12 augustus 2010

Staal uit de hoogovens

Je ziet dat soms in het voorbijrijden met de trein, zo'n oplegwagen met van die dikke ronde staven ruw ijzer. Dat vind ik altijd zo'n machtig gezicht. Heeft als erts miljoenen jaren in de grond gezeten en is dan nu door ons menselijk vernuft gereduceerd tot metallisch ijzer en gaat dan een nieuw leven beginnen. Wat zal dat worden? Een blikje om voor eenmalig gebruik een frisdrankje te bevatten, of wordt het onderdeel van een auto, of misschien wel van een trein, of een spoorstaaf, of voor een kunstwerk?
Hoe je tegen deze menselijke activiteit aan moet kijken vind ik ook een filosofische gedachte. Naar mijn idee horen wij mensen, met al onze volstrekt van de biologie afwijkende processen er gewoon bij. Het is ook aan ons als soort om te realiseren in hoeverre onze activiteiten zodanig destructief zijn dat we matiging aanbrengen. Dat heb je gezien met die PCB's; de productie daarvan was in de kortst mogelijke tijd aan banden gelegd. Omtrent zure regen en CO2 wachten we wel af; het loopt kennelijk zo'n vaart niet, althans we trekken geen enkele consequenties uit de onomstreden waarnemingen. En waarom zouden we ook? Après nous, la déluge, zo heeft iedere generatie dat gedaan; logisch toch?

Geen opmerkingen: