Withalsvliegenvanger |
Ook heeft Spiros wifi ter beschikking dus ga ik ‘smorgens met m’n groompie onder de arm op weg en bekijk ik even de e-mail voordat ik de tekst van de daily blog verwerk. Vandaag zat er een gezellig mailtje van Roos bij; wat is de wereld toch klein geworden.
Voordat we op weg gingen nog even wat baklava ingeslagen bij de bakker en toen met de auto naar Karini. We begonnen bij de holle boom waar ik vorig jaar al met Roos was geweest en vijgen had gekocht. Er was nu niets te beleven maar naar bleek begon hier een fraaie wandeling uit het boekje van Ab.
Nog maar nauwelijks op weg zag ik naar ik dacht een Oostelijke blonde tapuit die al snel op de juiste naam werd gebracht door Ab: een withalsvliegenvanger. Die bleken bijzonder talrijk te zijn, een influx aldus Ab, samenhangend met de vogeltrek. Verder ook de gewone vliegenvanger, veel vinken en mezen en een enkele hop; we hoorden nog een koekoek. De wandeling voerde door olijfgaarden, langs wat van die primitieve wat erg slordige boerderijtjes; juist daar vonden we de vogels. We zagen een vliegenvanger zitten waarvan ik opmerkte dat hij anders van kleur was en die bij nader inzien een klauwier bleek te zijn, waarschijnlijk een maskerklauwier.
De nog trots ongeschonden pijlers van het aquaduct van Lesbos, ooit door de Romeinen opgericht |
Terug over het smalle, eveneens Romeinse bruggetje en door boerenland, via een bruggetje over de goed gevulde beek en een kudde schapen door het boerenland. Intussen was het begonnen zacht te regenen. Uiteindelijk kwamen we weer aan in Karini. Lekker even opwarmen in de auto; we gingen even op zoek naar de ontmoetingsplaats voor morgen met Jan(nis) voor onze laatste orchideeëndag met hem. Makkelijk te vinden en toen door naar het pad langs een beek annex waterafvoerkanaal om vogels te gaan kijken.
Aangekomen bij de beek bleek het zicht nogal beperkt te zijn door een hoge begroeiïng. Langzaam doorgereden en daar was een opening zodat we goed zicht hadden vanuit onze mobiele vogelhut. En fantastisch, daar konden we vier soorten zwaluwen onderscheiden met ook verschillend gedrag: de razendsnelle boerenzwaluw en de even snelle huiszwaluw, met witte stuit, de bruine, wat tragere oeverzwaluw en de scharrelende, schitterend getekende roodstuitzwaluw. Ook hoorden we de cetizanger. De gierzwaluw ontbrak aan het palet evenals de rotszwaluw en naar ik gekscheerde, de alpengierzwaluw. Ik genoot enorm. Weer verder gesukkeld met de auto en daar zagen we heel even een lichtbruin vogeltje op de brandnetels: “een nachtegaal”, aldus Ab. Daar was ik wel heel blij mee, want die hoor je wel vaak, maar je ziet ze nooit omdat ze een zo verborgen leven leiden.
Zo’n dag van wandelen met vrienden, vogels kijken, lekker snaaien en dan nog een stuk Romeinse architectuur erbij is voor mij toch wel een bijzonder genoegen! Vanavond nog een keer heerlijk bij het restaurant op de hoek eten en dan kan het niet meer stuk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten