Het antieke wandelpad met één van de twee hondjes die ons de hele dag zouden begeleiden |
Gezellig ontbeten in een barretje; uitgebreid opgediend met zelf gemaakte marmelade, lekkere koffie, brood en zelfs boter. Toen het probleem van: “welke wandeling gaan we doen”. Waren we snel uit; het werd een wandeling door een dal, langs een beekje. De richting vonden we dankzij de GPS zonder moeite en met een aanwijzing van een oudere heer die ik in gebarentaal vroeg naar de richting naar het plaatsje dat ons keerpunt inhield. We kwamen uit bij het zelfde punt waar we (ik bedoel chauffeur Ab natuurlijk) gisteravond moeizaam hadden gekeerd met de auto; het was niet zo makkelijk te vinden allemaal in dit bergdorp. Maar het ging nu verder over een ongetwijfeld antieke weg; grote stenen en geplaveid op de manier zoals ik die ken van Romeinse wegen. Aan het begin van de weg stond een voorheen olijfverwerkende fabriek, heden een ruïne, en na twee uur lopen zagen we aan het eind eveneens een voorheen olijfverwerkende nering, nu volledig in verval.
En onderweg, u raadt het al, allemaal boomgaarden met olijfbomen. De hellingen vol met bloemen, vogelgezang, vooral van vinken en koolmezen, maar ook een enkele nachtegaal; we hebben ook een hop gezien. Mijn oude vader was weer erg dicht bij me; het lijkt hier zo ontzettend op de bloemenpracht in de Dordogne waar hij zo gek op was; het stond vol met margrieten, anemonen en allerlei andere in de prachtigste kleuren en dat dan in die bergachtige omgeving met het geluid van stromend water op de achtergrond. Gisteren ook met die orchideeën was ik weer zo in gedachten in de Dordogne met “die ouwe”. Overigens vond ik de orchideeën in de Dordogne mooier dan hier.
En maar fotos maken |
Ab en Dick wilden lunchen met een biertje, maar de twee plaatsjes, Karini en Asomatos die we onderweg passeerden waren vrijwel onbewoond; geen winkel of café open, desolaat; we moesten het echt hebben van de natuur en van de stroopwafels die Dick uit zijn rugzak toverde.
We zagen nog een stelletje Aziatische steenpatrijzen die door de ons vergezellende hondjes werden opgejaagd. Is een soort die ik met Herman en Ruud niet gezien heb op Lesbos.
Het werd overigens wel eens tijd dat ik weer een dag aan de wandel ging; zaterdag alleen maar naar Utrecht CS gelopen ‘smorgens in de vroegte en verder de hele dag gezeten op vliegvelden, in vliegtuigen en in de auto. Maandag de hele dag in de auto voor mijn gevoel, het struinen door de veldjes met orchideeën daargelaten en dinsdag de hele dag in de auto vanwege het dramatisch slechte weer. MIjn wandelschoenen kregen er echt de pest in!
Na de heerlijke natuurwandeling van vandaag, waarin we stevig hadden gedaald en weer geklommen zaten we rozerig in de ontbijttent, nu met koffie en een biertje.
‘sAvonds gegeten in het tentje om de hoek; de baas van het spul sprak werkelijk geen woord engels maar behielp zich heel handig van de computer met internet als vertaler. Maar ja, wist ik veel wat cuttlefish was en hij kon me niet duidelijk maken dat het inktvis was en kennelijk zo’n grote, want het woord calamaria ken ik al zolang ik in Griekenland kom. Die arme Dick wilde graag vis en kreeg zodoende cuttlefish, zo’n grote inktvis met van die griezelige tentakels die ik van hem op mocht eten in ruil voor een stuk dood varken. Maar verder goed hoor, hoewel we hier niet meer zullen gaan eten. Wat vliegen de dagen toch voorbij als je het naar ‘t zin hebt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten