Mijn détachering als dienstplichtig militair aan het CLB zou anderhalf jaar beslaan, enkele maanden langer dan de dienstplicht van een gewoon soldaat: prima toch! Van mijn eerste gesprekken met mijn chef, Henk B. een echte Twent met accent en veel rokend; ik kon het goed met hem vinden. "Als ik hier wegga over anderhalf jaar dan wil ik dat er een vaccin is tegen Hepatitis B", fantaseerde ik vrijwel van het begin af aan. Nogal hoogmoedig vind ik achteraf, maar ik heb het inderdaad voor elkaar gekregen en het werkte ook nog, maar daarover later meer.
Ik kreeg een kantoorruimte in een houten barak met uitzicht op de tuin met daarin prominent het beeldje van Jan Wolkers waarvan de onthulling tijdens de opening van het CLB zo treffend wordt besproken in "Turks fruit", het beeldje van een gestileerde moeder met kind, waarvan wel lijkt of de moeder het kind terug wil stoppen in de aarde. Tegenwoordig staat het beeldje ergens in een hoekje van het gebouwencomplex verdekt opgesteld.
Er waren nog twee gedétacheerde militairen op de afdeling van Henk B, toevallig beiden Kees geheten. Aan welk onderzoek zij gingen werken heb ik tot mijn schande helemaal vergeten. Eén van de Kezen had altijd het hoogste woord bij werkbesprekingen en gedurende de koffie die we op de afdeling dronken. Was een gezellige boel.
Verder kreeg ik de leiding over het routinelab. Hepatitis B, het Au-lab geheten, eveneens ondergebracht in een houten barak in de tuin van het instituut, over de diagnostiek en over het onderzoeksgebeuren. Het ging om een behoorlijke groep analisten en laboranten waaraan ik leiding moest geven. Gelukkig was dat niet nieuw voor me, wel een uitdaging. De hoofdanaliste van Henk B. was een enorme steun in het geheel. Mijn eigen hoofdanaliste was nog jong en moest ook nog ervaring opbouwen; ik kon het goed met haar vinden; ze had helaas wel een hoog ziekteverzuim het geen het werk geen goed deed. Op het routinelab werkte een heel stel analistes en laborantes om het transfusiebloed te screenen op Hepatitis B.
Ik kreeg een kantoorruimte in een houten barak met uitzicht op de tuin met daarin prominent het beeldje van Jan Wolkers waarvan de onthulling tijdens de opening van het CLB zo treffend wordt besproken in "Turks fruit", het beeldje van een gestileerde moeder met kind, waarvan wel lijkt of de moeder het kind terug wil stoppen in de aarde. Tegenwoordig staat het beeldje ergens in een hoekje van het gebouwencomplex verdekt opgesteld.
Er waren nog twee gedétacheerde militairen op de afdeling van Henk B, toevallig beiden Kees geheten. Aan welk onderzoek zij gingen werken heb ik tot mijn schande helemaal vergeten. Eén van de Kezen had altijd het hoogste woord bij werkbesprekingen en gedurende de koffie die we op de afdeling dronken. Was een gezellige boel.
Verder kreeg ik de leiding over het routinelab. Hepatitis B, het Au-lab geheten, eveneens ondergebracht in een houten barak in de tuin van het instituut, over de diagnostiek en over het onderzoeksgebeuren. Het ging om een behoorlijke groep analisten en laboranten waaraan ik leiding moest geven. Gelukkig was dat niet nieuw voor me, wel een uitdaging. De hoofdanaliste van Henk B. was een enorme steun in het geheel. Mijn eigen hoofdanaliste was nog jong en moest ook nog ervaring opbouwen; ik kon het goed met haar vinden; ze had helaas wel een hoog ziekteverzuim het geen het werk geen goed deed. Op het routinelab werkte een heel stel analistes en laborantes om het transfusiebloed te screenen op Hepatitis B.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten