Wij mochten in de onderofficiersmess ons biertje drinken |
En daar zat ik in de trein op weg naar Appingedam; zo boven Zwolle kreeg ik het gevoel dat ik het eind van de wereld benaderde; het stuk van Groningen richting Delfzijl vreesde ik in het moeras te verzinken met trein en al. Verschrikkelijk, wat een uithoek?!
De eerste dag kregen we militaire kleding waarin we ons nummer moesten aanbrengen; ik was AG 74-1, oftewel Academisch Gevormd, 1974 nr. 1. Ik was destijds de eerst gemelde voor deze lichting geweest vanwege het CLB en de geplande aanmeldingsdatum.
De opleiding vond ik overigens ontzettend leuk; allemaal academici; het was net een studentenvereniging. We waren natuurlijk allen wat ouder en werden met egards behandeld door de beroeps die ons de militaire aangelegenheden moesten bijbrengen; wij aten en werden bediend in de onderofficiersmess. Appingedam stond bekend om zijn goede keuken; ik heb er 8 weken lang dan ook ontzettend lekker gegeten; woensdags' "blauwe hap". Soldaten van een ander peloton zeiden "u" tegen ons vanwege het leeftijdsverschil. De eerste week kregen we vooral binnen les. De weken daarna begonnen de praktische oefeningen als de schietbaan en sport.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten