14 december 2023

In de ochtendschemer

 

De kerk van Oosthuizen in de ochtendschemer


Tijdens een van mijn wandelingen moest ik plotseling aan mijn ouwe vriend en collega Jacques denken, lang niet gezien en gesproken, zo gaan die dingen, maar ik bedacht mij dat ik hem best wel weer eens zou willen spreken over "vroegig" en gewoon ook weten hoe het ermee ging. We zijn inmiddels beiden bejaard en dan is het ook maar de vraag of iemand nog onder de levenden is. En ja hoor, hij deed het nog, hij beantwoordde mijn e-mail en we kwamen tot een afspraak voor een bezoek. Nu woont hij op een plek waar je niet zo heel makkelijk met OV kunt komen, in de buurt van Hobrede in de Beemster, ruim drie kilometer van een goed bereikbare bushalte. Ik had uitgezocht dat de meest voor de hand liggende route met de trein naar Hoorn en vervolgens met de bus naar Oosthuizen en dan een drie kwartier wandelen naar Hobrede, een langdurige reis die ik gezien mijn NS Dalvrij abonnement het beste voor de spits kon laten beginnen. Om 5 uur ging de wekker na een onrustige nacht en zat ik om 6.30 in de stoptrein naar Utrecht en om 8 uur in Hoorn waar het nog stikdonker was. Aangezien de bus elke tien minuten richting Oosthuizen ging heb ik er een laten schieten en was rond 8.30 in Oosthuizen waar het gelukkig al schemerde zodat ik de wandeling kon beginnen. Komoot wees mij de weg en zo kwam ik langs de kerk van Oosthuizen. Had ik al lang geleden over gehoord; dat mijn oudoom Jan Onrust, de broer van oma Sientje daar ooit, inmiddels wellicht 100 jaar geleden, reparatiewerkzaamheden aan de toren had verricht als aannemer. En daar stond deze kerk die ik nu voor het eerst in al z'n glorie kon aanschouwen.
Jacques

Ik vroeg aldaar aan een meneer met hond of het pad richting Hobrede verhard was hetgeen hij beaamde, "was altijd verhard geweest", wist hij mij te vertellen. Ik liep vrolijk verder door de verkwikkende stilte van de Beemster, een stilte die vol was van vogelgeluiden, ganzen, eenden, smienten, heerlijk om van zo'n symfonie van de natuur te mogen genieten. En daar kwam Hobrede in het vizier, lang niet geweest en door naar het huis van Jacques en Ellen. Ik hoefde niet eens te kloppen, Jacques deed de deur open en begroette mij net als vroeger met: "Evert, nobel mens", en dan vallen de jaren weg. Hij moest lachen toen ik mijn muts afzette: "ik herkende je met je petje op, maar zo zou ik je niet herkend hebben", verbaasde me niks want de laatste jaren is mijn haardos bovenop nagenoeg verdwenen, was mij ook opgevallen toen ik foto's zag van een kleine tien jaar geleden. Op oude profielfoto's heb ik nog een stevige pruik har har.
Ach, de jaren vallen weg en we zaten met genoegen met elkaar te praten. Jacques had tal van medische problemen gekend waarover hij maar niet kon ophouden ondanks dat ik aangaf dat ik dat toch maar ouwe wijven praatjes vond, maar het was ook niet niks. Ik vertelde hem dat ik in die jaren 70 dat wij samen werkten aan - wat hij noemt - "het gesticht" veel dingen van hem heb opgestoken en niet slechts technieken rond elektronen microscopie maar de hobby zelf wijn maken, een moestuin, zelf brood bakken. Ik heb dat nog jarenlang gedaan in de Hoflaan en daarbij met behulp van mijn broer ook zelf een destillatieapparaat gemaakt en gebruikt. Het ging vroeger ook altijd over lekker eten en Jacques sprak ook over de Franse restaurantjes waar hij in zijn vakanties met Ellen zat te smikkelen. Als lunch had hij een heerlijke "fantasie in makreel" toebereid die we wegwerkten op sneetjes knackebröd, heerlijk! De makreel had hij onlangs gekregen van "Cornelis", ook een oud collega van ons, degene die de fotografie in orde maakte voor het EM werk. En zo kabbelde ons gesprek maar voort. Als ik aanstalten maakte om weer op te stappen drong hij aan dat ik nog lang niet weg moest gaan, maar ik wilde gewoon nog met licht terug zijn en dat zou lukken. We namen afscheid en ik liep langs de Beemsterringvaart naar Purmerend en nam daar de trein.
Onderweg appte Roos mij nog en gaf aan dat zij al vanavond langs zou komen. Morgen gaan we naar het lunchconcert in Tivoli Vredenburg. En inderdaad hoorde ik rond acht uur de sleutel in het slot en kwam ze binnen. Nog weer wat bijgekletst en bijtijds in de koets, ik was uitgevloerd van het vroege opstaan en de voor een oudere best inspannende dag.  

Geen opmerkingen: