Enkele weken geleden heb ik het boek "De alchemist" van Paul Coelho in één adem tijdens een lange treinreis uitgelezen; een heen en weertje naar Friesland meen ik. Dit om aan te geven dat ik het een heel boeiend boek vond. Het verhaal begon wat vreemd en ik wilde het boek al wegleggen voor zover je dat kunt doen met een e-pub, maar toch verder gelezen en daarna pakte het mij volledig.
Dat had ik vroeger met Hubert Lampo ook zo sterk; de eerste 50 pagina's waren soms taai ongerief, maar op een zeker moment kreeg de verhaallijn je te pakken en droomde je volledig weg in de gefantaseerde magisch realistische wereld. Zo ook met Coelho.
Het verhaal speelt voor het grootste deel in de islamitische wereld; de hoofdpersoon, een herder in Andalucië reist met vele onderbrekingen naar de pyramiden in Egypte om een schat te vinden die hem door een magisch persoon is voorzegd. En uiteindelijk blijkt die schat toch vooral hetgeen te zijn waar hij altijd zo tevreden mee was: zijn bestaan als herder.
Het verhaal deed mij zo ontzettend sterk denken aan een verhaal dat ik in mijn prille jeugd heb gelezen in "Het boek voor de jeugd". Ik kon het dan ook niet laten om dit boek via boekwinkeltjes.nl aan te schaffen. Had nogal wat voeten in de aarde; ik sprak met de verkoper af dat ik het zou komen afhalen in den Haag, maar moest daar van af zien door tijdsproblemen. Toen bleek dat het bij de buurvrouw was afgegeven door de postbeambte; het kon uiteraard niet door de brievenbus en buurvrouw kreeg ik maar niet te pakken. Maar enkele dagen geleden kreeg ik het oude boek in m'n handen; het was van 1937 en het verhaal heb ik direct opgezocht en gelezen. Het speelt eveneens in de islamitische wereld en beschrijft de tegenstelling tussen een persoon die slechts het goede wil en zijn tegenvoeter. Uiteindelijk bereikt "de goede" op een schitterend beschreven manier het paradijs nadat hij alles heeft over gehad voor zijn naasten, inclusief de tegenvoeter. De overeenkomst was misschien niet heel groot maar toch wel duidelijk: het zoeken naar een onbekende schat, op aanwijzing van een magische persoon en uiteindelijk bij je zelf terecht komen.
Wat me ook opviel was het prachtige gebruik van de aanvoegende wijs in dit verhaal en waarschijnlijk in meer verhalen in dit oude boek. Wordt niet veel meer gebruikt; ik weet nog dat ik een keer in een e-mail had geschreven: "het zij zo" en hem toen gecorrigeerd terug kreeg met: "het zei zo". De persoon in kwestie kende waarschijnlijk de hele aanvoegende wijs niet; je hoort hem inderdaad vrijwel nooit meer gebruikt worden. Ach ja, so sei es.
Dat had ik vroeger met Hubert Lampo ook zo sterk; de eerste 50 pagina's waren soms taai ongerief, maar op een zeker moment kreeg de verhaallijn je te pakken en droomde je volledig weg in de gefantaseerde magisch realistische wereld. Zo ook met Coelho.
Het verhaal speelt voor het grootste deel in de islamitische wereld; de hoofdpersoon, een herder in Andalucië reist met vele onderbrekingen naar de pyramiden in Egypte om een schat te vinden die hem door een magisch persoon is voorzegd. En uiteindelijk blijkt die schat toch vooral hetgeen te zijn waar hij altijd zo tevreden mee was: zijn bestaan als herder.
Het verhaal deed mij zo ontzettend sterk denken aan een verhaal dat ik in mijn prille jeugd heb gelezen in "Het boek voor de jeugd". Ik kon het dan ook niet laten om dit boek via boekwinkeltjes.nl aan te schaffen. Had nogal wat voeten in de aarde; ik sprak met de verkoper af dat ik het zou komen afhalen in den Haag, maar moest daar van af zien door tijdsproblemen. Toen bleek dat het bij de buurvrouw was afgegeven door de postbeambte; het kon uiteraard niet door de brievenbus en buurvrouw kreeg ik maar niet te pakken. Maar enkele dagen geleden kreeg ik het oude boek in m'n handen; het was van 1937 en het verhaal heb ik direct opgezocht en gelezen. Het speelt eveneens in de islamitische wereld en beschrijft de tegenstelling tussen een persoon die slechts het goede wil en zijn tegenvoeter. Uiteindelijk bereikt "de goede" op een schitterend beschreven manier het paradijs nadat hij alles heeft over gehad voor zijn naasten, inclusief de tegenvoeter. De overeenkomst was misschien niet heel groot maar toch wel duidelijk: het zoeken naar een onbekende schat, op aanwijzing van een magische persoon en uiteindelijk bij je zelf terecht komen.
Wat me ook opviel was het prachtige gebruik van de aanvoegende wijs in dit verhaal en waarschijnlijk in meer verhalen in dit oude boek. Wordt niet veel meer gebruikt; ik weet nog dat ik een keer in een e-mail had geschreven: "het zij zo" en hem toen gecorrigeerd terug kreeg met: "het zei zo". De persoon in kwestie kende waarschijnlijk de hele aanvoegende wijs niet; je hoort hem inderdaad vrijwel nooit meer gebruikt worden. Ach ja, so sei es.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten