31 december 2011

Rituelen rond oudejaar

Vuurwerk, met kabaal wordt het midwinterfeest  beëindigd 


31 december, de dag waarin we met hels kabaal het afscheid van het oude jaar nemen; het kabaal waarmee in vroeger tijden het einde van het midwinterfeest werd omkleed, het joelfeest. De inzet van een nieuw begin; terugkeer van het licht, de zon.
Die gevoelens gingen ook door me heen terwijl ik de oliebollen stond te bakken; een ritueel waarvan ik de herkomst niet ken maar dat wellicht ook nog een overblijfsel is van oeroude tijden. Wat betekent het einde van het jaar nou persoonlijk voor mij? In mijn prille kinderjaren togen we naar Zaandam, waar mijn grootouders woonden. Opa was immers jarig op 31 december. Maar niet zo gek veel later werd de oudejaarsavond in het ouderlijk gezin gevierd; spannend! En eigenlijk gebeurt er natuurlijk helemaal niets; het zelfde als iedere nacht. Alleen het vuurwerk maakt alle verschil.
Een fijn moment dat ik mij herinner was de afsluiting van 1982, het jaar waarin ik vader werd. Met mijn piepkleine dochter, in haar trappelzak stond ik in de Hoflaan, bij het raam van het zolderkamertje, mijn "studeerkamer", met die lieve baby in mijn armen en keken we samen naar buiten; nog zie ik het licht van het vuurwerk reflecteren in  haar lieve kleine oogjes. Ik heb haar fluisterend toegesproken dat het haar eerste jaarwisseling was. Het komend jaar wordt ze al weer dertig, iets jonger dan ik in de hier besproken nacht was.
En nu, de afsluiting van een heerlijk jaar waar ik met  veel genoegen aan zal blijven terugdenken. Heerlijke vakanties, een fantastische zomer, veel mooie wandelingen gemaakt met partner Roos en met vrienden, mijn kleinzoon zien opgroeien en vast nog veel meer wat me nu niet te binnen wil schieten.
Erg veel plezier heb ik beleefd aan het schrijven van de dagelijkse Blog; dit kan ik iedereen aanraden. In het begin heb je het gevoel dat niemand er iets van leest; maar je schrijft het ook voor je zelf en het is leuk om de Bloggies terug te lezen.
Vanavond gaan we lekker bridgen met Trees en Dorien van de bridgeclub. Vorig jaar zouden we dat ook doen maar werd Trees plotseling vreselijk verkouden en heb ik alleen maar de oliebolletjes naar de dames gebracht.
En dan de afsluiting van het jaar; een glaasje Everts' Roem, de jenever die ik ooit zelf destilleerde en waarvan ik me heb voorgenomen om op oude jaars avond 1 glaasje te drinken; zuinig omdat de fles anders leeg is voordat ik m'n ogen definitief sluit; de rituele kaars laten branden die Roos en ik een paar jaar geleden kochten in Driebergen; je wordt onwillekeurig toch een beetje melancholiek van zo'n jaarsafsluiting. Kennelijk vind ik het toch wel zo bijzonder dat ik er een aantal rituelen omheen heb gecreëerd. 

30 december 2011

Das Wandern

Eine Mühle seh Ich blicken

De schitterende liederencyclus "Die schöne Müllerin" van Franz Schubert begint met het lied: "Das Wandern ist des Müllers Lust". Dat lied is mij op het lijf geschreven zoals de trouwe lezers van dit Blog al zal zijn opgevallen; wandelen is mijn lust en leven. De jonge molenaar in de liederencyclus loopt vaak alleen langs het beekje waarmee hij hele dialogen houdt. Het beekje antwoordt hem soms ook al twijfelt hij af en toe of het niet de waternimfen zijn die hem antwoorden. Maar als hij echt antwoord wil krijgen of de mooie molenaarsdochter van hem houdt, dan antwoordt het beekje niet tot zijn grote verdriet.
In je eentje wandelen doet je inderdaad nadenken over kwesties en over de dingen des levens zoals in deze liederenreeks blijkt. Maar met z'n tweeën wandelen heeft het fijne aspect van de daadwerkelijke dialoog. Je bent uren bij elkaar en het gesprek gaat vaak alle kanten uit en verheldert je gedachten. Tijdens mijn werkzaam leven kende ik het fenomeen "kinetisch overleg". Met Jan B, de coördinator van de nascholing in ons district overlegde ik jaarlijks over de gang van zaken betreffende de nascholing voor de huisartsen. Dat deden we in de natuur en al wandelend. Aan het eind van de wandeling streken we ergens neer waar we wat konden nuttigen en noteerden we de afspraken en andere essentialia die aan de orde waren geweest. Het bleek een buitengewoon efficiënte maar ook heel plezierige wijze van overleg te zijn; we keken er echt naar uit.
Maar nu, zo lekker informeel sprak ik met Ab vD gedurende onze wandeling in het IJsseldal vooral over planten en dieren. We kennen elkaar via de vrijwilligers werkgroep Kwadijkse Vlot en verder zijn we beiden van jongs af aan in de natuur geïnteresseerd en heeft Ab er zelfs zijn werk van gemaakt; hij is boswachter monitoring bij SBB in het Waterland, Noord Holland. Hij vroeg mij hoe ik zo bij de Noord Hollandse natuurwerkgroep terecht was gekomen. Eigenlijk was dat via de ontmoeting van Roos met Rudolf vH, groot mierendeskundige en mijn oude jeugdinteresse omtrent de mieren en vervolgens mijn aanmelding bij de sectie Thijsse. Via dat kanaal leerde ik Ben Brugge kennen en ging ik naar de opknapbeurt van "de Zandkuil" en Roos, ook zo'n buitenmens, ging lekker mee en ruimt ook riet met de club. En dat werken met een riek, lekker buiten met een stel mensen, vind ik een heerlijke ontspanning.  En zo liepen Ab en ik dus langs de IJssel te kouten en te kijken. Alleen Schubert is niet aan de orde geweest?!

29 december 2011

Resultaten zoals Diederik Stapel die voorspelde

Voorheen Prof. Dr., maar inmiddels gewoon weer:
Diederik Stapel, voormalig decaan

Een wetenschappelijke charlatan die Diederik Stapel, voormalig hoogleraar (zelfs decaan) aan de universiteit van Tilburg. Ongetwijfeld ooit een briljant student die in zijn latere leven volstrekt schijt had aan de wetenschappelijke mores namelijk dat je nooit resultaten verzint. Een lezenswaardig artikel omtrent de wetenschappelijke fraude las ik in Vrij Nederland.
In mijn vak, de immunologie is het een keer voorgekomen dat iemand die een onmogelijk resultaat had geclaimd, namelijk de transplantatie van een stukje huid (proef met een stel muizen) over de transplantatie barrière heen, bij inspectie met een zwarte viltstift het transplantaat probeerde te imiteren. Een lachertje in immunologenland.
Die Stapel stapelde de meest onwaarschijnlijke briljante resultaten van onderzoek op elkaar, zonder iemand de gelegenheid te geven om de "ruwe data" te verifiëren, zelfs niet in te zien. Nee, geen wonder, hij had die allemaal zelf verzonnen. Achteraf begrijpt niemand dat deze verlakkerij zo lang heeft door kunnen gaan.
Zulke onwaarschijnlijk precies kloppende resultaten heb ik in mijn wetenschappelijke carrière ook wel eens behaald. In mijn studententijd zelfs twee keer. Hiervan wil ik graag kond doen.
Allereerst, tijdens mijn tweede jaar in het practicum natuurkunde moest worden bepaald hoe de lichtbrekingsindex was van glas naar water. Ik kreeg (ik weet werkelijk niet meer hoe) twee getallen met zeker 3 decimalen achter de komma die ik op elkaar moest delen; in die tijd ging dat nog gewoon op papier met een staartdeling onder elkaar. Ik had niet geschmierd of de zaak anderszins belazerd, maar er kwam werkelijk exact 1,500 uit, tot mijn eigen stomme verbazing. En dat was nog de juiste waarde ook.
Een tweede keer overkwam mij dat tijdens het practicum fysische chemie, de moeilijkste richting in de chemie en waarvan ik ook maar weinig echt snapte. De thermodynamica was voor mij een mysterie. Maar goed, het was een leuke proef waarbij je een oplossing van kopersulfaat in een Dewarvat (een heel precieze thermoskan) deed en met een uiterst nauwkeurige thermometer de temperatuur moest meten om de zoveel, precies te bepalen tijd. Dan werd er een hoeveelheid zinkwol in het vat toegevoegd en opnieuw werd gedurende langere tijd iedere minuut de temperatuur bepaald. Op die manier kon precies de hoeveelheid warmte die ontstond bij de reactie van koperionen met zinkatomen worden bepaald. Dan werd e.e.a. in een ingewikkelde formule gestopt die in het leerboek stond, maar die ik niet echt begreep. En er kwam toen exact 1,5 Volt uit, de spanning van een voltaïsch Zn/Cu element en opnieuw precies de waarde die het had moeten zijn en zonder enig gesmokkel met de data.
Maar in mijn latere wetenschappelijke carrière heb ik ook 3 keer meegemaakt dat er uit een experiment precies maar dan ook precies kwam wat ik had voorspeld. En juist die experimenten vertrouwde ik niet en heb ik nauwkeurig geverifieerd en bij nader inzien heb ik daar ook niet over gepubliceerd; zoals het hoort.
Het kan dus echt wel hoor Diederik! 

28 december 2011

Oliebollen en erwtensoep

Oerhollandse oliebollen
Kan het hollandser? oliebollen en erwtensoep? Echte ouderwetse gerechten die gebonden zijn aan resp. oudejaar en de winter. Die winterse sfeer die met de bereiding van deze gerechten samenhangt vind ik altijd heerlijk en gezellig. Vooral als de erwtensoep staat te pruttelen dan hangt er zo'n sprokkelsfeertje; wanneer je de oliebollen staat te bakken dan denk je nog eens een beetje na over het afgelopen jaar.
Maar kennelijk behoor ik tot een uitstervende soort namelijk de zelf-koker/bakker. Dit jaar ga ik twee keer oliebollen bakken, dus vanavond al, omdat ik morgen bij een oude dame op bezoek ga en haar wil verrassen met een paar zelfgebakken oliebollen. Maar de rozijnen die ik in huis had vond ik te groot, wel geschikt voor het krentenbrood, maar niet voor de oliebollen, dus even naar Albert Heijn, want tja, de markt is pas vrijdag. Maar wat zag ik tot mijn verdriet; er stond een heel klein schapje met rozijnen en krenten; kennelijk maakt vrijwel niemand meer zelf oliebollen; iedereen koopt die bij de (banket)bakker of in de oliebollenkraam. Laatst was het me ook al opgevallen dat het schapje met spliterwten en bruine bonen nauwelijks te vinden was en hoogstens 10 pakjes van elk bevatte. Witte bonen kon ik überhaupt niet vinden, ja, in een pot, maar ik wil het zelf kunnen bereiden. 
Toch is het zonde dat de mensen om wat voor reden dan ook (vette keuken?, gemakzucht?) niet meer aan die oeroude gewoonten vasthouden. Juist die oude streekgerechten zijn zo'n continuüm naar de gezelligheid van vroeger tijden. Maar misschien is daar geen behoefte meer aan en ben ik een uitzondering.
Het zij zo! Kijk hieronder maar hoe het kan; een fluitje van een cent.

Zelf oliebollen bakken


Een kom met beslag en een pan met olie.
Eenvoudig toch?
Het is helemaal niet zo ingewikkeld om oliebollen te bakken; dat wil ik hier benadrukken. Het recept heb ik uit "De fijne keuken", van de hand van de topkok Pellaprat. Een kleine variatie is van de hand van mijn voormalige schoonvader: de toevoeging van grof geraspte appel, bij voorkeur goudreinet.
Recept voor ongeveer 12 oliebollen, zoals ik het vandaag heb gedaan:
200 gram bloem, 4 gram is een snufje zout, equivalent van 14 gram verse gist, dat is een half pakje gedroogde gist, 8 gram suiker, dat is een koffielepel, 12 gram boter, een stevige mespunt, 170 ml melk en 5 gram citroenrasp (1 citroen ongeveer half raspen, een grof geraspte kleine of een halve goudreinet. Dit geheel meng je goed met een pollepel. Doe dan een mengsel van 100 gram rozijnen en krenten (samen 100 gram dus) door het beslag. Goed mengen en een uur warm laten staan. Ik doe de beslagkom dan in een pan met lauwwarm water; ik heb een nogal koude keuken, vandaar. Het beslag rijst geweldig mooi.
Een schuimspaan, een klein stukje brood
en twee lepels. Een oude krant met daarop
keukenpapier om uit te lekken.
In een niet al te grote pan doe je anderhalve fles olie (ik neem maisolie, maar zonnebloemolie of slaolie is ook prima. Geen olijfolie denk ik, is ook zonde!). De olie verhit je stevig. Om te controleren of de temperatuur goed is doe je een korstje brood in de hete olie. Als het korstje gaat bruisen (er ontstaan kleine dampbelletjes), dan is de olie heet genoeg. En dan komt natuurlijk de kunst van het oliebollen bakken. Bak ze niet te heet, ook niet te lang; ze moeten licht bruin worden en wel gaar zijn. Beetje spelen met het gas of de knop; heb je een frituurpan dan zet je die gewoon op 180 graden en is het een fluitje van een cent.
Dan met twee lepels niet al te grote ballen vormen en die in de olie laten glijden. De lepels eerst even in de olie doen, dan glijdt het allemaal wat makkelijker.
Ik heb zojuist 14 oliebollen gemaakt en ze smaken weer geweldig.
En dit is het resultaat. Uurtje rijzen, half uurtje bakken, c'est tout.
Vanmorgen waren Roos en ik met de werkgroep Kwadijkse Vlot aan het rietruimen geweest; ik had er echt zin in en heb heel hard gewerkt. Ik was dan ook heel moe. Desondanks heb ik oliebollen gebakken, zo makkelijk gaat dat. Ik hoop maar dat ik anderen kan stimuleren om deze oude Hollandse traditie ook (weer?) in hun keuken te gaan toepassen. Laat mij het dan weten ajb. via een commentaar in dit Blog.

27 december 2011

Naar de Eifel met de kerst

De Hautes Fagnes kerst 2011
Terwijl het in de Bilt naar horen verluiden 12 graden Celsius was, liepen wij heerlijk door de sneeuw te banjeren. Eerlijkheidshalve moet daar wel bij gezegd worden dat het niet erg koud was; het was rond het vriespunt, maar bij het ontbijt werden wij verrast door een laagje sneeuw in de tuin van Hotel Hirsch waar wij de kerstdagen door zouden brengen. We namen zaterdag de bus van 9.00 uur vanuit Kalterherberg naar Zoll, het plekje waar vroeger het douanehuisje stond op de grens van België en Duitsland, op de weg van Eupen naar Monschau. Van daaruit liepen we in de richting van het dal van de Helle, de schitterende beek die met zijn/haar collega de Ruhr voor de afwatering van de Hoge Venen zorgdraagt. Het veen was mysterieus wit van de sneeuw en mistig van de vochtige lucht; echt het weertype dat bij de Venen hoort. We waren van plan om via het dal van de Helle naar Ternell te lopen en daar lekker te gaan lunchen.
Een schitterend stuk om te lopen. We kwamen bij de Helle bij een ons heel bekend plekje; ik bezit tal van foto's, maar vooral veel herinneringen aan dit plekje, een strandje, dat ik ooit samen met Dick ontdekte toen één van ons beiden een grote boodschap moest verrichten. Ik was hier jaren geleden met Hugo terwijl het vroor dat het kraakte; toen was het helder en zonnig; elke ijs/sneeuw-kristal kleurde, weerkaatste dat het een lust was. Nu verraste de Helle ons door haar enorm hoge waterstand; het strandje was verdwenen onder het watergeweld. Als je dit filmpje van de snel voortstromende Helle ziet begrijp je beter waar Schubert zijn inspiratie vandaan haalde voor liederen als "Liebesbotschaft", een lied waarin je de beek hoort stromen.
Roos springt over een zijstroompje van de Helle
Het dal van de Helle is bij ieder bezoek weer anders. Het zag er prachtig uit met die besneeuwde oevers. Verderop moesten we eerst een stuk klimmen en dan een steile helling af; bij het laatste stuk ging ik onderuit; met m'n broek in de veenprut. Jich. Maar opgewekt weer verder; nog een stel zijstroompjes overgestoken. Bij de, eveneens sterk gezwollen Ternellbach weer het Helledal omhoog tot bij Haus Ternell. 
Overigens was Haus Ternell, normaal gesproken een zeer aantrekkelijke pleisterplaats in de verbouw. Er stond heel optimistisch dat een verbouw van vier weken stond te gebeuren. Maar zo te zien laat de heropening nog wel even op zich wachten. 
Uiteindelijk zijn we helemaal terug gewandeld naar het hotel, een wandeling van zo'n 30-35 kilometer in totaal. We hadden het kerstmaal op de "Heiligenabend" dan ook wel verdiend en we hebben het goed laten smaken. De kok van hotel Hirsch complimenteren we dan ook graag van deze plaats!

Roos, poserend in de karakteristieke bocht van de Helle,
tegenover het ondergelopen strandje

26 december 2011

De devaluatie van het begrip "vrienden"

Mijn eerste echte vriend, Fred van Maanen
Een zwart-wit fotootje in mijn eerste fotoboek is vrijwel het enige tastbare dat ik nog heb van mijn eerste echte vriend, Fred van Maanen (of van Manen, dat weet ik niet meer). Ik zal een jaar of negen geweest zijn en Fred iets ouder. Hij woonde schuin tegenover ons in de Josephus Jittastraat in Amsterdam West. Ergens in de jaren vijftig is het gezin geëmigreerd naar Australië en je weet hoe dat met kinderen gaat; dan is het contact snel verdwenen. Ergens heb ik altijd gehoopt nog eens een levensteken van hem te krijgen, maar op Internet kan ik niets van hem vinden. Kort na die tijd maakte ik kennis met mijn jeugdvriend Bram Groen, ook schuin tegenover ons maar dan in de Tobias MC Asserstraat. Met Bram heb ik m'n hele jeugd en onze jong-volwassen tijd opgetrokken, later ook met z'n vieren want onze meissies konden het best samen vinden. Zo na ons vijftigste zijn we elkaar wat kwijt geraakt. En dan nu heb ik mijn drie oude vrienden Peter, Huib en Dick in volgorde van elkaar hebben leren kennen. Peter ken ik nog van de middelbare school en na decennia lang elkaar uit het oog te hebben verloren zijn we elkaar via het onvolprezen Internet weer "in de armen gevallen (har har)"; Huib ken ik vanaf m'n studentenjaren, we zaten in het zelfde dispuut (PROIRA) en we hebben lang in het zelfde dorp gewoond (Bilthoven), en last but not least mijn goede vriend Dick. Wij kennen elkaar als collegae vanaf het Huisartsenlab in Utrecht. Van Dick heb ik veel geleerd over ICT, muziek en we hebben samen heel veel gewandeld.

Sinds kort ben ik lid of deelnemer (What's in the name?) van Facebook. Niet dat ik dat nu echt wilde, maar dat was de enige manier om met een oude kennis van me contact te kunnen krijgen. En nu krijg ik telkens berichten dat "vrienden" mij iets te melden zouden hebben. 
Ook kreeg ik een rare folder waarin uitvoerig over Facebook wordt geschreven en over zogenaamde vrienden. Een krankzinnige opmerking die ik hier zal citeren: Sanne Tol (28) liep tegen het volgende probleem op: Ik vind het prima om te Linkedinnen met mijn baas, maar toen ik zijn vriendschapsverzoek in mijn Facebookinbox zag, moest ik wel even slikken. Ik heb het momenteel niet zo naar mijn zin op mijn werk, en op Facebook kon ik die onvrede uiten onder mijn echte vrienden. Einde citaat.
Ze moest al haar klaagberichten verwijderen en durfde hem niet te weigeren; hij werd ook "vriend". 

Wat betekent het woord "vrienden" voor deze Facebook gebruikers nou echt. Kennelijk heb je ook nog "echte vrienden". De drie boven genoemde mannen beschouw ik als mijn vrienden. Daarnaast heb je nog ouwe vrienden, kennissen en bekenden en niet te vergeten je kinderen en ..... je partner! Maar die Facebookers?? dat is toch niet wat je vrienden noemt, dat zijn "contacten", net als in je e-mail programma.

Volgens het woordenboek is een vriend een persoon waarmee men door vriendschap verbonden is. Dat is toch wat anders dan een linkje op facebook, toch?
Roos zei direct: de tweede betekenis van "vriend" volgens het woordenboek is een toespreking: "hoor eens vriend", dat is dus een equivalent van "hé-daar". Je hebt dus 500 "hé-daars" op facebook (har, har).

25 december 2011

Vrolijk kerstfeest 2011 en een gelukkig 2012

Op ons lievelingsbankje in de sneeuw

Roos van der Burg en Ferry van Elven wensen alle lezers van deze Blog een vrolijke kerst en vooral een heel gelukkig 2012

24 december 2011

Mooie benen

Mooie benen, nietwaar?
Als jongen was ik al sterk onder de indruk van de schoonheid van vrouwenbenen. Wanneer ik met mijn moeder, stijfgearmd over de burgm. de Vlugtlaan liep vroeg zij wel eens: "waar kijk je toch naar", wanneer ik naar de mooie benen van de dames keek. Grappig, want dat is eigenlijk altijd zo gebleven zelfs nu als jongere oudere van 63 jaar; een stel fraaie damesbenen vind ik nog steeds behorend tot de fraaiste structuren die deze aardkloot in haar 6 miljard jaar van evolutie heeft opgeleverd. De minimode tijd, in mijn adolescente jaren was dan ook een feest. Maar tot mijn verbazing is die tijd weer helemaal terug; de rokjes zijn zelfs nog korter geworden zij het dat er nu wel een stevige maillot onder wordt gedragen.
Mooie benen zijn slank maar wel gespierd. Hele fraaie heb ik gezien in Tsjechië toen ik daar eind negentiger jaren was voor een congres. Het was zomer en zittend op een terras achter een biertje zag ik tientallen jonge vrouwen, stevig voortstappend met hoge hakken en bruine benen in hun korte jurken voorbij lopen; een echt feestelijk gezicht. Iedereen liep daar nog veel in plaats van alles met de auto te doen; dat kwam vast voort uit de niet al te grote rijkdom aldaar. Maar, lopen is goed voor de spieren en dus de stevigheid en dus voor de fraaie vorm. 
Ik was eens in een museum met Romeinse kunst. Daar stond een beeld van een boerenvrouw met een kort gewaad. Je kon de stevige benen zien en die waren een weldaad voor het oog. Je kreeg het gevoel dat de mens er zo moest uitzien en niet dat spierloze van de homo modernis automobiles, d.w.z. weinig en dan ook nog slappe spieren. (Vooral bij mannen zie je dat; van die dunne benen met een dikke pens erboven).
Maar vorige week overkwam mij het volgende op station Utrecht CS: ik liep door de gangen van hoog Catharijne en daar liepen, als altijd, veel mensen. Voor mij liep een stel jonge meiden met buitengewoon korte rokken, maar benen eronder die slap en dik waren. Ik heb mijn ogen afgewend en zelfs nu bij het schrijven voel ik dat ik er een vies gezicht bij zet.
Maar het kan ook anders. Op station Baarn zag ik enkele weken geleden een jonge vrouw, een meisje nog van een jaar of zestien met een paar goddelijk mooie, slanke maar gespierde benen, in een zwarte maillot en op heel hoge hakken. Zij had tot mijn grote verbazing een heel kort broekje aan over die maillot alsof het zomer was. Ik wist niet wat ik zag en toen ik het met m'n zoon Hugo besprak vertelde hij mij dat deze dracht mode is. Ik vroeg me af of dit jonge ding zich wel realiseerde hoe ongelooflijk sexy ze er uit zag, zelfs voor zo'n wat hormoonarme ouwe vent als ik?! Ik dacht dat wij kinderen van de zestiger jaren wel alles op modegebied hadden meegemaakt, maar het kan nog erger zal ik maar zeggen.

23 december 2011

Het midwinterfeest

Het midwinterfeest Joel wordt Kerstfeest
Het vuur, symbool voor de terugkeer van de zon, het licht.

Eeuwenlang werd het midwinterfeest gevierd; de terugkeer van  het licht. De dagen die weer gingen lengen; een nieuw begin dat gemaakt werd. Ik kan me dat zo verschrikkelijk goed voorstellen, zelfs in deze tijd van elektrisch licht en CV; ik ben die donkere dagen volstrekt zat en ben blij dat die nu weer gaan lengen.
Een blok eikenhout werd voor het meerdaagse feest aangestoken en moest al die tijd blijven branden. Het werd aangestoken met een stuk van het houtblok van het jaar tevoren; grootse symboliek. Er werden verbonden gesloten, eden afgelegd, feest gevierd. Niks kindeke Jezus, nee dat werd pas in de vierde eeuw op handige wijze door "de kerk" bovenop het midwinterfeest geplaatst en sinds die tijd is men meer en meer gaan denken dat het iets te maken had met de geboorte van de grote verlosser. Tja ja, hoe denken wij daar nu over sinds het rapport Deetman; die zelfde kerk heeft van alles gedaan onder het mom van "de blijde boodschap" maar intussen heeft zij de bevolking vooral beroofd en kwaad gedaan; ik denk aan de kerkelijke rijkdom in tijden van armoede en aan instituties als de inquisitie. Ik ben er in ieder geval al vele jaren volledig klaar mee en ben blij dat men meer en meer realiseert dat kerstmis, het midwinterfeest een feest is van onszelf zoals we hier al eeuwenlang rondlopen in deze streken en niets van doen heeft met het bijbels verhaal. Overigens geldt dat ook voor de andere zogenaamde christelijke feestdagen afgezien van hemelvaartsdag misschien?! Overigens ben ik wel erg verheugd over de schitterende muziek en andere vormen van kunst en architectuur die in de naam van "de blijde boodschap" werden gemaakt.
Prima informatie over onze zogenaamde "Heidense" gewoonten vindt u op internet.

22 december 2011

Verder langs de IJssel



Boerderij in de uiterwaarde
In vervolg op de Blog van gisteren verhaal ik hier verder over  de wandeling van Klarenbeek naar Deventer met Ab vD. In Voorst hadden we bakker Bril bezocht en hadden we stevig ingeslagen; het zakje met zeeuwse bolussen hebben we direct aangebroken en met kleverige handen de tocht voortgezet. Als snel kwamen we in het uiterwaardengebied. Ik vind het toch altijd gek dat ik als echte Hollander, product van het rivierenland juist dit landschap zo weinig ken; het is iedere keer weer verrassend van schoonheid die door dichter Marsman zo fraai beschreven ".... brede rivieren, die traag door oneindig laagland gaan". Het is dan wel op de grens van Gelderland en Overijssel, en niet in Holland (waar Marsman over dicht), maar het rivierdal van de IJssel mag er zijn. Het ziet er ook wat onverstoorder uit dan het rivierdal van Maas en Waal, laat staan van de Nieuwe Waterweg. De natuur is hier gelukkig nog overweldigend aanwezig.
We liepen het paadje af dat in de zomer naar een fietspontje over de rivier loopt. Nu geheel verlaten natuurlijk, maar weergaloos qua uitzicht.

Provianderend ooievaars langs de IJssel
Beelden van ooievaars die liepen te provianderen; knoerten van zwarte populieren, die typisch zijn voor dit landschapstype en wel tot een meter stamhoogte in het water staan; de in WO II kapot geschoten ruïne van het dertiende eeuwse kasteel Nijenbeek, karakteristiek in een bocht van de rivier. Het gedenkteken waar de geallieerde troepen de IJssel hebben overgestoken; tekenen van een tijd, ver voordat we een verenigd Europa hadden. Ab vertelde dat hij in deze uiterwaarden veel wilgen had geknot en wees mij op de meidoornhagen, het voorprikkeldraadse hekwerk om het vee binnen de weilanden te houden. Hier en daar zagen we zelfs nieuw aangelegde meidoornheggen, voorwaar een landschappelijk aantrekkelijk gebeuren.
En dan  het mistige uitzicht over de bocht in de IJssel, zoals die zich al eeuwenlang uitstrekt, zich weinig aantrekkend van wat er om zich heen gebeurt.
De bocht in de rivier zoals zij al eeuwen is
Het water stond hoog; Ab probeerde nog een route te vinden langs de oever van de IJssel, vergeefs. Wèl zagen we een roedel reeën, met hun karakteristiek witte spiegels (kont voor niet-deskundigen, har har) en verderop in het gras ook de afdrukken waar ze gelegen hadden in dekking achter een bosje. Dit soort rommelige bosjes zijn, aldus Ab, zo ontzettend belangrijk voor de natuur. Vogels, insecten en ook grotere dieren hebben die dekking en afwisseling nodig om zich te kunnen handhaven. Maar we liepen vast en keerden terug naar de rivierdijk en liepen richting Deventer. Langs de dijk stond een aantal stevige boerderijen waarvan je kon zien dat de plekken waarschijnlijk al eeuwen bebouwd waren. Bastions in het wassende water, nu veilig op de rivierdijk en erachter landerijen met vruchtbare rivierklei. Een echte landbouwomgeving. Een deel van de uiterwaarden werd door SBB beheerd; in die weilanden was een grote diversiteit van vegetatie zichtbaar. Goed voor de insecten!
De indrukken waren te veel om even in een Bloggie neer te leggen; ik adviseer iedere wandelaar die dit leest om eens die rivier te volgen, al is het maar vanaf de dijk. Zeker nu in die mistige, donkere dagen voor de kerst is het wonderschoon.
Herdenkingssteen uit WO II

Kasteel Nijenbeek met de sporen van de granaatinslagen
Imposante zwarte populier tot zijn "knieën in het water". Houdt geen andere
boom vol. Daarom hoort hij zo bij dit landschap. Rijkswaterstaat is hier geen
liefhebber van!







21 december 2011

Wandelen vanaf Klarenbeek

Ab, staand voor het station Klarenbeek CS
Vandaag een wandeling gemaakt met Ab vD; van Klarenbeek naar Deventer, het gebied waar Ab vanouds bekend is. Ab kende inderdaad ieder paadje, zoals tijdens de wandeling bleek. We sloegen het bos in en direct kwamen we al op het gemarkeerde Marskramerpad. Verderop de bandijk die in vroeger tijden  het IJsselwater tegen hield. Via de Ab bekende paden kwamen we langs een boerderij, eigenlijk nog vrijwel in oude staat; fraaie leilindes ervoor en tegenwoordig als vakantieboerderijtje ook te huur. Daar had een vriend van Ab gewoond. En weer verder langs het grote huis waar vlak na de oorlog een bepaalde rechter woonde waarover Ab een anecdote vertelde. Deze rechter wilde vlak na de oorlog de oorlogsmisdadiger Menten juridisch ter veranwoording roepen. In die tijd werd deze later nog te pakken genomen boef zodanig geprotegeerd door zijn "vrienden", dat de betreffende rechter daarvan heeft af moeten zien en zich zelfs heeft terug getrokken in dit huis waarin hij op de eerste verdieping woonde terwijl een stel honden op de begane grond de wacht hielden. Grappig als je dan zo'n schitterend huis ook daadwerkelijk tussen de bomen ziet opdoemen. Maagdepalm, een "rodelijstsoort" in NL waarvan ik gelukkig Ab iets nieuws wist te vertellen namelijk dat er een bepaald geneesmiddels uit gemaakt kon worden. Digitalis dat vroeger als anti-wormmiddel werd gebruikt; ik kende het slechts als middel om het hart te stimuleren, mits in de juiste hoeveelheid toegediend. Het woord digitaliseren had vroeger dan ook een andere betekenis dan tegenwoordig, namelijk het instellen op digitalis. 

Het huis van de rechter
Onderweg vertelde Ab mij honderduit over wat hij allemaal in die streken had beleefd met zijn tweelingbroer Dick. Het vangen van visjes die werden opgevoerd aan jonge snoekjes; het kweken van salamanders en zelfs het "Mendelen" van salamanders om albino's te verkrijgen. Een parallel met mijn eigen jonge jaren met de bloemenvaas met geelgerande watertorren voor het keukenraam; ik was ook dol op de slootkant en vertelde Ab over de dooie otter die ik ooit had opgevist uit de Haarlemmertrekvaart; ik had lang gedacht dat het een vreemde hond was, maar bij bezoek aan een dierentuin zag ik dat het een otter geweest was.
We liepen door het bos en kwamen bij de volgende wereldplaats, Voorst, met de ambachtelijke bakkerij Bril waarvan Ab mij al had verteld dat je daar het lekkerste krentenbrood kon kopen. Ik had dat ontkend en Ab gezegd dat ik dat zelf maakte en was de wedstrijd aangegaan maar had die bij voorbaat verloren omdat mijn krentenbrood volledig mislukte; ik had geen spijs in huis maar marsepein (verkeerde gepakt kennelijk), te weinig kaneel en tot slot te kort of te laag gebakken zodat het product niet volledig gaar was! Dus bij bakker Bril e.e.a. ingekocht waaronder ook gevulde koeken. Inderdaad een perfecte bakker.
In de Blog van morgen staat meer over het vervolg van de wandeltocht langs de IJssel.
Uithangbord van Bakker Bril in Voorst. Een bezoek waard!



20 december 2011

Bladblazers, niet goed voor de natuur

Blad blazen bij mij voor de flat in het plantsoentje
Van de week een hels kabaal, zowel voor als achter m'n flatje. En ja hoor, met twee wagens en zeker vijf bladblazende mannen werd er met man en macht gewerkt om straat en plantsoen vrij te maken van blad. Ik vind dat altijd zo'n achterlijk gezicht wanneer er geen bladeren liggen op de zwarte aarde; dat hoort toch zo. Maar nee, alles moet weg. Ook achter m'n flat liep iemand met zo'n blazer kabaal te maken.
Toevallig kreeg ik van Badda, één van de leden van de sectie Thijsse van de Nederlandse Entomologische Vereniging (NEV) een e-mailtje over dit verschijnsel dat natuurlijk heel slecht is voor het bodemleven: 
citaat:
Het is o.a. nodig dat gemeenten beter op natuur aangepast plantsoenbeheer gaan voeren. Ik zie het steeds vaker dat bladeren niet alleen van de straat (nog te begrijpen), of van het gras (ook nog beetje te begrijpen) maar ook van onder de struiken en dergelijke wordt weggeharkt. Wat is dat toch voor groenbeleid. Of verdient men op die manier aan de bladaarde die verkocht kan worden? Laat ik eindelijk eens in actie komen om al die gemeentemensen aan te schrijven.
Met alle narigheid van afnemende steun voor natuurbeheer hoop ik dat er toch voldoende enthousiaste dragers zullen blijven.
Einde citaat

19 december 2011

Insectenhotel in gebruik

Let op de dichtgemetselde gaatjes in het houtblok.
Mijn interesse voor insecten is de trouwe lezer van dit Blog vast wel opgevallen. Al eerder heb ik een foto laten zien van een zgn. insectenhotel, een grote naam voor een schijf hout uit een boomstam waarin gaatjes (4-8mm, liet ik mij vertellen door de deskundigen) zijn geboord. Hierin nestelen solitaire wespen en andere houtminnende insecten. Hoe dat er in de winter uitziet had ik nog nooit gezien. Maar nu waren we met de sectie Thijsse van de Nederlandse Entomologische Vereniging in vergadering bijeen in het natuurvrienden gebouw, "het groene wiel" in Wageningen en daar hingen buiten aan de muur in de zon ook enkele insectenhotels. Tijdens de lunch hebben we even gekeken hoe e.e.a. erbij stond. Je kon duidelijk zien dat er een behoorlijk aantal van de "kamertjes" in het hotel waren bezet. De insecten hadden de toegang dichtgemaakt zodat weer en wind minder invloed hebben en ze relatief ongestoord de winter door kunnen komen. Leuk om ook eens tijdens het koude seizoen te zien.

18 december 2011

Wie is John Galt?

Ayn Rand

Natuurlijk kun je op Internet precies vinden wie John Galt is. Voor kenners moge het duidelijk zijn dat ik mij momenteel verdiep in het boek "Atlas in staking" van de hand van de door Roos als abject ervaren filosofe/schrijfster Ayn Rand, een fervent rookster; ik kon geen foto op Internet vinden zonder dat zij een sigaret tussen haar vingers had. Toevallig stond er deze maand een boekbespreking over twee biografieën van Ayn Rand in de Academische Boekengids.
De verheerlijking van het kapitalisme  is haar specialiteit. Zij beschrijft dat op onnavolgbare wijze. Het valt me niet mee om het boek door te ploegen; ze is geen groot schrijfster en de vertaler ook geen groot vertaler. Maar haar boodschap is wel de moeite waard om kennis van te nemen al is het maar omdat ze zoveel invloed heeft gehad en kennelijk heden weer heeft met de "tea party". Er wordt in brede geëxalteerde "penseelstreken" een apocalyptische sfeertekening gegeven waarbinnen een gering aantal industriëlen, die op een karikaturale wijze bezeten zijn van hun werk, tegen de achtergrond van een (als socialistisch beschreven) lamgeslagen maatschappij, tegen alle passieve en actieve tegenwerking in, proberen hun bedrijven gaande te houden. Vreemde, vertekende omgangsvormen binnen families tekenen deze malle sfeer. Het is allemaal wat opgelegd.
Ik ben nog niet zo gek ver in het boek gevorderd en ben er ook niet van overtuigd dat ik het helemaal uit zal lezen. Ook het boek "Volg de wolken" van Kurpershoek dat onder andere handelt over de "Armeense kwestie", net als de Spaanse burgeroorlog een wat geheimzinnig onderdeel van de recente Europese geschiedenis lokt vanaf mijn nachtkastje en gisteren heb ik "Polsslag" van Julian Barnes bij de bieb gehaald; bij eerste lezing ook een bijzonder aantrekkelijk boek.
Maar ja, Ayn Rand speelt heden weer een belangrijke rol in het publiek debat in de VS en wordt door internationale geldwolven tot voorbeeld genomen. Dus zal ik mijn best gaan doen, terwijl ik intussen geniet van de muziek op mijn mp3 spelertjes, heerlijk die kleine apparaatjes. Wat moet je anders in deze koude donkere dagen voor de kerst met dit slechte weer dan binnen zitten lezen en luisteren.

17 december 2011

Een soepkip

De soepkip na koken en slopen.
Deze week wilde ik een keer soep gaan maken en ik besloot om eens een soepkip te kopen op de markt. "Wilt u echt een soepkip, meneer", vroeg de mij vriendelijk helpende dame, "wilt u niet liever poten, die zijn sneller klaar". Nee, ik wilde echt een soepkip, liefst een vette en wat ouder beest vanwege de smaak. Ze toverde inderdaad een enorm beest tevoorschijn waarvan ik de helft kon kopen voor iets meer dan 5 euro. Ze vertelde mij dat ze altijd poten nam omdat ze dan vlugger klaar was; ze gaf toe dat een soepkip wel veel meer smaak gaf. Nou vroeg ik me al af of dit blekebettenbeest erg veel smaak zou hebben. Van de hoflaan herinnerde ik me nog de kippen die ik na gedane eierlegarbeid zelf slachtte en in de soeppan liet verdwijnen; die waren donker van kleur en hadden ook lekkere vetkwabben en moest je wel zes uur koken voordat het vlees een beetje gaar was; maar een lekkere bouillon!
Wat snel klaar betreft, dat is toch gewoon een kwestie van planning; het klinkt misschien wonderlijk, maar ik kook vaak na het eten. Het meeste voedsel kun je gewoon een dag tevoren klaarmaken en dan de volgende dag eten. Terwijl je honger hebt je maaltijd bereiden staat me tegen; dan ga je snaaien en zoeken en heb je geen trek meer tegen de tijd dat het eten klaar is. Boerenkool, snert, nassi gerechten, pasta sauzen. maar ook andijvie en aardappelen kun je prima de vorige dag maken en in de koelkast bewaren of in grotere hoeveelheden en dan in de vriezer. Pasta moet je wel vers koken (aardappels eigenlijk ook wel), maar rijst kun je prima invriezen.
Toen ik nog werkte en laat thuis kwam terwijl Anneke wethouder was verzorgde ik vaak op die manier de maaltijden. Dan kookte ik 's avonds zodat het de volgende dag slechts hoefde te worden opgezet als ik thuis kwam; zaten we binnen een kwartier te eten nadat ik thuis was. Handig toch?
Ach en die soepkip, lekker een paar uur laten koken met een uitje en een paar lepels zout. Uit de pan en wat af laten koelen, vlees eraf peuteren en fijn snijden; preitje, selderij en bosuitjes fijn gesneden; alles weer terug in de pan met de gezeefde bouillon; nog wat fijne vermicelli, 10 minuten door laten koken en klaar was de soep. Heerlijk, maar merkwaardig genoeg geen vetoogje erop?! Vind ik er eigenlijk wel bij horen. Maar die moderne vleeskippen hebben net als de moderne vleesvarkens geen aanleg meer om vet te maken lijkt het wel. Maar ik kan toch moeilijk een kip gaan houden op m'n balkon voor een lekkere bouillon?!

16 december 2011

Koeien nog steeds in de wei op 16 december!

Pasgeboren kalfje, 5 minuten oud

Zojuist was ik nog even zuivel kopen bij Boom en Bosch, de boerderij waar ik al jaren kom en waar ik een paar winters in de stal heb geholpen. Angelina had toevallig biest voor me omdat er net een kalf was geboren. Altijd heerlijk om brood van te bakken; het wordt daar zo zacht van.
Die sfeer in de stal vind ik altijd heerlijk; de lucht en dat gerammel van de kettingen en de andere geluiden als er een koe staat te pissen of te schijten. Koeien die rustig staan of liggen te herkauwen, drinken en soms loeien of kuchen en hoesten. Dit najaar ga ik telkens wanneer ik boodschappen kom doen even kijken of ze al op stal staan. Maar nee hoor, ze lopen nog steeds buiten; er is nog genoeg gras. Ik zei al tegen boer Dirk dat ze straks nog met de kerst buiten staan; maar zo lang als nu had hij ook nog nooit meegemaakt; er was nog steeds voldoende groei in het gras. Maar inmiddels is het gras in het weiland op en vreten ze hooi binnen bij het melken. Maar ze gaan, zelfs met het vreselijkste weer nog steeds uit vrije wil naar buiten; ze hebben ook wel een heel dikke vacht op dit moment; die moet er af worden geschoren als ze definitief op stal gaan. Dirk vertelde me dat ze in andere jaren zo tegen het eind van het seizoen wel binnen wilden blijven wanneer het plotseling erg koud begon te worden. Als het vriest vinden ze het wel mooi geweest en gaan ze liggen na het melken. Maar volgende week woensdag is het zo ver en komen ze definitief binnen.
Ook de pinken vinden het nog prima om buiten te blijven; zij hebben de hele dag de mogelijkheid om te kiezen tussen binnen en buiten en blijven voortdurend buiten. Dus maak mij niet wijs dat koeien het allemaal wel goed vinden om dag in dag uit op stal te staan?! pure dierenmishandeling. 's Winters binnen is prima, maar verder zo veel mogelijk buiten lopen; dat willen wij mensen toch ook.
Vandaag was het overigens een dag waarin ik nauwelijks buiten ben geweest. Slechts om even naar de markt te gaan en natuurlijk naar de boerderij, maar verder vond ik het rotweer; zoals het Dick het uitdrukte in deftig Frans: En Parbleu! quel temps de tacque aujourd'hui zeg. Fi Donc!

15 december 2011

De OV-chipkaart en het geheugen

OV-chipkaart; een kwestie van in- en uitchecken!
Inmiddels heb ik mijn Dalvrij abonnement van NS al bijna een half jaar in gebruik en ik moet echt concluderen dat dit tot alle tevredenheid is. Ik reis ontzettend veel en het kost me, afgezien van de abonnementskosten helemaal niets. Zo ging ik vandaag met Huib een wandeling maken in de buurt van Hilversum. Huib had nog een vrij reizen kaart van zijn kortingsabonnement die hij dit jaar nog op moest maken. We zouden bij mij in de buurt gaan wandelen en mijn voorstel was om dan van Baarn naar Hilversum Noord te gaan. Om 10.13 stapte ik volgens afspraak in bij Huib die vanuit den Haag was gekomen; precies volgens afspraak en precies op tijd. Ik had keurig ingecheckt om 10.05 uur dus kon ik als altijd gratis reizen. 
In Baarn begon de wandeling; ik had deze onlangs in omgekeerde richting gelopen dus het was niet moeilijk om de weg te vinden, zeker niet omdat ik ook het boekje van het Trekvogelpad bij me had gestoken voor de zekerheid. Via het terrein van kasteel Groeneveld en door de bossen naar de Hilversumse heide. 
Onderweg vertelde Huib me van problemen met zijn OV-chipkaart. Hij had ergens in het Oosten van het land in de bus ingecheckt en het was niet duidelijk wat er nou was misgegaan in ieder geval was er veel te veel van zijn saldo afgetrokken. En in dat zelfde gebied had hij een enorme rit gemaakt en die was eveneens verkeerd gesaldeerd met slechts 72 eurocent en zou hij zijn uitgestapt bij een halte waar hij helemaal niet was geweest. Dus mijn "mind" was al "geset" toen mij het volgende overkwam. 
Aangekomen bij hilversum Noord checkte ik uiteraard weer in voor de rit naar Amersfoort Vathorst; ik zag namelijk dat de trein naar Hilversum door zou rijden naar Vathorst en mijn eieren waren vrijwel op en die haal ik als bekend bij Vathorst in de buurt. Bij Vathorst checkte ik weer uit en ging naar de bekende boerderij om eieren te halen. Teruggekomen om 15.50 uur was ik nog op tijd om in te checken maar tot mijn verbazing kwam de melding: "Vol tarief". Geprikkeld als ik was door de ervaringen van Huib dacht ik direct dat "het systeem" inderdaad niet deugde (iets waar ik voordien nog nooit aan had gedacht omdat het steeds foutloos werkte). In Amersfoort liep ik naar de conducteur en vroeg hem hoe dat kon. En wat bleek nu bij inspectie van mijn kaart: ik was gestart in Bilthoven, had uitgecheckt in Hilversum Noord, vervolgens weer ingecheckt in Vathorst en vervolgens weer uitgecheckt in Vathorst. Op het moment zelf was ik dus uitgecheckt en reed ik zonder vervoerstitel. Feitelijk had ik dus slechts vergeten om in Baarn uit te checken, stom stom stom!
Het valt inderdaad vaak niet mee om te onthouden dat je niet alleen bij het instappen moet inchecken maar ook bij het beëindigen van een traject altijd moet uitchecken. Met de bus vergeet ik het eigenlijk nooit meer, nu nog met de trein.
De clemente conducteur liet mij zonder probleem mijn reis naar Bilthoven vervolgen. Hij zal misschien wel gedacht hebben: ach, die ouwe vent.


14 december 2011

Weer een stuk stiller in het OV

Het reizen per trein en bus werd de laatste jaren wel erg verstoord door al dat gelul met die mobiele telefoons. Jong en oud konden oeverloos over niks, maar wel zeer luidruchtig zitten ouwehoeren. Maar dat is met de opkomst van die i-Phones helemaal over lijkt het. Vooral meiden houden dat ding vast of hun leven er van afhangt en voortdurend zitten ze met twee duimen te typen. Zo juist heb ik het stukje in de bus gezeten naast zo'n jonge dame met i-Phone; ik heb geteld hoe vaak ze hem opnieuw aandeed (met een duim- of vingeromdraai trouwens) en weer begon te duimen. Het was in die pakweg 15 minuten 8 keer. Heel even tussendoor zat ze wat afwezig voor zich uit te staren en hup daar ging 't weer. Eerlijk gezegd herkende ik dit gedrag van me zelf; wanneer ik een stuk taai taai in huis heb, dan kan ik niet stoppen met vreten totdat het op is; telkens sta ik op en neem nog een stuk, kortom een vorm van verslaving, afhankelijkheid.
Gisteravond had ik een jonge vent op bezoek en we spraken hierover en vooral dat het zo veel rustiger was geworden in het OV sinds er meer werd gewerkt met die i-phones dan met dat mobiele geleuter. Maar ik vroeg me ook af wat ze nou precies zouden zitten te duimen. Dat heeft kennelijk te maken met de mogelijkheid om met meerderen tegelijk te "communiceren"; dat schijn je ook met Facebook te kunnen doen.
Voor mezelf moet ik er niet aan denken; chatten vind ik al zo snel ontaarden in oeverloos gezwets en dat dan met z'n vijven tegelijk?! Maar wel een grappige ontwikkeling; ik ben in ieder geval blij met de relatieve rust die het heeft opgeleverd in bus en trein. En wat staat ons hierna weer te wachten?

13 december 2011

Gijs is 1 jaar geworden!


Wat vliegt de tijd; alweer 1 jaar oud onze kleine Gijs. Op naar den Haag met z'n tweetjes. Roos had een fraai zilveren kleinood dat ze eigenlijk ter gelegenheid van de geboorte had willen geven maar dan nu, een jaartje later. Ouderwets als ik ben had ik natuurlijk een voorleesboek als geschenk; beetje voorbarig want hij kan nog niet eens praten. Ik ben van plan om hem boekjes te blijven geven en voor te blijven lezen totdat hij me "opa boekje" gaat noemen of geen belangstelling meer heeft. Dat ik ouderwets ben zal ie weten!
Het zilveren poesje achter de kinderwagen. Geschenk ter
gelegenheid van Gijs' eerste verjaardag.
Van Arja en Walter had hij een pratende garage gekregen met een pratende auto en allerlei sensortjes zodat de garage precies kon vertellen wat er allemaal gebeurde. Ongelooflijk wat er tegenwoordig in kinderspeelgoed is verwerkt aan electronica. Wat ik daarvan vind laat ik hier in het midden.
Roos en ik zaten dat moderne speelgoed met verbazing aan te kijken; Gijs ook overigens. Het was een heel gezellige kinderverjaardag met taart en aandacht voor het menneke. Na de koffie gingen we nog even "de stad in", naar het Mauritshuis. Altijd weer genieten van die Vermeers en Rembrandts die daar hangen en "de stier van Potter" niet te vergeten. 
's Avonds naar de bridgeclub waar Roos de foto's van de verjaardag nog even liet zien aan de dame van de koffie die vorig jaar vrijwel op de zelfde datum oma werd van een kleinzoon en altijd belangstellend vraagt hoe het gaat. Schept een band!

12 december 2011

Wat wil ik nou eigenlijk met dat kikkerpootje?

Ipad, Ipod, whatever, prikkels te over.
Met al dat geleuter over dat kikkerpootje heb ik willen aangeven dat ons zenuwstelsel zodanig is gebouwd dat het slechts een beperkte hoeveelheid prikkels aan kan; dat geldt niet louter voor de spieren maar natuurlijk ook voor de hersenen zelf. Nu zat ik onlangs in de trein (dat zal  geen verbaing wekken denk ik) en even verderop zat een man van een jaar of veertig met een apparaatje dat muziek in zijn oren toeterde; helaas niet tot zijn tevredenheid want telkens pakte hij het apparaat en zette wat anders op of zette het geluid harder of zachter. Verder zat hij ook fanatiek te typen en te "bladeren" op zo'n ragdun PC'tje dat iPad wordt genoemd. Ook daarover was hij buitengewoon ontstemd want hij keek er nors bij met een forse frons boven z'n neus en druk met z'n vingers trommelend vanwege de traagheid van het apparaat.
Ik zat niet eens met verbazing naar al dat gedoe te kijken maar vooral met medelijden. Deze persoon liet zich helemaal gek maken door die zegenrijke electronica.
Maar waar ik me vooral zorgen over maak betreft toch wel de allerjongsten onder ons, die opgroeien in een leefomgeving waarin voortdurend prikkels worden ontvangen. Muziek, TV, computerspelletjes, er is geen moment van enige rust, laat staan van verveling. En verveling is af en toe vast wel goed om het brein eens goed tot rust te laten komen.
Naar ik vrees komt veel van de zgn. ADHD voort uit een gewenning aan, of compensatie van die onnatuurlijk grote hoeveelheid prikkels die een kind ondergaat; dat is ongetwijfeld niet ingebouwd in de jager/verzamelaar die we in beginsel als soort toch gewoon zijn. Het gevolg is vast dat het onmogelijk wordt om je aandacht op één ding te concentreren en dan wordt er het etiket ADHD op geplakt en worden de symptomen met medicamenten onderdrukt. Ik vind dat een ongewenste ontwikkeling; een beetje rust inbouwen lijkt me beter, te beginnen in de zeer prille leeftijdsfase. Gewoon, net als dat kikkerpootje, niet te veel prikkelen.

11 december 2011

Barend Cornelis Koekkoek

Zelfportret van Koekkoek

Eerlijk gezegd dacht ik dat het in het Dordts gemeente museum hing, het schilderij over de winter van de kwast van Koekkoek. Maar tot m'n verrassing en genoegen kwam ik het weer tegen in het Teijlers museum waar het al zo'n 180 jaar prachtig hangt te zijn. Althans in mijn ogen is het een schoonheid. Ook nu kon ik het niet laten om er telkens weer naar te gaan kijken.
Grappig genoeg was er tegelijkertijd een tentoonstelling (TT) van Lorrain in het Teijlers; hoewel deze laatstgenoemde aanzienlijk bekender schijnt te zijn dan Koekkoek vond ik dat geen van Lorrains schilderijen of tekeningen in de schaduw van het schilderij van Koekkoek kon staan. Een kwestie van smaak denk ik. 
Mijn smaak is nogal door de barok en de romantiek bepaald. Dat geldt zowel voor de schilderkunst als voor de muziek. Met moderne schilderkunst en moderne muziek heb ik niet zo veel op.
Gaat u dit schilderij vooral eens zelf bekijken.
Ik ben er erg van onder de indruk


Koekkoek heeft in Kleve een eigen museum. Is vanuit Nijmegen goed bereikbaar met de bus.


10 december 2011

Alweer dat kikkerpootje!

Pulsgenerator
Galvani ontdekte het bestaan van elektriciteit met de proef met het kikkerpootje. Wanneer je een achterpoot met spier en bijbehorende zenuw prepareert, dan kun je de spier doen samentrekken door een elektrische spanning aan te leggen over de zenuw. Dat gebeurt m.b.v. een pulsgenerator.
Die proef heb ik gedaan in mijn studententijd, inmiddels zo'n 45 jaar geleden. Natuurlijk lullig voor de kikker, maar daar gaat het nu niet om. In die proef gingen we eerst kijken hoe sterk de (pulserende!) prikkel moet zijn om de spier tot samentrekking te bewegen. Dat blijkt al bij een zeer klein spanningsverschil het geval te zijn. Voer je het spanningsverschil op, dan trekt de spier krachtiger samen. Daar is een maximum aan; voer je de spanning dan nog verder op dan trekt de spier niet krachtiger samen, maar wordt de zenuw ongevoelig. Je verpest daarmee de proefopstelling; kappen dus.
Ongeveer op de helft van de maximale spanning deden we verdere proeven. Belangrijk experiment is het opvoeren van de frequentie van de pulsen. Bij lage pulsfrequentie (1 puls per seconde) trekt de spier steeds samen en ontspant zich volledig. Voer je de frequentie op dan kan de spier zich bij een zekere frequentie niet meer geheel ontspannen voordat de volgende samentrekking plaats gaat vinden. Wordt de frequentie dan nog verder opgevoerd dan krampt de spier samen en heeft het pulseren geen effect meer.
Hieruit kan worden afgeleid dat het effect van de zenuwprikkel een optimum heeft in prikkelsterkte èn in prikkelfrequentie. Dat geldt natuurlijk niet slechts voor het effect van een zenuw die een spier aanstuurt, maar ook voor andere zenuwen en ook voor de hersenen die uiteindelijk een bijzonder ingewikkelde zenuwknoop zijn, nietwaar? 

09 december 2011

Het groenhok van PROIRA

Op deze plek stond het oude Groenhok van PROIRA
Het was niet meer het zelfde houten gebouwtje, maar nog wel van de padvinderij: het Groenhok van mijn dispuut met de fraaie naam PROIRA. In het begin van het academisch jaar hielden we daar de groentijd, voor een dispuut een belangrijk moment van saamhorigheid en plezier. Ook ik ben daar in het jaar 1965 "ontgroend". Het was liefde op het eerste gezicht van beide kanten; ik heb me dan ook altijd erg thuis gevoeld in het dispuut.
Toen ik deze week door Amstelveen aan het zwerven was kon ik het niet laten om even te gaan kijken achter het hek dat voorheen altijd gesloten was. Eigenlijk was het er nauwelijks veranderd alleen de ouwe houten keet die we altijd huurden van de padvinders was vervangen door een nieuw, keurig wit geverfd exemplaar. 
Het logo van mijn dispuut PROIRA
Met dank aan Huib
Toen ik lid werd van de Vereniging LIBER en daarin van het dispuut PROIRA stond de babyboom generatie in de startblokken om de universiteit te bestormen. De vereniging dreigde uit haar voegen te barsten. Het jaar voor ons waren meerdere nieuwe disputen opgericht waaronder PROIRA. Dit dispuut was voortgekomen uit het dispuut ROSTRA; de twee voortrekkers, Alef Kluiver en Paul Scheelbeek hadden het huzarenstukje geklaard om met een klein tiental nieuwe studenten een dispuut vorm te geven. Mijn jaar, bestaande uit een viertal nieuwe jaars was dus feitelijk pas de tweede jaargang. Namen die ik me nog weet  te herinneren waren Hans van der Sloot, hij was tevens studiegenoot van mij en dan twee medicijnstudenten, Lex Pull en Onno Meijer. Van het jaar boven ons weet ik nog wel een paar namen: Jan Bouwman, Jaap Jansen, Leendert Koppelaar, Jaap Vlugt, Han Vreeswijk, . Het dispuut had iets met water en zeilen, vandaar ook de naam. PROIRA betekent voorsteven. Het motto van het dispuut was in het Grieks en mocht slechts mondeling worden doorgegeven van praeses op praeses.
Onlangs besprak ik dit met Huib, zoals bekend uit dit Blog ook voormalig lid van PROIRA en hij wist van niks. Huib was zelf cöordinator van het dispuut geworden nadat de officiële bestuursfuncties van Praeses, Abactis, Fiscus en Assessor waren verdwenen. We waren het erover eens dat de magische zin nu wel gepubliceerd mocht worden. Ik doe dat als laatste praeses die hem kende met veel genoegen. Daarbij denk ik aan de moeite die het me destijds kostte om hem als niet-klassiek geschoolde (het is eruit!) uit het hoofd te leren.
Panton
Rèmaton
Ofelimotètos
Idioteias
Rhetorica
Askèsis
Oftewel: Het beste middel om de dwaasheid tegen te gaan is het bedrijven van de rhetorica. Ik denk nog met veel genoegen terug aan mijn tijd in het dispuut. Ik zal er nog wel een paar Bloggies aan gaan wijden.
Met dank aan Roos voor het verbeteren van de Griekse tekst.

08 december 2011

Station Amsterdam Zuid

De campus van de VU aan de Boelenlaan
Het weer van de laatste dagen is niet erg aanlokkelijk om er eens lekker op uit te gaan; lekker nog even omdraaien en pas bij de dageraad voor het zetten van een koppie thee uit bed komen, dat gaat me beter af. Dat betekent dus niet vroeg, d.w.z. voor half zeven inchecken met de Dalvrij kaart en dus geen verre trips. Maar dichterbij valt er ook zoveel fijns te beleven. Amsterdam, de stad van mijn jonge jaren heeft zo veel stations inmiddels en bij alle heb ik wel zo mijn nostalgia.
Zo ging ik dinsdag laat van huis en was rond 12.00 uur op het station Amsterdam Zuid, vlakbij de campus van de Vrije Universiteit, mijn alma mater. Het chemie gebouw stond in de Lairessestraat, maar voor wiskunde, natuurkunde en later voor biochemie en micro-biologie was alles destijds al geconcentreerd op de Boelelaan, naast het academisch ziekenhuis. Het hoofdgebouw heb ik nog zien bouwen toen ik mijn bijvak microbiologie deed. Nu is het terrein helemaal volgebouwd; op alle gebouwen van toen zijn verdiepingen geplaatst. Het was nauwelijks meer te herkennen; een mega diploma fabriek met overal (rokende!) studenten en fietsen. Leuk om terug te zien. En toen het rondje gemaakt dat ik in mijn eerste baan, als wetenschapperd op de afdeling Medische Microbiologie vaak maakte met Dik Boorsma of met Sjors Kraal. Daar ben ik ermee begonnen om de middagpauze steeds te gaan wandelen. Het Amsterdamse bos lag om de hoek dus daar liepen we altijd heen.
Sluis en brug van Nieuwe meer naar de Bosbaan
Het Amsterdamse bos, mijn vader noemde het nog bij haar oude naam: "het bosplan", een werkgelegenheidsproject waarbij een bos werd aangelegd in de Haarlemmermeerpolder. Nu ligt het onder de bulderbaan, een aanvliegroute van luchthaven Schiphol. Tussen de hagelbuien door liep ik het stuk langs de bosbaan, waar ik ook trimde met Reinier Schoorl, waar ik een keer Toon Hermans tegenkwam, stijf gearmd met zijn vrouw Rietje, beiden ernstig kijkend, waarschijnlijk vanwege het onderzoek dat Rietje had ondergaan aan het academisch ziekenhuis; naar later bleek was zij ernstig ziek in die tijd. Het stuk waar ik nog een foto van heb met mijn overgrootvader en waar ik vaak kwam met mijn vader, voor op de fiets. Routa nostalgica dus. Weer terug naar het station en weer voor donker thuis; het heeft wel wat om "in de buurt" te gaan wandelen.
Bekend beeldje op de doorgaande weg in A'veen
De volgende dag heb ik opnieuw Amsterdam Zuid aangedaan maar nu naar Amstelveen; daar heb ik enkele jaren met Lien gewoond. Ik zocht het oude adres, Schouwenselaan 13, maar kon het met geen mogelijkheid vinden. Wel naar het centrum van Amstelveen gelopen en het Cobra museum bezocht. Mijn vriend Peter C is een liefhebber van moderne kunst en nu probeer ik naarstig om daar ook enig genoegen aan te beleven. Ik doe mijn best, maar het valt niet mee. Destijds heeft mijn vriend Dick O. mijn smaak voor muziek met enige eeuwen opgerekt; daar waar ik eigenlijk alleen van romantiek hield, met name Chopin en Schubert, heeft hij mij met succes de barok en middeleeuwse muziek leren waarderen en ook Mahler en tijdgenoten. Tot Schönberg kon ik eigenlijk helemaal met hem meegaan. Overigens ben ik een bewonderaar van Hugo Distler, waarschijnlijk omdat ik "Eine Wiehnachtsgeschichte" van hem heb gezongen bij Maarten Kooij. Ik ben Dick daar nog steeds dankbaar voor. Maar moderne kunst kan ik maar moeizaam waarderen. Malevitch heb ik jarenlang op mijn werkkamer gehad in copie natuurlijk. Maar Carel Appel en Corneille?! In het Cobra museum las ik dat Carel Appel werken had gemaakt die hij zelf de naam had gegeven: "Brandstapel". Tja wat zal ik daar van zeggen.