivre, crême brulée, een goed glas wijn; ik rolde van tafel en had er natuurlijk weer eens spijt van dat ik te veel had gegeten.
Hotel St Hubert met haar uitstekende keuken
Volgende dag was het verbazend genoeg helemaal droog en hebben we heen en weer naar Drauffelt gewandeld, opnieuw over de jujubes (markering) wandeling; vaak gedaan in het verleden; ik herinnerde mij nog dat ik op een bepaalde helling hoogtevrees had; flauwekul!
De zondag zijn we naar de markt in Munshausen geweest; een oude traditie, de Hubertusmarkt die al vanaf de middeleeuwen wordt gehouden. Mooie aanloop vanuit het hotel naar het dorpje en een aandoenlijke markt. Ongelooflijk hoe weinig mensen als je dat vergelijkt met een vergelijkbare markt in NL. Er wonen zo weinig mensen in Luxemburg. Je merkt dat overal; geen mens op straat, alleen maar auto's; een doodsaai land met een ontzettend mooi (wandel)landschap. Komen we ongetwijfeld weer naar terug, maar dan bij voorkeur met droog weer.

Correctie: Mijn goede vriend Peter C. maakte mij er dringend op opmerkzaam dat wij nog niet zo lang geleden zelfs hebben gelogeerd in Luxemburg en Kautenbach bezochten tijdens onze reis in het kader van WO I.

10 november 2013

November slachtmaand

Het lijkt wel een plaatje uit een kerststal.
Hier wordt echter een varken geslacht op de
klassieke manier, in Andalucia.
Vorig jaar kreeg ik van mijn Drentse kameraad Luuk een leuk artikel, dat hij van "Sleenweb" had gecopieerd over hoe een klassieke huisslacht eraan toeging in Drenthe. Bij ons laatste bezoek aan Spanje hadden Roos en ik wat beeldjes gezien (zie foto) van hoe zo'n varkensslacht er in Spanje aan toeging in het verleden en daar heeft het verhaal van Luuk veel van weg.
Citaat:
Waarom juist in november? De temperatuur moest dusdanig zijn dat er in de huizen goed gestookt werd. Het moest er goed droog zijn zodat spek, hammen en worsten regelmatig konden drogen.( in de wiemel). Een dag voor het varken geslacht werd, werd begonnen met het schoonmaken van de kookpot, vaten, Keulse potten en weckflessen.
Voordat de slachter kwam moest de slachtbank gereed staan. Vaak bestond deze uit een paar strobalen met daarop een ladder.
Als het varken op de ladder lag, werd het direct met een scherp mes in de hals gestoken, terwijl iemand anders het bloed in een emmer opving (het beest bloedde dus dood). Omstreeks 1950 moesten de varkens eerst geschoten worden. Dit gebeurde d.m.v. een schietmasker waardoor het beest werd bedwelmd. Daarna volgde direct verbloeding door halssnede of borststeek. Vervolgens werd het dier ontdaan van zijn borstels (haren) d.m.v. speciale krabbers en kokend water.
Eenmaal schoon werd het varken, met de achterpoten aan een kromstok, opgehangen aan een ladder en tegen een muur geplaatst waarna het opengesneden werd en van het inwendige werd ontdaan. 
Hart, lever, tong en uitgesneden botten waaraan nog vlees zat gingen in de kookpot. Na een paar uur gekookt te hebben was het klaar om er de volgende dag leverworsten van te maken.
Het varken werd met een wit laken afgedekt, om het die dag met rust te laten.
Ondertussen werd het bloed aangelengd met roggemeel, zout en kruiden en in sterke linnen zakken geschept, eventueel aangevuld met repen spek. Dichtgeknoopt gingen de zakken ook in de kookpot. De bloedworsten moesten twee tot drie uur koken.
's Avonds kwamen de buren op "slachtvisite" om het varken te beoordelen. De volgende dag kwam de slachter weer om het varken "af te houwen" in stukken snijden en in porties verdelen. Voordat dit kon gebeuren moest wel eerst de keurmeester langs geweest zijn om het geslachte varken te keuren. Na goedkeuring werden er stempels op het vlees gezet.
Het vet en reuzel gingen apart. De zijden spek werden flink gezouten en gingen in een grote tobbe of Keulse pot, daarna volgden de hammen, inmiddels ontdaan van de poten. Het fijne vlees, stukjes spek en orgaanvlees gingen door de gehaktmolen om er worsten van te maken. De worsten werden gedraaid in schoongemaakte en uitgekookte darmen. Het vlees van de kop werd gekookt waarna er hoofdkaas van werd gemaakt. Als het vet werd gesmolten, waren de eerste kanen voor op een snee roggebrood en de rest kwam in potten "kaonensmeer".
De volgende dag was men druk met het bakken, braden en wecken. De metworsten kwamen direct aan de zolder te hangen, het spek en de hammen na 14 dagen, als het zout goed was ingetrokken.
Ook werden er pakketjes gemaakt van een metworst, een leverworst en een paar stukjes vlees. Deze waren voor de buren en eventueel voor familie. Metworsten, leverworsten, bloedworsten, vet in kleine Keulse potten, braad- en soepvlees in weckflessen en de rest in de wiemel.
Er bleef dus weinig over van het varken wat niet genuttigd of gebruikt werd, want zelfs de blaas werd nadat deze was schoongemaakt en opgepompt door de kinderen gebruikt als voetbal.



09 november 2013

Bilthoven koopt elkaars overbodige spullen

Opgesteld voor de verkoop
Ieder jaar weer zo eind oktober zamelt de WVT, een buurtvereniging hier in De Bilt spullen in die vervolgens bij een drie avonden durende happening worden verkocht. En echt niet alleen rommel hoor; je kunt er ook heel leuke dingen kopen. Dit jaar wilde ik er beslist weer eens heen en we hadden de data ook in de agenda's geschreven.
Een kabaal van jewelste want de lootjes voor een loterij moesten op luidruchtige wijze mbv een microfoon aan de man gebracht worden; gek word ik daarvan. Volhouden dus. Ik wilde per se soepkoppen kopen; mijn oude waren niet gebroken maar op raadselachtige wijze zo langzamerhand uit m'n huishoudinkje verdwenen?! Maar daar zag ik ook twee zo te zien oeroude cassettes met daarin prachtige messen: things of beauty, maar kennelijk geen joy for ever. Ik heb ze bekeken en schat dat ze nog van voor de oorlog zijn en ze zijn letterlijk nog nooit gebruikt.
Prachtige, misschien wel vooroorlogse messen van
Engelse makelij. Sheffield design nr 723262
Roos suggereerde al dat die uit een erfenis zijn en dat de erfgenamen ze hebben weggedaan. Kunnen vast niet in de vaatwasser har har. Eigenlijk vind ik ze zo mooi en ze zijn nog origineel ingepakt dat ik het haast een zonde vind om ze te gaan gebruiken. Maar ik ga het toch doen!
En verder stapels met zo te zien nauwelijks gebruikte kinderboeken. Daar heb ik ook flink van ingeslagen. Ik moet mijn "erenaam" Opa Boekje natuurlijk wel gestand doen nietwaar.

08 november 2013

Jan Terlouws' boosheid

Op weg naar Luxemburg las ik een exemplaar van de Elsevier zoals ik die altijd van mijn buurvrouw krijg. Oude tijdschriften; de hier genoemde dateerde van december 2012 maar deed aan actualiteitswaarde niets af. De boodschap van Terlouw was zo indringend dat ik het interview met hem twee maal achtereen heb gelezen.
Een carrière die enigszins geleek op die van Frits Bolkestein: eerst in de Bèta wetenschap (hij was kernfysicus en werkte aan kernfusie) en daarna de politiek in (D66), tevens was hij schrijver, in zijn geval van kinderboeken terwijl Bolkestein vooral over de politiek schreef. Een drietal van Terlouws' boeken zijn zelfs verfilmd aldus het interview.
Een jongen van het platteland die meer getroffen wordt door de schoonheid van de natuur dan van de cultuur; een rustige man die aangaf dat hij boos was, iets wat hem vrijwel nooit overkwam kennelijk, want hij was er zelf min of meer verbaasd over.
Een onderdeel van zijn boosheid betreft de houding van de wetenschappers aangaande het overduidelijk uitwonen van de aarde (de uitdrukking "uitwonen" is overigens van mijn hand). Het deed mij denken aan de boodschap die wetenschappers de wereld inzonden na de ontdekking van de kernenergie; de mogelijkheid van kernbommen en de onwaarschijnlijke vernietigingskracht daarvan deed de wetenschappers collectief in de pen klimmen met een waarschuwing om deze doos van Pandora gesloten te houden. De politiek heeft zich daar weinig aan gelegen laten liggen maar tot heden is een grootschalige nucleaire oorlog gelukkig wel uitgebleven. Anders zit het natuurlijk met de omgang met "Moeder Aarde". Sinds het begin van de industriële revolutie zijn we langzaam maar zeker de aarde zodanig aan het exploiteren dat het systeem het niet meer kan dragen. Wanneer je over straat loopt dan kan je zelfs in het lommerrijke Bilthoven de stank van het verkeer niet meer ontgaan; kijk eens naar de vuiligheid die in China de atmosfeer verpest; en we vinden het volstrekt normaal: "tja, dat hoort er bij!". De vruchtbare gronden worden tot de uiterste productiviteit gedwongen door toepassing van kunstmest en zogenaamde gewasbeschermers; bovengrondse en ondergrondse ecosystemen staan op instorten. Daar doelt Jan natuurlijk op wanneer hij zegt dat oogsten mislukken door wangebruik. Mijn interesse in landbouw en biologie hebben mij tot exact deze conclusie gebracht.
Aan de andere kant constateert Jan Terlouw ook dat de mens net als andere (dier)soorten genetisch of anderszins niet is ingericht om 30 jaar, laat staan langer, vooruit te kijken en beslissingen daarop te baseren. Misschien maar goed ook, maar Jan wordt er terecht boos om en ik, met mijn wat meer flegmatiek karakter schrijf mijn dagelijkse Bloggies, maar ben er niet minder verontrust over.

07 november 2013

Coquilles St Jacques à la Parisienne

Gloeiend heet komen ze uit de oven
Vooral Lien was er dol op; soms nam ze twee porties en at dan de tweede als hoofdgerecht. Eigenlijk is zo'n gevulde schelp met gegratineerde kaas een voorgerecht. In de zeventiger jaren gingen we altijd met vakanties naar Frankrijk en dat niet in de laatste plaats vanwege het heerlijke eten; fantastisch vond ik het allemaal en niet alleen in de Dordogne. In de Cantal en in Normandië hebben we ook vaak zo verschrikkelijk lekker gegeten en aan de kust van de méditerranée.
Lang heb ik gezocht naar een recept voor die coquilles. Uiteindelijk vond ik het in een boek dat in de DIKKEVANDAM werd aanbevolen als het boek met het beste recept voor het zelf maken van Paté. Dat moet ik nog steeds een keer doen, maar de coquilles maak ik af en toe. In mijn vriezer staan al een paar maanden de coquilles te zeuren dat ze er een keer uit willen en daar heb ik vandaag aan toegegeven. Had nog wat heerlijke champignons staan en die moesten op.
Recept voor 1 persoon. Ik kon Roos niet bereiken anders had ik het gedeeld hoor.
Een stuk of 6-8 coquilles ontdooid en in stukken gesneden. 150 gram champignons eveneens in stukken gesneden. Gekookt in een mengsel van een stevig glas witte wijn (ik heb zelf gemaakte mede gebruikt; leuke smaaktoevoeging, maar moet eigenlijk met een droge bordeaux) en kippenbouillon die ik had getrokken van maagjes. Koken tot de stukjes coquille en champignons zijn geslonken. Door de zeef halen. Vocht inkoken tot de helft.
In een ander pannetje een klont boter smelten en zachtjes laten pruttelen, bloem toevoegen, roeren en met wat melk en het ingekookte vocht tot een dikke béchamel draaien. In een schaaltje twee eidooiers mengen met een flinke scheut room. De béchamel lepelsgewijs toevoegen aan het room/ei mengsel (niet te snel want dan stolt het ei!) goed mengen tussendoor. Uiteindelijk alles goed mengen en heel zachtjes op het vuur laten koken; vind je het te dik dan nog wat room toevoegen. Natuurlijk steeds goed roeren. Dan het coquille/champignon mengsel erdoorheen en weer goed roeren. Afproeven met zout, citroensap, Worchestersaus (doe ik, is niet Frans natuurlijk). Vervolgens vul je twee van die fraaie glazen nagebootste coquille schalen (of echte als je die hebt) met het mengsel, bestrooien met kaas en dan een kwartier in de oven bij 190 graden. Nog even goed nagrillen voor de korst op de kaas (niet laten verbranden natuurlijk).
Je handen niet verbranden en ook je tong niet en smullen maar.
Ik kon er geen twee op; respect voor Lien die dat vroeger regelmatig presteerde. Maar 'savonds heb ik het restant soldaat gemaakt.