|
Langs de Geul ergens in België |
Op dinsdag is er markt in Vaals; een gezellige, drukke markt met goede groente- en fruitkramen. Ook de visboeren zijn sterk vertegenwoordigd; je kunt er voor een paar centen kabeljauwkoppen kopen voor de visbouillon; ga ik van de winter halen. Maar nu wilde ik graag reine claude pruimen voor de jam. Dinsdag moest ik naar de tandarts in Amsterdam, dus iets anders verzonnen; die goeie ouwe Dick was bereid om op de markt voor mij pruimen te kopen (je gelooft het niet, 1 euro 25 de kilo?!) en woensdag ben ik naar Vaals getogen. Natuurlijk niet alleen voor de pruimen, maar ook om daar weer eens lekker samen aan de wandel te gaan. En dat werd
Moresnet, het aparte landje van ooit, waar de plaatselijke machthebber heeft geprobeerd om het Esperanto tot voertaal te verheffen. In het geuldal zagen we dat de zinkviooltjes nog steeds in bloei stonden. Ook zagen we een aantal exemplaren van de parelmoervlinder. Fraai natuurgebiedje eigenlijk gewoon op industrieel afval van 150 jaar geleden. Er werd hier vroeger namelijk zinkerts gedolven. Dat werd beschikbaar gesteld aan zowel Frankrijk als Pruisen, vandaar dat aparte landje Moresnet om oorlog te voorkomen. Dat is helaas niet helemaal gelukt zoals u weet, maar het was een goed bedoelde poging. We kwamen nog een aantal oude grensstenen tegen vanuit die tijd. Er bestaat zelfs een grenspaalwandeling in deze buurt; er zijn nogal was grenswisselingen geweest.
Het was al met al een hele reis, maar zeker de moeite weer waard, en dat niet alleen vanwege de pruimen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten