Na moeizaam mijn kandidaatsexamen te hebben gehaald begon ik welgemoed aan het volgende deel: de doctoraalstudie. Ik koos voor S5 (zo heette dat geloof ik) de richting biochemie; de biologische kant lag mij het meest dat was me wel duidelijk;lag ook veel meer in het verlengde van mijn interesses. Als eerste bijvak koos ik voor microbiologie. Als ik mij goed herinner was dat ook het eerste vak waarin ik praktisch aan de gang ging, d.w.z. onderzoek doen onder leiding van een promovendus. Maar eerst kreeg ik praktisch onderricht in de basis technieken van de microbiologie. Allereerst steriel werken; bacterie uitstrijken maken op een agar plaat; enten van bacteriën. Degene waarvan ik dit leerde was een goede bekende van me: Fransje deM, het enige meisje (kan dat woord nog?) dat bij mij in de eindexamenklas zat. Zij leerde mij deze technieken op heel plezierige wijze.
Daarna ging ik als student meewerken aan het onderzoek van Hans van H. Hij werkte aan Pseudomonas Aerigunose, een facultatief anaërobe bacterie. Als ik mij goed herinner ging het om het NAR-gen dat bepalend was voor het vermogen van deze bacterie om ook zonder zuurstof te kunnen groeien.
van dit onderzoek heb ik vooral meegekregen dat DNA en bacteriën op een magische wijze informatie kunnen uitwisselen. Ik vond het heerlijk werk en denk er nog met veel plezier aan terug.
Dat het ook heel anders kon merkte ik bij mijn hoofdvak praktijk onderzoek. Daar was ik ondergebracht in een onderzoeksgroep waarvan de leider zich nauwelijks liet zien. Volgens een medestudent in die groep ging hij liever thuis piano spelen. Was ook weinig inspirerend en afgezien van biochemische technieken heb ik er niet zo gek veel van opgestoken, althans niet van dat onderzoek. Wel van de scriptie die ik samen met Kees K. heb moeten produceren over het prachtig complexe proces van translatie (heet dat meen ik), het proces waarbij m-RNA wordt afgelezen op een ribosoom en dat er op basis van de informatie op dat m-RNA een eiwitstreng wordt geproduceerd. Buitengewoon leerzaam.
En tot slot het tweede bijvak chemische fysiologie. Samen met een andere Kees hebben we onderzoek gedaan aan enzymen in de hersenen van de koe. Ik heb geen idee meer wat voor enzym dat was. Heb met veel genoegen die paar maanden op het lab gewerkt. Later heb ik nog samengewerkt met de betrokken wetenschapper toen ik in mijn eerste baan bij de afdeling medische microbiologie op de afdeling 1 verdieping hoger werkte.
2 opmerkingen:
Als ik mij goed herinner (in mil. dienst), betekende "S5": zwak begaafd.
Ja, dat realiseerde ik ook toen ik het hier zojuist noteerde, maar hier betekende het de vijfde richting in de scheikunde studie; de S staat voor scheikunde.
Een reactie posten