08 juni 2015

Over de dingen die voorbij gaan

Het huis met de okergele sponningen
Louis Couperus heeft een boek geschreven: "Van oude mensen en dingen die voorbij gaan". Aan deze titel moest ik vandaag denken toen ik door m'n oude buurtje reed op weg naar het station Bilthoven. Ik was er eigenlijk zonder nadenken in terecht gekomen want ik rijd vrijwel nooit meer via die route naar het station sinds de nieuwe aanrijroute met een fietsbrug over het doorgaand autoverkeer is aangelegd.
Maar zo niet vandaag en daardoor werd ik ermee geconfronteerd dat er een verhuiswagen stond bij het huis van een echtpaar dat daar gedurende al die jaren dat we in de Hoflaan woonden was gevestigd; het huis met de opvallend okergele raam- en deursponningen. De heer des huizes droeg altijd een bijzonder lange baard; echt zo'n bokkensik, bijzonder karakteristiek. Toen ik nog forenste sprak ik hem af en toe wanneer hij in zijn heemtuin aan het werk was; allemaal inheemse planten stonden daar mooi te zijn. Zijn vader had iets betekend in Franeker als ik mij goed herinner. Hij had ook zo'n mooie naam met een Griekse uitgang; als ik het goed heb, Mensonides.
Ik zag hem de laatste keer in de huisartsenpraktijk bij de massale griepvaccinatie voor ouderen; hij herkende mij niet; was heel oud geworden en schuifelde nog maar wat.
Helaas kon niemand mij vertellen waarom de verhuizing plaats vond, maar een zekere melancholie overviel mij. Er zijn in die decennia dat ik in dit buurtje heb gewoond zo veel mensen op leeftijd weggegaan; je kunt ook zeggen mensen die plaats hebben gemaakt. De karakteristieke professor Quist die op het hoekje woonde en kordaat met wandelstok zijn dagelijkse wandeling maakte; opa Tom en oma Yf, maar ook die vriendelijke meneer die ons met nadruk waarschuwde voor het gevaar dat onze oude, dode berk opleverde; was ook plotseling verdwenen; mevrouw de Lange met haar honden.
Verderop zag ik die mevrouw zitten met haar hondje; een merkwaardige dame die mij eens verzekerde dat honden vaak intelligenter zijn dan mensen waarop ik schamper opmerkte dat ze niet eens in staat zijn om hun eigen blikkie voer open te maken; ze zat daar ook oud te zijn.
Toen wij op 1 augustus 1980 op de hoflaan kwamen wonen was het een buurtje met voor ons gevoel allemaal oude mensen. Kan niet waar zijn geweest.

Geen opmerkingen: