23 augustus 2020

Mijn studententijd tot het doctoraal

 Tijdens mijn laatste jaar op de HBS was ik met mijn goede vader naar een voorlichtingsbijeenkomst geweest aan de VU, faculteit chemie. Wat mij is bijgebleven is dat er bij die gelegenheid werd voorspeld dat de biochemie de beste beloften voor de toekomst inhield. Dat ik chemie zou gaan studeren was duidelijk merkwaardig genoeg; biologie was mijn grote liefde, maar uiteindelijk maakte ik de keuze tussen chemie, geneeskunde en tandheelkunde; het werd toch de chemie door de voorgeschiedenis met dat laboratorium op zolder en ondanks de wat tegenvallende lessen op de middelbare school. Was er wel goed in geweest en slaagde als gezegd met een 10 voor het eindexamen.

Zo'n studie begon in die jaren, ik spreek over 1965, met de introductie in studentenverenigingen. Ik had mij gemeld voor de vereniging Liber en niet voor het Corps. Was zwaar maar niet ondraaglijk en uiteindelijk kwam ik terecht in het dispuut PROIRA van deze vereniging, feitelijk een vriendenclubje dat probeerde elkaar te stimuleren op cultureel gebied. Als toch wat onnozele jongeman stapte ik daar in maar heb er veel plezier aan ontleend zelfs in de tijd dat ik 5e -6e jaars was en zelfs al getrouwd. Heb er later ook aan getrokken om dat oude dispuut weer wat leven in te blazen.

Ik was bepaald geen briljant student, in tegendeel. Daar waar ik altijd de eerste van de klas was in de exacte vakken op de HBS, daar snapte ik geen bal van de wiskunde die we aan de universiteit gedoceerd kregen. Met heel veel moeite kwam ik door de tentamens. Ook mechanica ging buitengewoon moeizaam. Het hele kandidaatsprogramma lag me zwaar. De fysische chemie en de thermodynamica waren raadsels voor me. Alleen atoomtheorie en de biologische vakken als dierfysiologie en microbiologie alsmede de biochemie vond ik fijne, toegankelijke vakken. Ergens onderweg ben ik dan ook mijn motivatie kwijt geraakt en het was door een terloops gehoord opmerking dat ik mijn rug heb gestrekt en er als een bezetene weer tegenaan ben gegaan. Ik hoorde de verloofde van mijn jaargenoor en dispuutsgenoot tegen mijn verloofde, Lien zeggen dat haar Hans dan en dan verwachtte zijn kandidaats te doen. Mij schoot toen te binnen: "dat moet jij ook eikel!!" en ben keihard gaan studeren en haalde toen tentamen na tentamen en was uiteindelijk slechts een half jaar te laat klaar met het kandidaats. Opgelucht kon ik aan de doctoraalstudie beginnen; geen wiskunde of fysica meer; dat lag me merkwaardig genoeg niet in het universitair programma. Vanaf toen werd het meer microbiologisch en zelfs medisch.

Geen opmerkingen: