Grenspaal tussen Duitsland en België aan het geuzenpad |
We waren ruim op tijd in La Chapelle, maar nergens mosselen?! Na de carnaval is het eten van zure haring kennelijk usance, want dat stond overal aangegeven. En dat hebben we vervolgens ook maar gegeten en niet tegen onze zin; was heerlijk.
Weer terug naar Vaals gelopen met onze volle penzen en na een potje thee weer met de bus van 17.30 vanuit Vaals terug naar huis. Om 21.00 uur was ik bij Roos; het is een hele reis, maar het was weer heel gezellig zo met m'n ouwe vriend.
Nog wat aanvullingen op de tekst van de hand van mijn Vaalse correspondent Richard Moretsoo:
Moeilijk voor te stellen in dit katholieke zuiden misschien, maar toch waar. Vaals bestond in de 17e eeuw uit een paar huizen en 4 kerken omdat dit het punt was waar protestanten uit de omgeving van Eupen en Monzen ter kerke konden gaan via sluiproutes door de bossen:
Het Geuzenpad is een historisch pad. Dit werd in de 17e eeuw gebruikt door de protestanten vanuit de Spaanse Nederlanden om naar Vaals te gaan. Vaals was in 1632 door de Hollanders
ingenomen. In Staats (Hollands) gebied was alleen de Calvinistische kerk toegestaan; de katholieke kerk was hier in de ban. Alleen het protestantse geloof mocht met diensten gevierd worden; katholieke diensten moesten in het geniep gebeuren, wat precies andersom was in de Spaanse Nederlanden (het huidige Belgie). Het geuzenpad was op de grens van Aken en het Spaanse katholieke gebied een sluiproute voor de protestantse minderheid
om in Vaals naar de kerk te kunnen gaan.
Wij volgden het geuzenpad andersom, vanuit Vaals. Het klimt meer dan een kilometer via een hol weggetje door een tunnel van natuurlijk groen. Na een obstakel van een omgevallen boom komen we op een 4-sprong. Hier is de Duits-Belgische grenspaal 1026. (dit is de grenspaal op de foto).
Het weiland rechts op de Foto is de Melattenwiese. Melattenwiese betekent letterlijk "weiland van de melaatsen". Vanaf de 13e eeuw was hier eeuwenlang een weiland midden in de bossen met kampement voor melaatsen. Deze werden buiten de stadsmuren van Aken geweerd om besmetting binnen de muren zoveel mogelijk te voorkomen. Waar kwam de melaatsheid vandaan? Aan de 4e kruistocht hebben veel Hollandse en dus ook Limburgse ridders meegedaan. Toen deze terugkwamen van het heilige land hebben zij deze ziekte "melade" meegenomen naar Limburg en Aken. Omdat men niets kon doen aan de ziekte werden de melaatsen verbannen uit de stad en hadden een weiland ter beschikking om te verblijven: dit betekende meestal sterven op dit weiland.
2 opmerkingen:
Een reactie posten