Peter Westbroek beschrijft in "de ontdekking van de aarde" hoe de mensheid, sinds de industriële revolutie met de aarde omgaat: als met een gokautomaat waar steeds meer uitkomt dan dat je erin stopt; grappige metafoor, maar wel waar. De huidige mensheid heeft het op tal van aspecten veel makkelijker dan degenen na de landbouwrevolutie van pakweg 5-6000 jaar geleden. De tijd daarvoor, de jagerveramelaar tijd was "anders". Jared Diamond beschrijft ook in zijn boek "Zwaarden, paarden en ziektekiemen" dat de mensen in die tijd gezonder waren en een fijner leven hadden dan ten tijde van de landbouw. Het begin van de industriële revolutie was ook niet alles zoals ik deze zomer las in "Lady Chtterlies lover", van D.H. Lawrence, maar iedereen kent de vreselijke verhalen van Engeland uit die tijd; denk maar aan Dickens met David Copperfield.
Maar in deze tijd van overvloed zie je dat de mensen steeds meer beslag leggen op de ruimte; steeds meer woonruimte per hoofd van de bevolking, meer eten en drinken (al die volle terrasjes in Utrecht) meer spullen, meer lawaai. En tijdens het wandelen op de kanalen van die enorme plezierjachten, uitdijende steden en dorpen.
Het contrast merkte ik afgelopen dinsdag; ik zat om 9.00 uur op het station en daar merkte ik op dat het perron weer "normaal" vol was met mannen in pakken en al druk met hun "tablets", maar vooral ook dat er weer meer auto's rijden, dat het lawaai van de straat weer op vol volume staat, al die kolere scooters op het fietspad, overvolle spitstreinen. We beginnen elkaar behoorlijk in de weg te zitten in ons kleine landje.
Gelukkig hebben we nog veel natuurgebieden. Wanneer ik over het Hulshorsterzand loop kom ik vrijwel geen mens tegen; de ruimtelijke ordening hebben we gelukkig aardig goed geregeld.
Maar in deze tijd van overvloed zie je dat de mensen steeds meer beslag leggen op de ruimte; steeds meer woonruimte per hoofd van de bevolking, meer eten en drinken (al die volle terrasjes in Utrecht) meer spullen, meer lawaai. En tijdens het wandelen op de kanalen van die enorme plezierjachten, uitdijende steden en dorpen.
Het contrast merkte ik afgelopen dinsdag; ik zat om 9.00 uur op het station en daar merkte ik op dat het perron weer "normaal" vol was met mannen in pakken en al druk met hun "tablets", maar vooral ook dat er weer meer auto's rijden, dat het lawaai van de straat weer op vol volume staat, al die kolere scooters op het fietspad, overvolle spitstreinen. We beginnen elkaar behoorlijk in de weg te zitten in ons kleine landje.
Gelukkig hebben we nog veel natuurgebieden. Wanneer ik over het Hulshorsterzand loop kom ik vrijwel geen mens tegen; de ruimtelijke ordening hebben we gelukkig aardig goed geregeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten