Argos, de hond van Odysseus in Chania |
Dat gebeurde tijdens een gesprek van Odysseus met Eumaios, de trouwe varkenshoeder die zich niet realiseert dat de schijnbare bedelaar Odysseus zelve is.
Citaat uit de Odysseia in de vertaling van Imme Dros:
..... Toen ze zo stonden te praten, tilde een hond die daar lag, zijn
kop op en spitste zijn oren. Het was Argos, de zelfde
hond die Odysseus vanaf de geboorte zelf getraind had,
maar waar hij niets aan gehad had, omdat hij weg moest naar Troje.
Er was een tijd dat Argos op jacht ging met jeugdige jagers,
altijd achter de herten en hazen en berggeiten aan, maar
nu bleef hij buiten de poort, zijn baas was immers niet thuis en
hij lag totaal verwaarloosd op een van de grote hopen
mest van koeien en muildieren, die voor het huis bleven liggen
tot de slaven van Odysseus de gier kwamen halen
om er de grote akkers mee te benesten. Daar lag
Argos overdekt met bijtende hondevlooien.
Ondanks alles wist hij dat zijn baas er was, hij
kwispelde met zijn staart, hij legde zijn oren plat, maar
had geen kracht meer om naar Odysseus toe te kruipen.
Die keek vlug opzij en veegde langs zijn ogen .........
..... Maar het noodlot van de zwarte dood trof Argos,
toen hij Odysseus in het twintigste jaar weer gezien had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten