Op de heenweg naar Lesbos heb ik halverwege mijn e-reader gepakt en wat zitten lezen. Ik zag tot mijn genoegen dat "Turks fruit" erop stond; ik vind dat het mooiste liefdesboek; de hartstochtelijke manier waarop je van elkaar kunt houden wordt in geen enkele mij bekende roman zo goed beschreven. Stiekum gezegd voel ik me wel enigszins verwant aan de hoofdpersoon van het boek. De eerste dagen op Lesbos heb ik het boek verder uitgelezen.
Het zijn niet primair de erotische scènes die mij plezier verschaffen maar vooral de intimiteit; daar waar Wolkers het woord "sprokkelsfeer" heeft gemunt wanneer Olga op het balkon met rode ogen zilveruitjes zit te schillen vind ik de mooiste scène van het hele boek. De lieve warmte die zij in zijn leven brengt vind ik fantastisch beschreven; dat doet mij wat wanneer ik het boek lees.
Eenmaal thuis gekomen van onze vakantie op Lesbos kon ik vannacht de slaap niet vatten; we waren daar zo volledig doorgeslapen; iedere dag buiten, wandelen, zwemmen, vroeg naar bed, lekker ontbijten en weer naar buiten en vooral lang en intensief slapen; ik ging gisteravond laat naar bed, kon de slaap niet vatten en was weer heel vroeg wakker.
Naast mijn bed ligt nog het boek "Brieven aan Olga", dat ik vorig jaar heb gekocht. Het bevat een deel van de briefwisseling van Jan Wolkers met Annemarie Nauta, zijn tweede vrouw die feitelijk de Olga uit "Turks fruit" was, althans het romantische deel, niet van het einde met de hersentumor. Dat boek ben ik gisteravond opnieuw gaan lezen en heb het tegen de ochtend uitgelezen; wel toepasselijk na Turks fruit van vorige week.
Wolkers heeft mij altijd geïntrigeerd. Als kind werd ik geconfronteerd door het bronzen beeld van zijn hand, Leda en de Zwaan op een brug in Zaandam. Zijn eerste boeken, Serpentina's petticoat, een roos van vlees, Kort Amerikaans, Terug naar Oegstgeest, de hond met de blauwe tong, ik heb ze allemaal gelezen in mijn middelbare schooltijd en later. Maar Brandende Liefde en vooral Turks fruit vormden voor mij toch wel de kroon op zijn werk. Daarna begon hij me te vervelen; de Doodshoofdvlinder heb ik nog gelezen, maar ik heb geen idee meer waar dat over ging. Daarna ben ik gestopt. Ga het toch nog eens proberen.
In 1969 was ik met Lien, mijn aanstaande echtgenote (we zouden 4 weken later trouwen) in de eerste twee weken van september op vakantie in de Koog, Texel met mijn jeugdvriend Bram en zijn vrouw Marijke en 4 maanden oude dochtertje Anneke. Bram en ik gingen op een ochtend boodschappen doen, o.a. bij de dorpsslager in de Koog. En daar kwam mijn idool binnen of hij stond er al, dat weet ik niet meer: Jan Wolkers. Met zijn merkwaardige stem bestelde hij bij de slager. Naar ik begreep uit het boek "Brieven aan Olga" was hij op dat moment het boek "Turks fruit" aan het schrijven.
Met vriend Peter C. heb ik inmiddels de atelierwoning van Wolkers bezocht; met Huib kwam ik bij toeval een beeld van hem in Leiden tegen; Leda en de zwaan ben ik een keer gaan fotograferen. Jan Wolkers blijft me fascineren ook nu hij al weer enkele jaren dood is.
Het zijn niet primair de erotische scènes die mij plezier verschaffen maar vooral de intimiteit; daar waar Wolkers het woord "sprokkelsfeer" heeft gemunt wanneer Olga op het balkon met rode ogen zilveruitjes zit te schillen vind ik de mooiste scène van het hele boek. De lieve warmte die zij in zijn leven brengt vind ik fantastisch beschreven; dat doet mij wat wanneer ik het boek lees.
Eenmaal thuis gekomen van onze vakantie op Lesbos kon ik vannacht de slaap niet vatten; we waren daar zo volledig doorgeslapen; iedere dag buiten, wandelen, zwemmen, vroeg naar bed, lekker ontbijten en weer naar buiten en vooral lang en intensief slapen; ik ging gisteravond laat naar bed, kon de slaap niet vatten en was weer heel vroeg wakker.
Naast mijn bed ligt nog het boek "Brieven aan Olga", dat ik vorig jaar heb gekocht. Het bevat een deel van de briefwisseling van Jan Wolkers met Annemarie Nauta, zijn tweede vrouw die feitelijk de Olga uit "Turks fruit" was, althans het romantische deel, niet van het einde met de hersentumor. Dat boek ben ik gisteravond opnieuw gaan lezen en heb het tegen de ochtend uitgelezen; wel toepasselijk na Turks fruit van vorige week.
Wolkers heeft mij altijd geïntrigeerd. Als kind werd ik geconfronteerd door het bronzen beeld van zijn hand, Leda en de Zwaan op een brug in Zaandam. Zijn eerste boeken, Serpentina's petticoat, een roos van vlees, Kort Amerikaans, Terug naar Oegstgeest, de hond met de blauwe tong, ik heb ze allemaal gelezen in mijn middelbare schooltijd en later. Maar Brandende Liefde en vooral Turks fruit vormden voor mij toch wel de kroon op zijn werk. Daarna begon hij me te vervelen; de Doodshoofdvlinder heb ik nog gelezen, maar ik heb geen idee meer waar dat over ging. Daarna ben ik gestopt. Ga het toch nog eens proberen.
In 1969 was ik met Lien, mijn aanstaande echtgenote (we zouden 4 weken later trouwen) in de eerste twee weken van september op vakantie in de Koog, Texel met mijn jeugdvriend Bram en zijn vrouw Marijke en 4 maanden oude dochtertje Anneke. Bram en ik gingen op een ochtend boodschappen doen, o.a. bij de dorpsslager in de Koog. En daar kwam mijn idool binnen of hij stond er al, dat weet ik niet meer: Jan Wolkers. Met zijn merkwaardige stem bestelde hij bij de slager. Naar ik begreep uit het boek "Brieven aan Olga" was hij op dat moment het boek "Turks fruit" aan het schrijven.
Met vriend Peter C. heb ik inmiddels de atelierwoning van Wolkers bezocht; met Huib kwam ik bij toeval een beeld van hem in Leiden tegen; Leda en de zwaan ben ik een keer gaan fotograferen. Jan Wolkers blijft me fascineren ook nu hij al weer enkele jaren dood is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten