Vandaag zat ik weer in het gebouw van Naturalis, net als vorige week bij de NEV vergadering. Nu ging het om een moerassymposium, georganiseerd door de moeraswerkgroep van de KNNV. Ab had me hier opmerkzaam op gemaakt en het was tegen betaling ook toegankelijk voor niet-leden. En daar zaten we op de voorste rij.
Leuk zo'n dag tussen al die mensen die ook zo gek zijn op de natuur. Of het nu insectenliefhebbers, vogelliefhebbers of landschapbeheerders zijn, het is altijd plezierig volk en de baarden zijn oververtegenwoordigd. Ik zeg wel eens gekscherend: "mijn habitat is tussen die baarden". Dochter Joke vindt het ook altijd zo grappig die aardige mannen met baarden, kortom biologen, net als zij.
Feitelijk ben ik ook een halve bioloog, biochemicus nietwaar en ik voel me sterk aangetrokken tot de natuur ook al heb ik van geen enkel onderdeel erg veel verstand.
Het ging nu over een heel oud nederlands landschapstype dat door toedoen van de mens vrijwel verdwenen is; veengebieden, de moerassen. Eigenlijk ging het over alle wetlands die we in NL kennen.
Enkele decennia geleden had ik bij ons in de buurt gezien dat er in het gebied naast het Tienhovenskanaal gegraven werd. Niet zo zachtzinnig, maar met grote machines werden sloten vergraven en veen weggegraven. Het was ons een raadsel wat er zou gaan gebeuren in dit Westbroekse gebied.
En vandaag bleek dat dit het startschot was geweest voor het ontstaan van de moeraswerkgroep van de KNNV, nu 20 jaar geleden, vandaar dit jubileumsymposium. Het ging om de aanleg van de Westbroekse zodden, de "achtertuin" von ons, ik geloof zelfs dat het bij onze gemeente hoort, maar dat terzijde. Ik wandel er regelmatig en ben onder de indruk hoe snel hier fraaie natuur is ontstaan door toedoen van SBB! Er broeden zwarte sterns, je ziet er lepelaars en allerlei andere vogels. Ik vind het een prachtplek.
De lezingencyclus was "pretty tough"; ik vond het een hele klus om het enigszins te vatten. Veel afkortingen en vaktermen. Enkele sprekers met didactische vaardigheden wisten me toch wel duidelijk te maken dat de interpretatie van resultaten van metingen nog niet zo eenvoudig is en dat de oorzaak van bevindingen niet altijd voor de hand ligt.
Al met al heb ik begrepen dat de waterkwaliteit in NL enorm is verbeterd in de afgelopen 25 jaar, maar dat vooral de fosfaat concentratie nog veel te hoog is. Voor veenvorming is dat ongewenst. Alleen in de Weerribben zijn de omstandigheden optimaal.
Maaibeheer zoals wij doen met de werkgroep Kwadijkse Vlot is in ieder geval een van alle kanten geadviseerde werkwijze. Door dergelijk beheer ontstaat er een zeer dichte mat van rietwortels tot twee meter diep die het vervuilde boezemwater tegen kan houden aldus één va de sprekers. Daardoor kunnen er heel onverwacht bijzondere habitattypes ontstaan middenin sterk vervuild boezemwater. Magisch verhaal. Ik heb genoten hoewel ik na de lunch moeite had om m'n ogen open te houden.
Leuk zo'n dag tussen al die mensen die ook zo gek zijn op de natuur. Of het nu insectenliefhebbers, vogelliefhebbers of landschapbeheerders zijn, het is altijd plezierig volk en de baarden zijn oververtegenwoordigd. Ik zeg wel eens gekscherend: "mijn habitat is tussen die baarden". Dochter Joke vindt het ook altijd zo grappig die aardige mannen met baarden, kortom biologen, net als zij.
Feitelijk ben ik ook een halve bioloog, biochemicus nietwaar en ik voel me sterk aangetrokken tot de natuur ook al heb ik van geen enkel onderdeel erg veel verstand.
Het ging nu over een heel oud nederlands landschapstype dat door toedoen van de mens vrijwel verdwenen is; veengebieden, de moerassen. Eigenlijk ging het over alle wetlands die we in NL kennen.
Enkele decennia geleden had ik bij ons in de buurt gezien dat er in het gebied naast het Tienhovenskanaal gegraven werd. Niet zo zachtzinnig, maar met grote machines werden sloten vergraven en veen weggegraven. Het was ons een raadsel wat er zou gaan gebeuren in dit Westbroekse gebied.
En vandaag bleek dat dit het startschot was geweest voor het ontstaan van de moeraswerkgroep van de KNNV, nu 20 jaar geleden, vandaar dit jubileumsymposium. Het ging om de aanleg van de Westbroekse zodden, de "achtertuin" von ons, ik geloof zelfs dat het bij onze gemeente hoort, maar dat terzijde. Ik wandel er regelmatig en ben onder de indruk hoe snel hier fraaie natuur is ontstaan door toedoen van SBB! Er broeden zwarte sterns, je ziet er lepelaars en allerlei andere vogels. Ik vind het een prachtplek.
De lezingencyclus was "pretty tough"; ik vond het een hele klus om het enigszins te vatten. Veel afkortingen en vaktermen. Enkele sprekers met didactische vaardigheden wisten me toch wel duidelijk te maken dat de interpretatie van resultaten van metingen nog niet zo eenvoudig is en dat de oorzaak van bevindingen niet altijd voor de hand ligt.
Al met al heb ik begrepen dat de waterkwaliteit in NL enorm is verbeterd in de afgelopen 25 jaar, maar dat vooral de fosfaat concentratie nog veel te hoog is. Voor veenvorming is dat ongewenst. Alleen in de Weerribben zijn de omstandigheden optimaal.
Maaibeheer zoals wij doen met de werkgroep Kwadijkse Vlot is in ieder geval een van alle kanten geadviseerde werkwijze. Door dergelijk beheer ontstaat er een zeer dichte mat van rietwortels tot twee meter diep die het vervuilde boezemwater tegen kan houden aldus één va de sprekers. Daardoor kunnen er heel onverwacht bijzondere habitattypes ontstaan middenin sterk vervuild boezemwater. Magisch verhaal. Ik heb genoten hoewel ik na de lunch moeite had om m'n ogen open te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten