Aan de appeltaart in Cochem |
Maar goed, eerst vroeg naar bed, 20.00 uur om precies te zijn en ik werd (met het licht nog aan) wakker om 1.00 uur voor de noodzakelijke tussenstop. Het uiteindelijk ontwaken was om 6.00 uur, dus bijzonder lang en intensief in Morpheus armen gelegen.
Ontbijt bij de spraakzame gastvrouw, met uitzicht op de Moezel; ik ben nog steeds erg snel vol en stop dan ook meteen met eten. Toen met de bus naar Bullay en daar met een bus naar Cochem. Wat deed die rit me ontzettend aan m’n vader en moeder denken die hier vele jaren achtereen met vakantie zijn geweest. In Cochem koffie gedronken met een punt appeltaart (die ik ook maar half heb opgegeten). En toen aan de wandel; ik had de “Karolinger weg” van de Eifelverein snel gevonden aan de hand van de Eifelführer die ik voor mijn vijftigste verjaardag van mijn ouwe lui had gekregen (met opdracht voorin van m’n moeder). De etappe die ik wilde lopen was van Cochem naar Ulmen, 20 kilometer, maar wel van begin tot eind omhoog!
De wandeling liep vrijwel geheel langs een beek, de Endert; omdat ik omhoog liep zag ik de Endert steeds smaller worden totdat er niet veel meer van over was dan een greppeltje met een bodempje water. Onderweg in het steilere gedeelte doken hier en daar (voormalige) watermolens op, zoals in “die schöne Müllerin”, eine Mühle seh Ich blinken ...
Watermolen bij de Endert |
Wat was ik moe toen ik eindelijk in Ulmen aankwam; nu nog onderdak zoeken. Bij het eerste adres had ik geen succes; er waren er trouwens heel veel minder dan in Zell en ook in de andere plaatsjes die ik met de bus had gepasseerd. De meneer verwees me naar frau Diederich; ik liep zoals hij had gezegd; daar stond een oudere dame op punt van vertrek en ik vroeg haar of ze wist waar frau Diederich woonde. Ze keek me wat verrast, misschien wat wantrouwig aan en vroeg wie me had gestuurd. Natuurlijk noemde ik de buurman achter en toen vroeg ik of ze dan zelf frau Diederich was en dat bleek het geval. Maar ze stond op punt van weg gaan en ze had geen ontbijt. Ik vroeg of ze dan misschien iemand anders wist, ach en toen zei ze dat ze me wel vertrouwde en me toegang verleende tot haar huis en een kamer voor me ter beschikking had. Ze benadrukte nog dat ik geen 2 minuten later had moeten zijn want dan had ik voor een dichte deur gestaan. Had ik even mazzel en dat nog wel op vrijdag de dertiende!
Overigens bekruipt me het gevoel dat Roos en ik hier jaren geleden al eens hebben gelogeerd. Die Maar komt me heel bekend voor.
De volgende morgen, lekker uitgerust, maar nog niet helemaal de oude toch maar op weg gegaan naar Daun. Was niet de mooiste etappe die ik ken uit de Eifel. Veel langs wegen. Op een bepaald moment ben ik zelfs afgeweken van de Karolinger weg en ben via Darscheid naar Daun gelopen. Grappig genoeg kwam ik daarbij op een andere Eifel weg, de Karl Kaufmann weg en die liep het laatste stuk samen met de Karolinger weg.
Ulmer Maar |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten