27 oktober 2014

Zoeken in Blokzijl

Karakteristiek beeld van Blokzijl
Afgelopen zaterdag en zondag toch wel erg veel op m’n achterste gerust, oftewel gezeten: in de trein naar Koblenz, in het theater, op de bankjes langs de Rijn en vooral weer langdurig op de terugweg naar huis in de trein. Daarom had ik me voorgenomen om maandag, vandaag dus een stevige wandeling te gaan maken; het zou tenslotte ook mooi weer gaan worden; volgende etappe van het Zuiderzeepad, een etappe die ik nooit eerder had gelopen, van Vollenhove naar Ossenzijl, via Blokzijl en de Weerribben. Nu was ik dit jaar al eens met Korneel, toen nog Kees, in de Weerribben en had gezien dat er een uursverbinding was naar Steenwijk.
En ja hoor, daar liep ik rond 8.30 uur in Vollenhove met de GPS, maar wat ik weer eens verkeerd had gedaan was me niet duidelijk, maar de track die ik wilde lopen stond niet op het apparaat. Gelukkig is de route erg goed gemarkeerd en al snel had ik haar weer opgepikt door terug te lopen naar waar ik vorige keer was gebleven, bij de haven.
Het plaatsje Nederland
Langs het Vollenhove kanaal, binnendijks langs de Flevopolder met uitzicht op de oude Zuiderzeedijk op naar Blokzijl. Onderweg geen mens te zien behalve een enkel plezierjacht met verkleumde lieden aan boord.
In Blokzijl stond één teken verkeerd zodat ik moest zoeken hoe ik verder moest. Twee keurige, aristocratisch te noemen heren hielpen mij uit de brand en zo liep ik verder over de oude Zuiderzeedijk, nu langs de NoordOostPolder, de NOP voor intimi richting Weerribben. Via het plaatsje Nederland, dat eerder die naam droeg dan ons vaderland aldus het informatiebord. Daarop stond ook dat de laatste schoolmeester van Nederland, de heer De Dood, een achternaam die ook voorkwam in het dorpje Oostzaan begraven lag op de begraafplaats die ik een half uur eerder had gepasseerd.
Vanaf Nederland ging de route daadwerkelijk de Weerribben in, een wens die eindelijk in vervulling ging; het grootste moerasgebied van West Europa volgens deskundigen. Het leek hier en daar sterk op de plekjes die wij met de werkgroep Kwadijkse VLot in stand proberen te houden. Ook hier zag ik klassieke rietsnijders, althans het opgetaste riet en ook een professionele rietmaaier met opruimapparatuur; daar kunnen wij als werkgroep niet tegenop!
Rietoppers in de Weerribben
Vervolgens bereikte ik Kalenberg, een voormalig lintdorp langs een gracht, zonder weg, slechts bereikbaar over water en nu voorzien van een smal fiets/wandelpad en sinds de jaren vijftig ook van stromend water, electriciteit en gas. Het was daar heerlijk stil, geen auto’s, ook geen mensen want er woont vrijwel niemand; het zijn vrijwel allemaal weekend of vrijetijdswoningen, “zeg maar” plezierwoningen, net als plezierjachten en “sport”vliegtuigjes.
En inderdaad stopte de bus in Ossenzijl, bus 76 naar Steenwijk. Doorgereden naar Utrecht om een eersteklas haring te scoren bij “de Volendammer” en door naar de fitness, of beter gezegd de sauna.
Thuisgekomen bij Roos langs om oordopjes op te halen voor het jazzconcert dat ik met Cyria ga bijwonen en een knoflookje. Spekbonen met spek, uien en aardappels uit Limburg klaar gemaakt en vroeg naar bed. Morgen weer naar het noorden voor een wandeling met Korneel. Had ik overigens verkeerd in m’n hoofd; ik dacht dat ik woensdag met Korneel zou gaan wandelen en dinsdag naar het jazzconcert. Vroeger had ik geen agenda nodig; ik onthield m’n afspraken allemaal foutloos, maar tegenwoordig zou ik in ieder geval op de maandag even mijn agenda moeten doornemen en die routine zit er nog niet in. Maar het mailtje van Korneel attendeerde mij erop dat we dinsdag aan de wandel gaan, morgen dus. Vroeg naar bed, waarvan acte.

Geen opmerkingen: