31 juli 2011

Bart Jan Spruyt en Johann Sebastian

Van mijn buurvrouw krijg ik zo af en toe een grote stapel Elseviers. Die mag ik altijd graag lezen, zo ook vanmorgen in de trein. Spruyt had dit keer een uit mijn hart gegrepen stuk over de Mattheus passion. In zijn stuk komt een belangrijke vraag naar voren: Kan zo'n hoogtepunt uit de christelijke cultuurgeschiedenis worden vertolkt zonder het geloof van de componist te delen? Verder citeert hij Nietzsche die stelde dat de niet meer gelovige nog leeft op grond van het christelijk erfgoed. Dat laatste heb ik ook een keer aan den lijve ondervonden.
Mijn opvoeding was nog doordesemd van de christelijke leer en ondanks dat ik zelfs als kind nooit heb geloofd in de basis van het christendom, het bestaan van God en Jezus als de verlosser, heb ik de verhalen altijd prachtig gevonden en was ik daarvan diep onder de indruk. De Mattheus passion kan mij ook nu nog tot tranens toe roeren en dat wel degelijk vanwege de inhoud en niet louter vanwege de prachtige muziek.
Ik merkte dat die diepere geloofs gevoelens voor mij toch meer betekenden dan ik objectief voor mogelijk had gehouden toen één van mijn kinderen over het christelijk geloof opmerkte dat het toch allemaal onzin was en dat het toch raar was dat je geloofde dat iemand die dood is weer op kan staan. Daar ben ik het eerlijk gezegd volstrekt mee eens, maar ik heb hem toch geschrobbeerd en wel omdat ik die zienswijze als blasfemisch, als oneerbiedig ervaar. Dat moet voortkomen uit dat christelijk erfgoed waar Nietzsche op doelde. Bart Jan adviseert om "Het negende uur" van de hand van Pieter Nouwen te lezen. Ga ik maar eens doen.

30 juli 2011

Zaanse huisjes in Zaandam

Mijn grootouders woonden in Zaandam; mijn vader groeide daar ook op. Czaar Peterstraat nummer 60, daar woonden ze. Mijn opa was borstelfabrikant en had een winkel aan de voorkant van het huis en een werkplaats annex schuur annex garage achter het huis. Het was altijd heel gezellig wanneer ik daar logeerde; opa was aan het werk en kwam binnen voor de koffie. Als ik maar nergens aanzat mocht ik bij hem in de werkplaats komen. Vol bewondering keek ik hoe hij van een voorgeboord stuk hout met behulp van koperdraad, paardenhaar en vakmanschap een borstel maakte. Het was vooral handgereedschap wat hij hanteerde.
Hedendaagse kitsch bij het station van Zaandam
Als gezin kwamen we regelmatig in Zaandam; met de trein want een auto bezaten mijn ouders niet in die tijd. Station Zaandam, je zou het niet meer herkennen; een overloopbrug, een leeg veld achter het station waar nu allemaal gebouwen staan. De Hembrug over het Noordzeekanaal vlak voordat je op het station aankwam.
Vanaf het station de stationstraat in, langs een beeld van een destijds heel jonge Jan Wolkers: Leda en de zwaan stelde het voor; een wat bonkige, onmiskenbaar vrouwlijke figuur met iets onbestemds met een vleugel op haar rug. Het stond op een brug over een stinksloot. Dan richting Czaar Peter buurt met allemaal groen geschilderde huisjes met bakstenen gevels. De Rozengracht, beetje chique.
Moet je daar nu komen. Het station wordt visueel gedomineerd door een imitatie van een imitatie die je in Japan zou verwachten. Ongelooflijke kitsch van op elkaar gestapelde Zaanse geveltjes, bouwkundig uitgevoerd op een manier die het geen 20 jaar uit zal houden.
Ik vond Zaandam eigenlijk al grotendeels vernield, maar dit vind ik toch wel het toppunt van wansmaak.

29 juli 2011

Ouwe tante Coba

Vandaag weer met mijn broer gewandeld; hij wil graag afvallen door meer te bewegen, maar heeft daarbij wat stimulans nodig. Dat doe ik graag en nu met mijn NS Dal Vrij kaart is dat ook geen probleem. Dus voor de tweede keer deze week naar West Friesland. En dan haal je natuurlijk herinneringen op; onze oma kwam ter sprake toen we het terloops kregen over kamers verhuren. Oma verhuurde een kamer, deels voor de inkomsten, deels voor de gezelligheid. Zo had ze eens een jonge vrouw die in een bar werkte; oma dacht dat ze achter het buffet in een café stond. Ze werkte in ieder geval 's-nachts en dat gaf oma wat aanspraak in de middaguren wanneer de dame was uitgeslapen.
Maar ook had ze ooit een zekere meneer Roobol op de kamer; hij was leraar op de ambachtsschool. In die tijd kregen wij van een kennis van onze vader een ouderwetse grammofoon, zo één met een grote hoorn en een dikke naald op de plaat. Helaas was de opwindveer stuk. Maar...... aldus broer Jan had die meneer Roobol deze hersteld door hem uit te gloeien, een nieuw gaatje te maken en hem weer op de juiste manier te plaatsen in het mechanisme.
We moesten beiden ontzettend lachen om die ouwe tekst die ik nog enigszins kende van een oude 70 toeren plaat die we met onze vader op het Waterlooplein hadden gekocht: "Ouwe tante Coba die is zo dom, ze roerde haar koffie met haar grote teen om". Ik zal eens kijken op Youtube of dit liedje is geplaatst, net als die grappige liedjes van Johnny en Rijk.

28 juli 2011

Het goede voorbeeld

Op de Nederlandse station geldt alweer langere tijd een rookverbod. In het begin hielden de meesten zich daaraan en rookten alleen maar op de daartoe aangegeven locaties op de perrons, rond de daarvoor aangelegde centrale asbakken. Als niet-roker moest je dan wel door een rookgordijn indien je langs de asbak moest, maar verder op het perron was het dan rookvrij. De discipline van de mede-reizigers werd helaas allengs minder en minder. Tegenwoordig wordt er weer als vanouds overal op de perrons gerookt. Binnen in de stationshal overigens nauwelijks; dat doet nog maar een enkeling.
Maar van de week zag ik toch wel een stuitend beeld van twee NS politie agenten, met handboeien en pistolen, die beiden met een sigaret opgestoken op een daarvoor niet aangewezen locatie zaten. Dat had ik niet verwacht van ambtsdragers in functie.

27 juli 2011

De eerste keer met de Dal Vrij kaart van de NS

Vorige week had ik al een paar kleine ritjes gemaakt, maar afgelopen dinsdag kon ik voor het eerst van m'n nieuwe abonnement gebruik maken op de manier die ik me had voorgenomen; lekker een daggie zwerven. De dag ervoor had ik met Huib een zeer stevige étappe van het Waterliniepad gelopen, dus nu even rustig aan.
Eerst naar Hoorn en dat stadje helemaal doorkruist. Prachtige stad met plein waarop een monumentaal beeld van Jan Pietersz. Coen. Daarnaast "de Rode Steen" waarop vroeger de terechtstellingen plaatsvonden. Rare gedachten dat daar waarschijnlijk menigeen het hoofd letterlijk had verloren; zo ging dat in vroeger tijden met criminelen.
Rode steen waarop in vroeger tijden misdadigers werden terechtgesteld.
Ik zag een fenomeen waarvan ik werkelijk dacht dat het niet meer bestond: een kaaswinkel met zo te zien alleen maar Hollandse kazen. Aangezien ik nog steeds geen kaas had kunnen kopen had ik een paar besmeerde boterhammen meegenomen. Gesneden kaas gekocht en heerlijk belegde boterhammen gegeten in de schaduw van J.P. Coen.
Zicht op Enkhuizen
Met de trein verder naar Enkhuizen, ook zo'n schitterend oud-Hollands plaatsje met het fraaie Zuiderzee museum. Het werd wat regenachtig terwijl ik het Zuiderzeepad probeerde af te lopen. Liep door Enkhuizen maar was eigenlijk slecht gemarkeerd door de stad heen. Nam niet weg dat ik het plaatsje heb mogen bewonderen en aan de haven een lekkere dikke gerookte paling kocht!
Door naar de fabriek van mijn broer op het industrieterrein. Mijn nicht Janneke zag mij tot haar verbazing aan komen lopen: "Wat zal m'n vader verrast zijn!", verwelkomde ze mij. Jan kwam even later en we hebben met z'n tweeën een stevige twee uur gewandeld in het bos bij de Ome Keesweg. Op de heenweg kwamen we nog het touristentreintje van Hoorn naar Medemblik tegen.
Tot slot met z'n drietjes gegeten bij de Mastenbar in Enkhuizen, een restaurant waar vroeger onze ouders ook wel kwamen. Gezellig en weer met de trein terug gereisd. Heerlijk daggie voor een oud-forens.

26 juli 2011

Nietsche en de onzin van inteelt

Lezen is toch wel een belangrijke tijdspassering voor mij als niet-bezitter van TV. Merkwaardig genoeg heb ik dan het gevoel dat de boeken die je tegelijk onder handen hebt een soort onderling verband houden. Zo las ik de laatste weken het boek "Dier, Bovendier" van Frank Westerman tegelijk met "Bernhard" van Annejet van der Zijl. Tussendoor zag ik een artikel over Peter Sloterdijk, de grote Duitse filosoof en door hem getriggered heb ik "Alzo sprak Zarathoestra" van Nietsche uit de bieb gehaald (omdat er niets van Sloterdijk te leen was).
En dat gaat dan raar genoeg almaar over rasverbetering, zuiver bloed, blauw bloed. Vooral Westerman maakt steeds de link van de rasverbetering van de Lipizzaner paarden naar het Nationaal Socialisme. Annejet van der Zijl geeft heel helder weer hoe de Duitse adel zich gedroeg als een door God geschonken bovenlaag in de maatschappij die het bestond om de onderlaag aan zich te onderwerpen. Walgelijk gewoon.
Mendel versus Lysenko, ratio (wetenschap) versus een totalitair systeem (communisme). Voor mij als voormalig wetenschapper heb ik met verbazing gekeken naar die discussie over Lamarck versus Mendel en de discussies die daarover in Rusland werden gevoerd.
En dan Nietsche met zijn zgn. Übermensch. Ik kon zijn lijn absoluut niet volgen, maar dat er überhaupt maar sprake kan zijn van een Übermensch is in mijn ogen zo'n klinkklare onzin.
In mijn wetenschappelijke tijd maakten we gebruik van zuiver ingeteelde muizenstammen. Door "rasveredeling" middels maximale inteelt door generaties lange broer-zus voortplanting werden muizen verkregen die allemaal absoluut gelijk waren (op spontaan ontstane mutaties na natuurlijk) en overigens ook heel vitaal; iedere eigenschap, iedere allele was homozygoot aanwezig en dus "goed", d.w.z. compatibel met vitaliteit. Iedere stam had zo haar eigenschappen. DBA/2 muizen waren lichtbruin en wat klein van formaat, C57Bl/10 was aanzienlijk forser. C3H was weer wat anders bruin van kleur, enzovoorts. Ook karakterverschillen kon je tussen de stammen waarnemen. Eén van de witte stammen, Balb/c was bijzonder agressief; vooral de mannetjes beten elkaar tot bloedens toe. Dus maak mij niet wijs dat karakter niet overerfelijk zou zijn!?
Maar kruiste je een dergelijke stam met een wilde muis, dus één die voor veel genen heterozygoot was, dan ontstond door heterose wel een heel vitale "Nachwuchs". Muizen die wel een meter hoog konden springen en beten als wilden. Inteelt is dus niet bepaald een voorwaarde voor een Übermaus. De gedachte aan het moedwillig creëren van een Übermensch vervult mij met walging. Ook Frank Westerman is die mening toegedaan aldus zijn meesterlijk werk.

25 juli 2011

Frank en Annejet


De moderne vaderlandse schrijvers mogen mij om mijzelf onduidelijke reden niet bekoren; uitzondering zijn Frank Westerman en Annejet van der Zijl. Van Frank heb ik inmiddels een groot deel van het oeuvre gelezen en met Annejet kom ik inmiddels ook een heel eind.
De overeenkomst maar ook de verschillen tussen deze twee vind ik frappant. De overeenkomst betreft de historisch juiste weergave van gebeurtenissen. Frank Westerman gaat steeds uit van een gebeurtenis die hem ooit heeft gefrappeerd: het verdwijnen van een dorp (De graanrepubliek), het verdwijnen en weer verschijnen van een zee (Ingenieurs van de ziel), het pompen van een dekhengst, gadegeslagen door een kleine jongen (Die bovendier), een opgezette neger, bij toeval waargenomen tijdens een liftvakantie (El Negro). Bij de opboouw van zijn verhaal gaat hij heuristisch, tastend en het toeval een rol gevend zijn gang; meer als een journalist dan als een romanschrijver.
Annejet van der Zijl speurt als een echte historica bronnen na en geeft nauwlettend de werkelijkheid weer. Roos heeft over Annejet een heel informatieve Blog geschreven. Sonny boy vond ik daarvan een schitterend voorbeeld met een zeer roerend verhaal over een buitengewoon moedige vrouw. Maar Bernhard, het verhaal over "de Prins", echtgenoot van koningin Juliana deed voor mij de deur dicht. Objectief, zonder zich te buiten te gaan aan oordelen gaf zij de werkelijkheid weer zodanig dat je wel heel koningsgezind moet zijn wil je nog op 30 april het "Oranje Boven" willen scanderen.

24 juli 2011

De pijlstaartrups

Prachtige foto van de pijlstaartrups. Foto Hans van Zummeren
In mijn jeugdjaren kwam hij ontzettend veel voor, de pijlstaartrups. Hij leefde op de liguster; door zijn enorme afmeting en de daarbij behorende drollen kon je hem makkelijk opsporen. Wij kinderen keken onder de ligusterstruiken gewoon of er van die drollen lagen en daarboven vond je de veelvraat. Een prachtige grote groene rups met wat lila zijstrepen en als duidelijk kenmerk de stekel achterop zijn lijf. En dan lag er hier eentje dood op de rijweg. Gelukkig niet plat gereden door passerend verkeer maar vooral als rijke voedselbron voor de mieren.
Dode pijlstaartrups op het plaveisel
En mieren vormen voor mij de oorspronkelijke interesse voor insecten. Ik had een gipsnest met daarin een kolonie Formica Fusca, de zwarte bosmier. Die kolonie voedde ik bij voorkeur met biinnengevlogen insecten die ik met een krant voorzichtig had doodgeslagen. De kolonie floreerde daar overigens zo bijzonder goed op dat ik haar in de tuin van Roos heb moeten vrij laten. Matig voeren is de wijze waarop groot mierenkenner Rudolf vH zijn vele koloniën in de hand weet te houden, maar dit ter zijde. Tîjdens een wandeling had ik een dode, dikke rups gevonden, geen pijlstaart overigens. Die heb ik thuis in stukjes gesneden en in de vriezer bewaard als voer voor mijn kolonie. Tot mijn verbazing bleek bij ontdooien dat die rups uit vrijwel louter vet bestond dat werd uitgevroren en bij ontdooien een plasje vormde. 
Het is toch een wonder van die insectenwereld dat zo'n huls van spier en huid, voorzien van kop en ingewand door het enorme vraatvermogen gevuld word met vet dat uiteindelijk als bron van energie en bouwstoffen voor de uiteindelijke vorming van het insect, tijdens het proces van de metamorfose, wordt gebruikt. 
Het is één van de vele "wonderen" der natuur waar wij als mensen door gefrappeerd worden; als we ons dat maar realiseren.

23 juli 2011

Tweede étappe van het Trekvogelpad

Het oude raadhuis van Alkmaar
De volgende dag opnieuw vanuit Alkmaar vertrokken. Eerst even op de weerradar gekeken hoe het weer zich naar verwachting zou ontwikkelen. Noord Holland mocht mooi weer verwachten.

Het eerste deel van de aanloop ging door de binnenstad van Alkmaar en die is schitterend. Het oude raadhuis, de grachten, de kaasmarkt; allemaal schitterend om te zien.
Beeldje op de kaasmarkt
Maar na het passeren van de oude verdedigingsgracht was het niet veel meer. En uiteindelijk moest ik bijna een uur door een industrieterrein.

Economisch gaat het goed in deze regio want op het industrieterrein werd naarstig gebouwd en een nieuw stuk terrein werd op het boerenland veroverd. Voor landschappelijke schoonheid moest ik nog wat verder lopen. Maar dat kwam zoals je mocht verwachten van plaatsjes als Driehuizen, Graft en De Rijp. Maar voordat ik daar was aangeland mocht ik genieten van de vergezichten over boerenland, met grote vaarten, en boerenslootjes, lange rechte polderwegen door de 17e eeuwse Schermer polder.
Industrie tereein volop in ontwikkeling
Lekker wat uitgerust en in de zon gelegen bij een grote poldermolen; daarvan staan er nog enkelen in de Schermer. Ik heb nog even gekeken hoe het plaatsje Zuid Schermer eruit zag. Dat was piepklein maar naar ik begreep van een mede-wandelaar die ik aan een picknick tafel bij een rust ontmoette kende het een uitgebreid dorpsleven. Grappig dat de samenhang van een gemeenschap kennelijk omgekeerd evenredig is met het aantal inwoners.
Poldermolen
Tot slot het hoge land op naar de oud plaatsjes als boven genoemd. In Graft stonden pruimen te koop bij een onbemand stalletje aan de weg; ik heb een pondje gekocht en al wandelend opgesmikkeld. M'n water was inmiddels op en ik zocht een gelegenheid om m'n flesjes te vullen. Bij de brug in Graft stonden wat mensen met elkaar te praten en laat daar nou een bekende van me bij zijn: Alexandra van de eco-werkgroep Kwadijkse Vlot. Lekker uitgerust bij haar in de tuin en m'n watervoorraad aangevuld. Was weer een heerlijke dag met een onverwachte afsluiting.
Met de bus naar Amsterdam. Het regende pijpenstelen onderweg en ook in Utrecht had het vreselijk geregend. Ik had geluk gehad: het was de hele wandeling warm tot zeer warm. Ik kwam dan ook helemaal doezelend van de zon en de warmte thuis.

22 juli 2011

Bloemenrand rond een maisveld; goed voor de insecten


Bloemenrand langs maisveld
Bij mijn wandeling door Noord Holland kwam ik een maisakker tegen met langs de rand een strook die met wilde bloemen was ingezaaid. Van afstand kon ik klaprozen, korenbloemen, kamille, St Janskruid onderscheiden maar er waren meer soorten. Zag er goed uit.
In het blad van de Nederlandse Entomologische Vereniging (NEV) stond ongeveer een jaar geleden een artikel over het effect van dergelijke bloemrijke randen in het kader van biologische bestrijding. U moet weten dat insecten de grootste consumenten zijn van .... insecten. Rupsen, de larven van tal van vlindersoorten, maar ook van andere insectensoorten die van bladeren leven, worden gepredateerd (een mooi woord voor opgevroten) door de larven van met name sluipwespen. De rupsen worden gewoon van binnenuit opgegeten. Het binnenste van rupsen bestaat vooral uit vet en merkwaardig genoeg blijven de rupsen nog vrij lang in leven terwijl ze worden geconsumeerd. De natuur lijkt wreed.
De volwassen sluipwespen hebben daarentegen nectar nodig; die leven dus zelf niet van de rupsen. Voor een optimale bestrijding van rupsen op biologische wijze kun je daarom akkerranden inzaaien met nectar dragende planten, bloemrijke soorten planten dus. Dat is goed voor de volwassen sluipwespen die dan weer eitjes kunnen leggen in de rupsen op de akkerplanten. Alleen moet de afstand tussen de cultuurplanten, waarvan de rupsen moeten worden bestreden en de bloemrijke rand niet te groot zijn. Ik meen iets van 10-20 meter maximaal.
Wat ik in NH zag was een reusachtig maisveld met een smal randje bloemen, dus het effect van de biologische bestrijding zal hooguit gering zijn, maar het begin is er en voor de nectar etende insecten is zo'n bloemrand prima en voor de wandelaar een mooi gezicht!

21 juli 2011

Albert Heijn in nieuw jasje

Voordat ik naar Alkmaar zou vertrekken las ik nog in een ouwe krant dat Dick Boer, de nieuwe topman van AH het concern wilde doen groeien. Niet alleen door aankopen van verwante bedrijven maar ook door interne groei. Daarvan zag ik een voorbeeld.
Bij vertrek wilde ik natuurlijk mijn zelf gemaakte brood meenemen, maar ik had geen kaas meer en ook geen ontbijtkoek, de twee beleggen die ik altijd meeneem bij het wandelen. Nou ja, dan maar onderweg wat beleg kopen; en zo smeerde ik twee boterhammen met boerenboter en nam die mee.
In Alkmaar kwam ik niet langs een winkelstraat, maar goed, het was ook nog geen etenstijd. Aangekomen in Egmond a/d Hoef zocht ik een winkel; ik hoopte op een ambachtelijke slager. En ja, daar zag ik een uithangbord met "Kwaliteits slager". Toen ik naderbij kwam zag ik dat hij (waarschijnlijk in de strijd om de concurrentie, zoals vele kleine slagerijen) was opgeheven. Ook verder zag ik geen voedingswinkels in het winkelstraatje van Egmond a/d Hoef. Dat wordt dus brood met tevredenheid, dacht ik.
Echter, aan het eind van het dorp, ergens buiten de bebouwde kom wapperden de bekende blauwe vlaggen van Albert Heijn. Dat viel dus mee. Nu begreep ik ook waarom die kleine slager was opgeheven en eigenlijk kreeg ik er een beetje de pest over in. Maar wie schetst mijn verbazing toen ik geconfronteerd werd met "een nieuw concept": gebroederlijk naast elkaar met een open ruimte met een paar tafeltjes en stoelen waren daar AH, een slagerswinkel en een viswinkel, beide met uitgebreid assortiment, present. Dus heb ik twee haringen met uitjes gekocht (werden vers schoongemaakt!) en met m'n flesje water en m'n boterhammetjes opgesmikkeld.
Dus dat bedoelt Dick Boer. Het is een verbetering en de slager en visboer blijven op die manier in de weer!

20 juli 2011

Wandelen in Noord Holland

Station Alkmaar, begin van deze étappe
Ondanks dat ik een hele stapel van die NIVON wandelboekjes heb, heb ik nu het boekje van "het Trekvogelpad", lopend van Bergen aan Zee (NH) naar Enschedé nu van de bieb geleend. En maar direct aan de wandel gegaan. Tot mijn genoegen kon ik nu al een nieuw abonnement van de NS aanschaffen, het zgn. Dal Vrij abonnement; dat houdt in dat je in de daluren, d.w.z. op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur en vanaf 18.30  zonder kosten mag reizen met de trein. Verder in het weekend de hele dag. Het lijkt een beetje op de NS-jaarkaart die ik vroeger had toen ik werkzaam was. Ik mis dat ontzettend dat je zonder kosten lekker ver weg in het land kunt gaan.
Maar natuurlijk had ik ook nog 2 geldige "ouwe lullen vrij-reizen kaartjes". Die moest ik eerst maar eens opmaken voordat ik aan het nieuwe abonnement zou beginnen. Dus hup de eerste étappe van het Trekvogelpad, van Bergen aan Zee naar Alkmaar. Ik begon in Alkmaar. Het frappeerde me dat het pad zo ontzettend goed is gemarkeerd. Ik wil niet beweren dat je het boekje niet nodig hebt, maar je komt een heel eind. Een prachtige route die zelfs door de stad Alkmaar door groene dreven gaat.
Groene paden dwars door de stad Alkmaar
Dan het platte land met bruggetjes; de boeren werken ontzettend mee aan het doorgankelijk maken van het land voor wandelaars. Ik wil niet beweren dat ik door mede-wandelaars onder de voet werd gelopen, maar ik heb toch wel een klein tiental collegae gezien. Vervolgens door de duinen. Een zeer afwisselende étappe!
Die eerste étappe is ruim 21 km, dus nog niet eens de helft van een étappe van de Nijmeegse vierdaagse. Ik neem m'n petje af voor die wandelaars; ik had het na die 21 km helemaal gehad en was blij dat ik even kon uitrusten. Ik had prachtig weer de hele dag en hoop voor hen het zelfde.
Aangekomen in Bergen aan Zee blijkt dat de bus (nummer 6 Connexxion) twee keer per uur rijdt. Prima verbinding dus.
In de trein vroeg ik of het vrij reizen met het Dal Vrij abonnement ook voor de hele dag in juli en augustus geldt. Dat is helaas niet het geval; kan ik me wel voorstellen want de intercity zowel als de stoptrein die ik in de spits wel kon nemen met mijn vrij reizen kaartje (voor 60 plussers) waren erg vol, zelfs op 19 juli dus.

19 juli 2011

Johnny Kraaykamp overleden

Ik was in de bibliotheek om nieuwe boeken te halen en de verschillende kranten door te bladeren. Achter mij hoorde ik zo half en half een gesprek dat er iemand overleden was op een leeftijd zodanig dat de baker er geen schuld meer aan had. Natuurlijk wekte dat mijn nieuwsgierigheid. Ik had de NRC van zaterdag net uit en legde deze terug in het rek. Toevallig kwam op dat moment de dame van de bieb met de NRC van maandag: met een "ik heb hem net uit de brievenbus gehaald", overhandigde ze mij deze vriendelijk. En daar zag ik direct welke prominent er was overleden: Johnny Kraaijkamp, de oude komiek en toneelspeler.
Nu zult u misschien verbaasd zijn dat ik daar een Bloggie aan wijdt, maar dat komt omdat mijn moeder destijds bij Johnny op school heeft gezeten. Zij woonde in de Kinkerstraat, een arbeiderswijk in Amsterdam-West, net als John, die toen overigens anders heette, Johnny was zijn artiestennaam.
Ze heeft vaak verteld dat hij altijd vrolijk was en armoedig. Met z'n petje op één oor liep hij altijd te fluiten. Hij is op 86-jarige leeftijd overleden en mijn moeder zou dit jaar 85 zijn geworden, dus het klopt wel. Met zijn overlijden wordt toch wel een hoofdstuk voor mij afgesloten. Die malle liedjes, samen met Rijk de Gooijer (wij zijn twee eenzame cowboys, en, Waterlooplein). En die malle koppen die hij kon trekken. Zijn toneel carriëre is mij eerlijk gezegd ontgaan, maar volgens Roos was hij een hele goede "King Lear".
Bedankt John voor je goede humeur!

18 juli 2011

Discipline

Afvallen door bewegen en FDH dieet, ik weet het altijd zo goed voor een ander, maar heb zelf de grootste moeite om me aan de zelf opgelegde regels te houden; ik eet ook zo ontzettend graag. Snoepen en alcohol achterwege laten kost me niet zo gek veel moeite; sociaal wenselijk gedrag zet me helaas nog wel eens aan tot het drinken van bier en het effect van alcohol is natuurlijk dat je de toch al niet zo krachtige zelfdiscipline nog verder ondermijnt zodat het tweede biertje of glaasje wijn snel genomen is. Zoals Maarten 't Hart al heeft geformuleerd hoef je slechts het eerste glas niet te nemen. Het moeilijkste moment voor mij is altijd wanneer het bridgen is afgelopen en je op de uitslag zit te wachten; dat interesseert me feitelijk niets, je kunt het net zo goed op de computer lezen de volgende ochtend, maar het is sociaal wenselijk om dan een drankje te nemen. Frisdrank drink ik uit principe niet; al die suiker, zoetstof, kleurstof, smaakstof bij elkaar gevoegd om een kunstmatig drankje te maken is niets voor mij als purist met eten. Bovendien vind ik frisdrank vies van (kunstmatige) smaak. Water in een flesje vind ik "de nieuwe kleren van de keizer", kortom de grootste waanzin; ik lurk net zo lief aan de kraan. Dus blijft bier of wijn over met de boven genoemde effecten. 
Maar dan het wandelen. Als je dat gedisciplineerd doet en vooral stevig doorstapt, of wat nog veel beter is, in zeer geaccidenteerd terrein doet, is perfect voor het (her)krijgen van het gewenste gewicht. Door de enorme inspanning die dalen en stijgen van het fysiek vergt wordt het lichaamsvet gemobiliseerd waardoor je geen honger krijgt en wel met een noodgang afvalt. Je zou juist het omgekeerde verwachten namelijk dat je door de inspanning en het gebruik van energie een enorme honger ontwikkelt, maar niets is minder waar. Het is wel noodzakelijk dat je een goed getraind lijf hebt anders gaat de vlieger niet op. Spiergebruik en vetafbraak moeten wel ontwikkeld zijn. Verwacht dus niet dat je als ongetraind persoon af zult vallen zonder honger door je enorm in de bergen gaat inspannen; honger en alles overtreffende spierpijn zullen dan je deel zijn. Daarentegen zul je als (wandel)getraind persoon direct overgaan op vetverbranding in de spieren waarbij het vet wordt gemobiliseerd vanuit de reserve en het gevormde melkzuur wordt geneutraliseerd door je alkalireserve (effect van training). Het gemobiliseerde vet in je bloed voorkomt je honger gevoel. 
Het was me al jaren geleden opgevallen hoe mijn zeer getrainde vriend Dick O een hele dag kon lopen op een plak ontbijtkoek, een fles koffie en een flesje water. Verder at hij altijd matig en als hij maar van de chips af kon blijven kenmerkte hij zich met een gewicht waar ik steeds jaloers van werd ondanks dat hij zeker 5 cm langer is dan ik!
Prachtige vergezichten in ons vlakke land


Roos en ik hebben het effect van afvallen in geaccidenteerd terrein vooral ervaren wanneer we in berggebieden (prachtig Slovenië) aan het wandelen waren met hoogteverschillen van honderden meters. Kom daar maar eens om in ons polderlandje met haar prachtige vergezichten!

17 juli 2011

Veiligheid in een vakantiebaan

Mijn eerste vakantiebaan deed ik in mijn veertiende jaar. Voor een bedrag van 20 gulden per week (nu omgerekend een bedrag van nog geen 10 euro per week) mocht ik 8 uur per dag, vijf (misschien wel zes, dat weet ik niet meer) dagen per week wat klusjes doen bij de vestiging van Colgate Palmolive in Amsterdam. Stencils draaien op een mocht ik veel doen. De jongeren weten niet eens meer wat stencils zijn?! Dat was een procedé waarbij een typiste, op een schrijfmachine een soort sjabloon, een met letters geperforeerd, inkt ondoorlaatbaar vel met daarin de tekst produceerde. Dat werd dan in een stencilmachine ingesmeerd met inkt en dan verscheen de tekst op het witte papier; vergelijkbaar met een zwart-wit printer, maar dan anders. Het werd vaak een kliederboel weet ik nog. Bah, die vieze stencilinkt. Er was ook een procedé met alcohol prints. Een beetje vergelijkbaar. Dat mocht ik doen als tijdelijk jongste bediende.
Ook mocht ik adressen met een pons machine op enveloppes drukken. Een metalen plaatje in het apparaat plaatsen en dat ramde dan met geweld het adres op de enveloppe. Je bediende dat op de een of andere manier die mij ontschoten is, maar misschien wel met een voetpedaal. Ik weet nog goed, als in een flits dat ik het plaatje nog wilde verstellen omdat het scheef lag toen het apparaat in beweging kwam. Mijn hand en vingers werden toen gered door de beveiliging die, god zij gedankt, in het apparaat was ingebouwd.
Maar een andere neef van mijn oom was minder gelukkig; ik weet nog dat mijn oom Kees vertelde dat zijn neef in een koekfabriek, tijdens vakantiewerk een deel van zijn hand had verloren in een snijmachine. Het belang van veiligheid tijdens vakantiewerk kan ik dan ook niet voldoende benadrukt zien; het gaat steeds om onervaren werkkrachten die de consequenties van hun werk niet kunnen overzien. Instructie is van groot belang en veiligheidsprocedures mogen niet onderschat worden. Verder vind ik dat onveilig werk gewoon niet mag worden opgedragen aan jongere vakantiemedewerkers; zij kunnen de consequenties absoluut niet overzien hoe veilig het ook lijkt.

16 juli 2011

De tijdelijkheid

Tijdens één van de nachten die wij doorbrachten op Rhodos werd ik tegen de ochtend, tijdens het overpeinzen van onze heerlijke vakantie, overvallen door verdriet; het tijdelijke van het bestaan overviel mij. Ik geniet zo ontzettend van het leven, van het bestaan en ik realiseer mij heel goed dat het slechts van tijdelijke aard is. Er komt dus een moment van afscheid nemen; dat stervensmoment "an sich" is niet wat mij verdrietig stemt, maar het gevoel dat het dan afgelopen is om op deze prachtige wereld rond te lopen en te genieten van al hetgeen zich daarop bevindt als de natuur, lekker eten, wandelen, muziek, literatuur en andere genietingen voor lichaam en geest. Ook het rare gevoel dat alles wat je aan ervaringen hebt opgeslagen in dat gecompliceerde orgaan dat wij hersenen noemen; dat dat allemaal verdwijnt stemde mij verdrietig. 
Mijns inziens ligt dit gevoel van machteloosheid, want helaas, iedereen zal eraan moeten geloven, ook ten grondslag aan iedere vorm van religie. Enige vorm van hiernamaals vind je terug zoals bij de oude Grieken, waarbij de terugkeer naar de aarde, de begrafenis de absoluut noodzakelijke voorwaarde vormde om over de Styx te kunnen worden gezet door Charon. Afgezien van Orpheus was het levenden ook niet toegestaan om bij de Elysische velden te komen, daar zorgde de driekoppige hellehond Cerberus wel voor! 
Voor de Christenen werd de hemel als vreugde brengend concept bedacht. De beloofde vreugde was dermate groot dat die de grootste componist aller tijden, Johann Sebastian Bach aanzette tot de prachtigste muziek. De hem door "de kerk" beloofde hemelvreugde komt prachtig tot uiting in Cantate BWV 82, "Ich habe genung"; de aria "Ich freue mich auf meinem Tot", een in mijn ogen bizarre levensvisie, behoort tot de mooiste en ontroerendste, maar ook vrolijkste muziek die Bach creëerde. Aan de Mohammedanen worden zelfs 49 maagden beloofd. Al met al lijkt het een vrolijke boel bij de mij bekende grote religies wanneer je de ogen hebt gesloten.
Als agnost geloof ik daar natuurlijk helemaal niets van; het is gewoon allemaal over als magere Hein je op komt halen of wanneer Atropos je levensdraad doorknipt. Het stemde me even verdrietig daar op het prachtige Rhodos waar ik mij zo omringd voelde door het oude, vrolijke polytheïsme van de antieke wereld, maar zo gaat het nou eenmaal.

15 juli 2011

CT-scan redding rokers

Met dit ronkende bericht opende de voorpagina van "de Spits", het lijfblad van treinrijdend NL. Hoe misleidend is dit alles en hoe walgelijk. Wat zal de voorzitter van van het 14e Wereld Longkanker Congres (IASLC) zich raar voelen toen hij dit bericht las. Ongetwijfeld zal hij "het stoppen met roken", of veel beter nog "het nooit beginnen met roken" als oplossing voor longkanker hebben genoemd. Nu lijkt het net of je als roker je gang maar kunt gaan omdat opsporing "op tijd" kan plaatsvinden. Dat het slechts bij 20% van de gevonden personen "redding" brengt, ontgaat de meeste rokers vrees ik. Iedere verstokte roker zal denken dat hij bij deze happy few zal behoren.
De door de journalist aangehaalde kanttekeningen van de congresvoorzitter worden natuurlijk volledig onderschat zoals dat er veel afwijkingen zullen worden gevonden die niet altijd duiden op longkanker en dus veel vervolgonderzoek en dus veel geld nodig maken. De verloren maanden of jaren levensgeluk wanneer je wel "gevonden wordt", maar toch dood gaat na een deels overbodig ziekbed. De ongerustheid wanneer er "afwijkingen" worden gevonden. En verder natuurlijk de wenselijkheid van collectieve financiering van dit te vermijden risico, maar dat is een ander hoofdstuk natuurlijk.

Ik zet kanttekeningen bij dit bericht. In de eerste plaats omdat het inzetten van de ICT-scan bij niet zieke mensen voor de vroegopsporing van longkanker bij rokers toch behoorlijk lijkt op bevolkingsonderzoek en mijns inziens voor geen meter voldoet aan de criteria van Wilson en Jungner rond bevolkingsonderzoek. Verder omdat het geheel voorbijgaat aan de juiste benadering van het voorkomen van longkanker, namelijk het stoppen met roken. Verder is dit "interview" voor mij weer eens te meer een bewijs dat je als wetenschappelijk deskundige nooit een interview ongelezen moet laten publiceren.

Ik kon m'n ogen niet geloven toen ik dit idiote bericht las. Wel leuk onderwerp voor een Bloggie natuurlijk!

13 juli 2011

DSK gerehabiliteerd

Aanvankelijk geloofde ik niet zo in het verhaal rond DSK, hoe deze "grote man" zich te buiten was gegaan aan sexuele perversie door een hem onbekende dame aan te randen. Ik kon me dat gewoon niet voorstellen; zoiets doe je toch gewoon niet wanneer je een dergelijke hoge positie bekleedt?! Echter, mijn vriend Peter C. was ervan overtuigd dat het verhaal wel klopte. Ik ben dan ook erg opgelucht nu DSK wordt vrijgesproken, Peter ook trouwens. Niet omdat ik dan alsnog gelijk krijg maar vooral omdat mijn gevoel dat dit soort mensen zich niet aan dit soort zaken te buiten gaat bevestigd lijkt te worden. Aan de andere kant zal deze zaak ook veel walging oproepen in het kader van de afpersbaarheid van mannen en de geloofwaardigheid van vrouwen in onderhavige gevallen, BAH!
Overigens is er in het verloop van het proces rond DSK wel een beerput geopend over de gang van zaken binnen het Franse openbare leven; in de politiek ben je gewoon niet veilig als vrouw; je kunt geen rok dragen als je niet gediend bent van ruwe opmerkingen. Dat is toch te gek voor woorden. Mannen en vrouwen moeten toch op een normale wijze met elkaar om kunnen gaan. We zijn toch geen insecten.
Ik beschouw dit Bloggie als een welkome rectificatie van mijn eerdere Blog over dit onderwerp onder de titel "Het liefdesleven van een insect".

11 juli 2011

Harde werkers op Rhodos

Vanmorgen zag ik een kop in de krant dat de toeristen voor Griekenland een zeer belangrijke bron van inkomsten zijn. Staken in de toeristenindustrie is dan ook vergelijkbaar met het slachten van de kip met de gouden eieren. In de taxi op de heenweg sprak de chauffeur al over het sterk verminderen van "het werk" op Rhodos gedurende de winterperiode. Overigens duurt het toeristenseizoen slechts van mei t/m september. Gelukkig vliegt Ryanair t/m oktober waarmee het seizoen wat verlengd wordt. Hoewel deze maatschappij nog maar kort op Griekenland vliegt spraken wij al veel mensen die er gebruik van hadden gemaakt; goed voor Griekenland.
In de media is de indruk gewekt dat Grieken maar een lui volkje zijn die vroeg met pensioen gaan en slecht belasting betalen. Ongetwijfeld zal dat ten dele waar zijn. Maar aan de andere kant hebben wij in onze vakantie veel Grieken gezien die zich helemaal een slag in de rondte werken. De "cleaning lady" van Roseberry Studios, Anna, werkte iedere dag, zowel bij Roseberry als in een ander hotel. Zij vertelde dan ook dat zij aan het eind van het seizoen eerst een paar dagen moest slapen om van de vermoeidheid bij te komen. Maar ik zag ook een chef kok in een (open) keuken van één van de vele restaurants (waar we geregeld kwamen) die, altijd wanneer we hem zagen vreselijk druk in de weer was. Het zelfde gold voor de mensen in de winkels, bedienend personeel in de restaurants. Ze maken lange dagen en werken in de hitte keihard.
Met de eigenaar van het internet café kwamen we wat nader tot de problematiek van Griekenland. En dan merk je dat het probleem kennelijk (aldus de Grieken zelf) toch vooral bij de politieke élite en bij "Athene" zit. Genoemd werd een ziekenhuis met 40 tuinlieden, maar zonder tuin. Allemaal neefjes van politici die een baantje, althans een inkomen moeten genieten dus een loodzware, niets opleverende belasting vormen voor de overheidsfinanciën. Nou ja, ik hoop maar dat Griekenland zichzelf boven water kan houden. Ik zal mij graag inspannen voor hun economie in ruil voor hun heerlijke atmosfeer!

10 juli 2011

All Inclusive

We spraken een Hollandse die in een "buiten kantoor", zoals ze dat noemde, zitting hield om kaartjes te verkopen voor bootreisjes rond Faliraki. Het kwam onder andere op de toename van het verschijnsel "All inclusive", d.w.z. dat je in een hotel niet slechts boekt voor verblijf maar tevens voor het ongelimiteerd eten en drinken. Dat is kennelijk voor velen een groot genoegen dat je je helemaal vol kunt laten lopen zonder extra kosten.
In Lindos, waar we hebben geluncht op het terras met uitzicht op het antieke theater had ik een stel Engelsen gezien met polsbandjes om. Ik had mijn hals gestrekt en mijn ogen ingespannen om eens te kijken wat er op die bandjes stond: de naam van een hotel. Dat is het teken dat je bij dat hotel verblijft op basis van all inclusive. Ze aten dan ook niets, hoewel het etenstijd was, maar hadden slechts een drankje genomen daar waar iedereen verder smakelijk van de lunch genoot.
Het effect van dit verschijnsel is natuurlijk desastreus voor het uitgaansleven in de toeristenplaatsjes. Wanneer je al je vertier in het hotel vindt, ga je niet meer uit voor dineren, een drankje, disco en noem maar op. De dood in de pot voor de toeristenplaatsjes.
Later spraken we nog mensen die zelf in een AI hotel zaten maar daar eigenlijk wel genoeg van kregen; je komt niet meer van het erf af als je niet uitkijkt. Naar ik hoop is het een overwaaiend verschijnsel.
Je kunt overigens in dergelijke gevallen net zo goed naar een sporthuis centrum huisje ergens in NL gaan met een grote koeltas vol met eten en kratten van één en ander. Ook daar vind je alle vertier binnenshuis en hoef je niet de kosten voor de reis te maken. Met all inclusive zie je toch ook niets van de omgeving, dus wat maakt het dan uit of je verblijf in Holland, eventueel zelfs op een fabrieksterrein staat of ergens in de schoonheid van Griekenland of Turkije?

09 juli 2011

Eten in Psintos

Roos op het pleintje van Psinthos
Het lijkt wel iedere dag heter te worden op Rhodos; was het de eerste dagen soms zelfs een beetje fris (heerlijk, tijdens de wandeling van Psinthos naar Kalities) daar is het nu de laatste dag van de vakantie snoeiheet. We vroegen het aan een winkelier waar ik een nieuwe broodplank heb gekocht (prachtig olijfbomenhout, kan mee tot het een erfstuk wordt) of onze waarneming klopte. Hij zei dat het tot 15 augustus steeds warmer wordt en dat het daarna snel weer naar normale temperatuur daalt. Het voelt vandaag in de schaduw al aan alsof het meer dan dertig graden is, dus dat belooft nog wat voor al die toeristen die de komende weken naar Griekenland komen. Mei en juni zijn de betere maanden hoewel het zeewater in mei nog wel behoorlijk koud is. Nu in juni is het heerlijk. Donderdag, de laatste dag van juni, zijn we eerst naar het strand gegaan om te zonnen en te zwemmen. Dat was heerlijk hoewel ik wel wat te lang met m'n rug in de zon was geweest; het is zo'n felle zon dat je erg snel te veel hebt. Daarna met een taxi naar Psinthos; dat is een gezellig dorpje dat in de verte aan Fuenteheridos doet denken vanwege het karakteristieke pleintje met restaurantjes.
Lekker buiten eten in een restaurantje op het plein van Psinthos
In een van de restaurants hebben we gegeten, lekker buiten op het terras. Een flesje retzina voor mij en plaatselijk bereide wijn voor Roos. Natuurlijk weer te veel gegeten; eerst calamaria, gevolgd door mousaka, een eier/groente gerecht uit de oven. Daarna uitgebuikt op een bankje bij het genoemde dorpsplein en een uurtje op de bus naar Faliraki gewacht. Tijdens de terugtocht keken we met veel respect terug op de wandeling die we een paar dagen tevoren hadden gemaakt. Psinthos-Kalithies was toch zeker 15 kilometer. De Grieken die we het hebben verteld waren allen onder de indruk; Grieken wandelen niet, die nemen voor honderd meter nog de scooter krijg ik de indruk. Dat was bij mijn eerste bezoek aan Griekenland in de zeventiger jaren wel anders. Toen zag je veel ezeltjes, beladen met van alles van het land en daarnaast een Griek, wandelend. Overigens zag je ook vaak een ezel die met een Griek was beladen; erg graag liep men ook toen al niet kennelijk.

08 juli 2011

Ladiko beach en Anthony Quinn

Faliraki heeft een fraai zandstrand, maar in de buurt zijn nog meer strandjes. Die kun je met een bootje vanuit Faliraki bezoeken. Maar, Roos zou Roos niet zijn als ze niet had uitgezocht dat die strandjes dichtbij waren en dat je er waarschijnlijk ook heel goed te voet zou kunnen komen. Dat was inderdaad het geval, zij het dat we over de geasfalteerde weg moesten en niet over de rots zoals we graag hadden gewild. Het eerst gevonden strand was voor nudisten. Dat zouden we de laatste dag maar eens uitproberen, maar nu verder naar Ladiko en Anthony Quinn Beach.
Een kort stukje wandelpad op Rhodos. Nam iemand zich maar de moeite om dit soort paden te restaureren voor (buitenlandse) wandelaars! Deze oude paden moeten nog overal zijn in Griekenland. Maar de meeste Grieken lopen zelf niet graag.
Wel vonden we ergens een zijpaadje dat in vroeger tijden wel eens een doorgaand wandelpad zou kunnen zijn geweest. Nu werd de eerste vijftig meter vooral gebruikt als damesplasplaats gezien het aantal verfrommelde zakdoekjes dat in de bosjes lag. Maar wij hebben de overhangende takken getrotseerd en konden het pad zeker 250 meter lang lopen. Het eindigde bij een heden onbewoond huis.
Uiteindelijk kwamen we uit bij Ladiko Beach, een sprookjesachtig plekje, natuurlijk met tamelijk veel mede-strandgenieters, maar vooral toch wonderschoon. We hebben daar heerlijk gezwommen.
We maakten kennis met een varkenshouder uit Gendringen die zelf ook een touristische groepsvoorziening exploiteert. We hebben beloofd om kontakt op te nemen.
Na een paar keer wat verkoeling te hebben gezocht in het water gingen we naar een volgend strandje, Anthony Quinn Beach. U raadt het al, op dit strand zijn scenes opgenomen van de film Zorba de Griek. Ik hoop die film binnenkort te kunnen bekijken om deze schitterende plek aan de Aegeische zee eens op film te zien. Volgens Wikipedia is overigens het strand waar de legendarisch scene is opgenomen op Kreta gesitueerd; wie daarop let is een kniesoor zal ik maar zeggen.

07 juli 2011

Moederliefde

Bij ons verblijf op Rhodos bij Roseberry Studios hoorde ook een kattenfamilie; een moederpoes met een drietal, sprekend op haar gelijkende poesjes. Zij speelden zo tegen het eind van de middag in de tuin waarop wij uitkeken vanuit het balkon van het apartement. Eigenlijk heb ik het niet zo op katten en had ik ook nooit zo op hun gedrag gelet, maar hier kon je niet omheen kijken.
Op een avond hoorde ik een geluid dat geleek op dat van een krolse kat; een wat klaaglijk, doordringend geluid. Het was de moederpoes; als bij toverslag kwamen de drie jonge poesjes aangesneld; zij waren duidelijk door moeders op appèl geroepen en niet voor niets.

Een cicade om mee te oefenen als prooi

Zij had namelijk een dikke cicade gevangen; deze leefde nog maar kon niet meer vliegen. Ze liet hem vallen voor de jongen, zodat die konden oefenen in het doden en verschalken van deze prooi. Terwijl een van de drie dit deed, keken de andere toe; ze lieten elkaar overigens met rust om dit te leren.
Het was mij al eens opgevallen dat moederpoes haar staart krachtig heen en weer zwiepte, met als doel de jongen te leren een prooi te bespringen. Dat speels aandoende gedrag is overbekend van poezen, jong en oud; zwiep je een balletje aan een touwtje heen en weer dan is het onweerstaanbaar voor een poes om telkens weer een poging te doen deze te pakken te krijgen. Een aandoenlijk gezicht. Als de jongen er genoeg van kregen dan stopte moeder ook met het zwiepen van haar staart.
Een andere keer zag ik dat ze de jongen met het bekende krolse geluid bij zich riep en vervolgens ging schoon likken.
Een andere avond, het was al schemering vloog een cicade met veel kabaal ons balkon op; de poes zat voor het balkon en hield het insect nauwlettend in de gaten. Ik heb de cicade voor haar gevangen en aangeboden; met smaak savoureerde zij haar krakend diner.

06 juli 2011

Pallas Athene en Frank Lloyd Wright

De antieke, gerestaureerde tempel van Pallas Athene te Lindos op Rhodos
Ommuurd staat daar op de rots van Lindos op Rhodos de antieke tempel van Pallas Athene. Het purperen, breinzoute water ligt al eeuwen te schitteren rondom deze bijzondere plek temidden van de Aegeïsche zee. We waren onder de indruk van dit antieke bouwwerk. Terwijl we keken zweefde een prachtige vlinder door de ruimte van de tempel: Psyche, de Griekse naam voor vlinder. Het bouwwerk is bijzonder fraai gerestaureerd; daarmee krijg je een veel beter idee van de werkelijkheid dan wanneer je slechts omtrekken kunt zien in de vorm van de restanten die nog uit de oudheid resteren. Fijn dat dit werk is verricht.
Voor ons Noorderlingen is die Aegeïsche zee toch altijd bijzonder met haar donker blauwe kleur onder de strak blauwe hemel. Het licht hier op Rhodos is zo sterk met die hoog staande zon en schoon gewassen lucht dat je er eigenlijk geen voorstelling van kunt maken. De huizen van de stadjes zijn niet voor niks wit geschilderd. Daarmee wordt de hitte van de zon enigszins terug gekaatst en blijft het nog enigszins koel binnen.
Op de weg naar het hoogste punt van de rots, waar de tempel van Pallas Athene is geplaatst kom je meerdere antieke bouwwerken tegen, Eén daarvan frappeerde mij door de vorm van haar stenen waarmee de buitenmuren zijn bekleed. Deze hebben een patroon dat mij sterk deed denken aan de stenen die Frank Lloyd Wright vaak gebruikte in zijn bekende huizen als het Hollyhock huis in LA.
Antieke stenen lijken op die van Frank Lloyd Wright
Alleen hakten de Grieken deze stenen uit kalksteen en liet FLW deze fabrieksmatig maken uit cement. Terwijl de eerste genoemde de tand destijds toch zo'n 2000 jaar hebben weerstaan hebben de bedenksels van Frank aan 80 jaar al een hele klus. Neemt niet weg dat ik de gevonden parallel een heel aardige vind.

05 juli 2011

Naar de kapper in Lindos

Deze keer ben ik eens niet in Sevilla maar in Lindos naar de kapper geweest. Met de (volle) bus naar de plaats Lindos. Roos kon nog net een zitplaats vinden, maar ik heb een groot deel van de rit gestaan. Een antieke plaats, althans daar waar het moderne Lindos is gebouwd lag in de oudheid een dorp aan de natuurlijke haven. Prachtig plaatsje en niet voor niets door veel touristen bezocht.
Roos loopt door zo'n echt toeristenstraatje
Onderweg kwamen we een kapsalon tegen en heb ik mijn vacht af laten scheren; met de tondeuze, heel kort en daarna knipte de kapster mij zorgvuldig inclusief mijn wenkbrauwen. Maar tijdens het knippen deed zij mij de ontboezeming dat haar eerste liefde een Hollandse man betrof. Zij was toen 18 en hij 28. Hij kwam al heel veel jaren in Lindos, zij noemde zijn (zeer Hollandse) naam.

Bij de kapper in Lindos
Daarna gingen we een hapje eten en gingen naar een willekeurig restaurant beetje buiten de main stream. Dit restaurant was echter voorzien van een bijzonder terras alwaar wij een schitterend uitzicht hadden op het antieke theater van Lindos, een schitterend bewijs van de antieke pracht en rijkdom van dit stadje.
Uitzicht op het antieke theater van Lindos vanaf
het dakterras van het restaurant
Na de maaltijd zijn we erheen gelopen en hebben in bewondering staan kijken. Tenslotte naar de Akropolis van Lindos, een hoog op de rots gelegen, ommuurd goed bewaard gebleven en gerestaureerd stuk oudheid. Als pronkstuk stond daar de deels gerestaureerde tempel van Pallas Athene. Door de schitterende restauratie krijg je tenminste een idee hoe zo'n tempel er in werkelijkheid moet hebben uitgezien. Dat beeld krijg je toch maar moeilijk als je slechts wat in elkaar gestorte pilaren met grote stenen aanschouwt. Dank voor deze inspanning Grieken!

04 juli 2011

De vlindervallei van Rhodos

Roos en ik zijn nogal entomologisch geïnteresseerd, dus hup naar de Vlindervallei, Petaloudes. Met de Taxi want met de bus was niet te doen. Het was een fraaie rit door het ruige berglandschp van Rhodos tot we bij deze toeristische attractie kwamen.
Petaloudes, wandelpad langs het watertje
Deze vallei verbaast iedereen die Griekenland heeft bezocht; een gortdroog land waarvan je je, zeker als Nederlander, afvraagt hoe er nog iets groens kan groeien. Het landschap van Rhodos is heel droog; volgens Dimitri, de joviale directeur van Roseberry Studios, regent het er soms een heel jaar niet, maar meestal wel in wintertijd. En dan kom je in die vlindervallei en daar stroomt gewoon water in de vorm van een klein beekje. Natuurlijk is alles daar groen en kunnen er insecten leven waarvan 1 soort vlinder in overvloed.

Alweer volgens Dimitri, maar ook eerder volgens de taxi chauffeur zijn de meeste vlinders in augustus. Nu zaten er ook al veel, maar veel interessanter was het landschap dat door het beekje was gevormd.
Overigens was het er zo druk met touristen dat het wel een wandelpad in Nieuw Zeeland leek. Verder zijn wij fanatieke wandelaars, op heel Rhodos in deze week geen wandelaar tegen gekomen, maar dat ter zijde. Vanaf de vallei hebben we opnieuw een taxi genomen naar het plaatsje Psinthos, een plaatsje dat ons in de verte aan Fuenteheridos in Spanje deed denken; gezellig pleintje met activiteit eromheen. "Moeten we maar eens gaan eten" namen we ons voor. Maar nu gingen we aan de wandel. Van Psinthos naar Kalithies, 15 kilometer. Het was heel zonnig, zoals altijd in zomertijd in Griekenland, maar er stond een lekker frisse wind, hooguit 28 graden dus uitstekend wandelweer. In Kalithies de bus genomen naar Faliraki. Nog even afkoelen in zee en vroeg slapen.
Reptiel, koesterend in de zon

03 juli 2011

Naar Rhodos stad

Maandags gingen we naar Rhodos stad. Deze stad wordt net als Valetta, de hoofdplaats van Malta, gedomineerd door de verdedigingswerken van de Maltezer ridders. Voordat deze zich in Malta vestigden hadden zij hun domicilie op Rhodos, vlak onder de kust van Turkije dus. Dat zinde deze Mohammedanen niet echt; er is sprake van een voortdurende strijd van de Turken tegen deze ridders, afkomstig van de verschillende streken van Christelijk Europa. Destijds op Rhodos zond de Turkse sultan een enorm leger, met een honderdvoudige overmacht naar Rhodos. Daar was geen houden aan en dus moest de grootmeester op enig moment "de hand van de sultan kussen", oftewel zich overgeven. Daarna zijn zij naar Malta gegaan. Ook daar hebben zij strijd moeten leveren tegen de Turken. Dit alles hebben we kunnen zien en horen bij een video presentatie in de voormalige burcht van de ridders.
Natuurlijk hebben we de schitterende haven bezocht en ons een voorstelling proberen te maken hoe het er in de oudheid moet hebben uitgezien toen het enorme beeld van Helios wijdbeens de ingang van de haven vormde. Nu staan er twee herten op zuilen weerzijden van de havenmond. Ook heel fraai en ingetogen. Hoe het beeld er in werkelijkheid moet hebben uitgezien en of het "uberhaupt wel heeft bestaan, daarover zijn de classici het nog niet eens. Maar op Rhodos zie je wel vaak een beeld van Helios dat model zou hebben kunnen staan.
Rhodos stad was verder een gezellige touristenstad met veel winkeltjes met snuisterijen en veel restaurants. We hebben de hele binnenstad doorgewandeld. Deze ommuurde binnenstad kan ik iedereen aanbevelen voor een wandeling. 

02 juli 2011

Spotgoedkoop naar Rhodos

Afgelopen week hebben we vakantie gevierd op Rhodos. Zondag vertrokken we met bus 50 van de halte "tunneltje de Bilt" naar station Driebergen-Zeist en met de trein naar Nijmegen. Met bus 83 door naar de wereldplaats Well en vanaf daar te voet naar het vliegveld. Een fraaie wandeling van ruim een uur door de natuur naar het vliegveld Weeze in Duitsland, een Hub van Ryanair. Natuurlijk ging de vlucht keurig op tijd zoals we gewend zijn van deze low cost maatschappij. Lekker cheeseburgertje gescored en tot mijn verbazing landden we 2 uur en 56 minuten later al op vliegveld Rhodos. Een heel uur "ahead of schedule" vanwege "wind mee".
Voor 27 euro (fixed price) met de taxi naar Faliraki, een leuk toeristenbadplaatsje waar we ons een week zouden gaan vermaken. De chauffeur van de taxi sprak vloeiend Engels en gaf ons al veel belangrijke informatie over Rhodos. Kom daar maar eens om in Spanje; daar spreekt vrijwel niemand een woord Engels. We waren zeer aangenaam getroffen. Het bleek later dat vrijwel alle Grieken Engels spreken en zo niet, dan toch een paar woorden Duits.
We werden ontzettend hartlijk ontvangen door de baas van "Roseberry studios", Dimitri, een joviale kerel die ons direct een gevoel van "at home" verschafte.
Roseberry Studios
Het onderkomen was simpel maar comfortabel; een heerlijk balkon op de begane grond met een zitje en verder alles wat je nodig hebt zoals een douche en een koelkast. We waren dik tevreden. Het doordringende, karakteristieke geluid van de cicades gaf een heerlijk zuidelijk cachet aan de omgeving.
Ontbijten op ons balkon (en 'savonds oefenen met bridge!)

Lekker ergens aan het strand een hapje gegeten. We voelden al direct dat het een leuke vakantie zou gaan worden. 

01 juli 2011

Het onderhoud van adipositas

Vaak vroeg ik mij af hoe je zo dik kunt blijven met adipositas; het vraagt toch een forse inspanning en daarmee energie en daarmee vetafbraak om voortdurend overgewicht mee te moeten slepen. Als je "normaal" eet moet je feitelijk al afvallen. Derhalve moet adipositas onvermijdelijk inhouden dat iemand dagelijks geweldig eet. Ik had dus al zo mijn vermoedens, maar de doorslag gaf toch het beeld dat ik deze week op mijn netvlies getoverd kreeg.
Tegenover haar was nog een plekje voor me vrij in de tamelijk volle trein coupé; een jonge vrouw in spijkerbroek met dijen die zeker anderhalf keer zo dik waren als de mijne en zeker twee misschien wel 2,5 keer zo dik als die van Roos, mijn slanke partner. Een jas die strak stond, een vriendelijk gezicht met de huid strak van de dikkigheid en een stevige onderkin. Een moderne bril completeerde het beeld. Terwijl ik mij afvroeg hoe zij het zo ver had kunnen laten komen gaf zij mij een lesje in het onderhoud van adipositas. In haar tas, die letterlijk onder handbereik en open stond, had zij een zak "lekkers"; geglazuurde bollen met ongetwijfeld een vulling van (melk?)chocolade en wellicht een pinda of ander nootje. Terwijl ik dit schrijf trek ik onwillekeurig een vies gezicht bij de gedachte dat ik in haar tempo dit "lekkers" op zou moeten eten; ik krijg al kiespijn en word misselijk bij de gedachte. Het ging achter elkaar door; ik telde het aantal keren dat zij zo'n caloriënbom pakte en verorberde; achter elkaar ging het. Ik zette mijn stopwatch stiekem om eens te kijken in welk tempo het ging: het was gemiddeld zo'n 65 seconden. Telkens ging haar hand zoekend de tas binnen en kwam onstuitbaar met buit voor haar mond; het had iets gedrevens. Onwillekeurig moest ik denken aan de olifanten vroeger in Artis wanneer je een pinda voor het hok gooide; ze konden dan niet zien waar die pinda lag en tastten met hun slurf net zo lang tot zij hem te pakken hadden.
We reden samen een stuk van 25 minuten en in die tijd had ze meer dan 20 van die dingen weggegeten. Tja, wat moet ik daar van zeggen. Ik had met haar te doen want het had toch wel veel weg van verslavingsgedrag; van honger zal het niet geweest zijn.