22 mei 2015

Azijn in de raapstelen

Raapstelen van Theo
Altijd weer als ik raapstelen sta te wassen moet ik denken aan die enige keer in mijn leven dat ik kwaad de echtelijke woning ben uitgelopen. Dat was wel even geleden, ergens rond 1973 toen Lien en ik nog in de Jan Hanzenstraat in Amsterdam woonden. Lien kon ontzettend lekker koken; had ze vast van haar moeder geleerd want die kon ook zo lekker koken. Zo ook, u raadt het al: raapstelen, stamppot raapstelen met spekkies.
Lien stond dat klaar te maken en het water liep me al in de mond totdat ze de fles azijn pakte en het gerecht in mijn ogen verpestte door er een enorme scheut azijn in te gooien. Degenen die mij kennen weten dat ik een hekel heb aan zure dingen; als je het woord "citroen" tegen mij zegt, dan trek ik al een vies gezicht. Ik heb niks met zuur eten en dus, als gezegd liep ik kwaad weg. Kwam weer snel en afgekoeld terug hoor; ik kan en kon kennelijk niet lang kwaad blijven.
En het toppunt van alles was dat de stamppot heerlijk was; die scheut azijn hoort er gewoon in! Grappig genoeg vond Lien zelf dat het gerecht wat zuur was uitgevallen.
Toen ik onlangs zelf stamppot raapsteeltjes maakte moest ik lachen toen ik er voorzichtig een piepklein scheutje wijnazijn bij kieperde. Het was heerlijk, raapsteeltjes uit Theo's tuin uiteraard.

Geen opmerkingen: