07 juli 2010

De Spaanse taal I

Even ten Noorden van Madrid heb je een prachtig gebied; Jerte is zo'n beetje het centrum van dat gebied. Daar komen de Spaanse kersen vandaan. Eindeloze boomgaarden met kersen. Geografisch een grappig gebied; op een driedimensionale kaart lijkt het, met zijn twee scherpe bergruggen en daartussen een goed begaanbaar dal, net het kutje van Spanje. Een Spanjaard vertelde ons aldaar, nadat we volstrekt verzopen waren door de regen, dat je in Spanje kon zien of een gebied regenachtig was aan de aanwezigheid van een afdakje boven de deur. Nou die waren in Jerte overal aanwezig. Maar dat betekent wel dat er landbouw mogelijk is. Veel zon, warmte en regen brengt een goede oogst. Dat wisten de Romeinen ook en die zijn na het verdrijven van de Cartagers zeer lange tijd in Spanje actief geweest.
In de buurt van Jerte heb je een boerendorp: Piornal. Wij kwamen daar via een adembenemend mooie Romeinse weg; volledig intact, dus ongetwijfeld prachtig gerestaureerd. Het was of je de garnizoenen nog kon horen stampen. Kilometers omhoog via haarspeldbochten. Ik ben gek op Romeinse wegen en deze sloeg alles op dat gebied.
Boven aangekomen in Piornal was het nauwelijks mogelijk om onderdak te vinden en het was er ook vreselijk koud. In de kroeg werd ik aangesproken door een jongeman en met mijn enige Spaans zei ik: "no hablo Espagnol". De jongeman keek stomverbaasd en vroeg aan mijn vloeiend Spaans sprekende compagnera hoe dat dan kon, want ik kon toch praten?! Hij dacht dat ik stom was. In Spanje is alles nagesynchroniseerd op TV; zelfs de president van de VS spreekt Spaans, althans dat denken velen kennelijk. Dat er andere talen bestonden dan Spaans, was deze jongeman in ieder geval ontgaan.

Geen opmerkingen: