Gisteravond heb ik ingevallen in de bridgeclub. Roos' partner Agnes was plotseling ziek geworden. Het leek wel een sociaal warm bad waarin ik terecht kwam; ik was duidelijk welkom in m'n ouwe kluppie. Ik heb ook met erg veel plezier gespeeld en we eindigden helemaal niet zo gek met een kleine 51%. Natuurlijk heb ik de voorzitter Joost R. en mijn oude bekende van het RIVM, toen nog RIV geheten de hand geschud. Daarbij realiseerde ik mij dat ik daar de Toxoplasmose diagnostiek heb geleerd, althans de Complement Bindings Reaktie. De immunofluorescentietechniek had ik bij het CDI, het Centraal Diergeneeskundig Laboratorium geleerd. De analiste die het mij daar had geleerd vroeg mij al na twee dagen of ik geen baan voor haar had aan de VU; zij wilde niet mee naar Lelystad waar het CDI heen zou verhuizen. Nou graag, dat was snel voor elkaar.
De toxoplasmose parasiet, en dat had ik vergeten die betrok ik van een parasitologisch laboratorium in Amsterdam; ik kreeg daar dan een geïnfecteerde muis waar de parasieten dan uit het peritoneaal exsudaat geoogst konden worden. Aan dat lab had men ontdekt dat de kat tussengastheer was van de Toxoplasmose parasiet. Mevrouw de Roever zwaaide daar de scepter als ik het goed onthouden heb; zij heeft mij een keer de kat gewezen waarmee men dit ontdekt had; die liep daar rond op het lab.
Ik heb lang geëxperimenteerd om te proberen de parasieten met het een of ander preservans in te vriezen en weer tot leven te brengen, maar dat is me nooit gelukt. Kon ik ook niet in de literatuur achterhalen. Dus je moest het twee keer per week overenten op levende muizen; een heel gedoe in vakantietijd. Slechts af en toe gebruikte ik het exsudaat om drie weken oude muisjes intracerebraal in te spuiten met 0,03 ml van het exsudaat. Na enkele dagen kon je dan de hersentjes oogsten en invriezen. Dat inspuiten was best een linke klus die ik dan ook altijd zelf heb uitgevoerd; niet omdat ik zo goed was, maar omdat ik het niet veratnwoord vond om dat door een ander te laten doen; ik nam zelf het risico. Je moest met een vlijmscherp naaldje dit uiterst infectieuze parasieten houdend exsudaat hanteren; een laboratorium infectie was beschreven in de literatuur, met dodelijke afloop!
Ik zou het nu niet meer durven, maar met 23 jaar durf je kennelijk alles.
Daar moest ik gisteravond aan denken
De toxoplasmose parasiet, en dat had ik vergeten die betrok ik van een parasitologisch laboratorium in Amsterdam; ik kreeg daar dan een geïnfecteerde muis waar de parasieten dan uit het peritoneaal exsudaat geoogst konden worden. Aan dat lab had men ontdekt dat de kat tussengastheer was van de Toxoplasmose parasiet. Mevrouw de Roever zwaaide daar de scepter als ik het goed onthouden heb; zij heeft mij een keer de kat gewezen waarmee men dit ontdekt had; die liep daar rond op het lab.
Ik heb lang geëxperimenteerd om te proberen de parasieten met het een of ander preservans in te vriezen en weer tot leven te brengen, maar dat is me nooit gelukt. Kon ik ook niet in de literatuur achterhalen. Dus je moest het twee keer per week overenten op levende muizen; een heel gedoe in vakantietijd. Slechts af en toe gebruikte ik het exsudaat om drie weken oude muisjes intracerebraal in te spuiten met 0,03 ml van het exsudaat. Na enkele dagen kon je dan de hersentjes oogsten en invriezen. Dat inspuiten was best een linke klus die ik dan ook altijd zelf heb uitgevoerd; niet omdat ik zo goed was, maar omdat ik het niet veratnwoord vond om dat door een ander te laten doen; ik nam zelf het risico. Je moest met een vlijmscherp naaldje dit uiterst infectieuze parasieten houdend exsudaat hanteren; een laboratorium infectie was beschreven in de literatuur, met dodelijke afloop!
Ik zou het nu niet meer durven, maar met 23 jaar durf je kennelijk alles.
Daar moest ik gisteravond aan denken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten