Ergens tussen mijn 16e en 18e jaar heb ik voor het eerst iets gezien van automatisering; ik heb toen bij een Amerikaans bedrijf, Time Life International in de zomervakantie een aantal weken op de postkamer gewerkt. In het bedrijf stond ergens een enorme machine de hele dag adres-etiketten te printen, ongetwijfeld aangestuurd door een ICT-achtig apparaat.
Later in 1974 toen ik als militair gedétacheerd was bij het CLB in Amsterdam zag ik zo'n enorm apparaat met heen en weer snellende tapes; de automatiseringsafdeling, een magische afdeling waar je als gewoon mens niets te zoeken had.
Jaren later, zo begin tachtiger jaren kwam ik met een heuse automatiseringsafdeling op het huisartsen laboratorium van Utrecht in aanraking; mijin latere vriend Dick werkte op de automatiseringsafdeling; van hem heb ik vrijwel al mijn automatiseringskennis. Het was een laboratorium dat qua automatisering ontzettend voorop liep in de laboratoriumwereld.
Bij het 'savonds nalopen van de patiëntrapporten hoorde ook het afsluiten van de automatisering. Een procedure: "copy/compair" duurde eindeloos voor m'n gevoel; van de data werd iedere dag op een tweede harde schijf een copie gemaakt en vervolgens werden de twee vergeleken. De twee schijven stonden te draaien in kasten zo groot als een wasmachine en de informatiedragers waren ook behoorlijk groot. Later heb ik aan Dick gevraagd om hoeveel Megabyte het eigenlijk ging en die enorme apparaten bevatten destijds elk 50 Megabyte. Daar draaiden we wel een heel laboratorium op!
Ik kan mij nog een wandeling herinneren over de Hoge Venen met Dick en mijn twee zonen, toen een jaar of 7 resp. 11 oud. Ze waren geïntrigeerd door de getallen van 1000 en vroegen Dick honderduit over hoeveel bytes er na de kilobyte kwamen, dat was natuurlijk de megabyte en daarna de Gigabyte. "En wat komt daarna Dick", nou ja dat was de terabyte. We zaten toen aan een picknicktafel en bedachten ons dat zo'n terabyte opslag toch wel minstens zo groot zou zijn als deze picknicktafel. Mij leek het ook wat overdreven zo'n enorme opslagcapaciteit.
Een los hiervan staande gedachte die ik altijd heb gekoesterd hangt samen met mijn liefde voor de muziek van Bach. Ik bedacht mij dat met het almaar kleiner worden van de data-opslag het nog wel eens mogelijk zou worden om die enorme hoeveelheid muziek in een kubieke centimeter van "wat dan ook" op te kunnen slaan. En intussen heb ik al een paar jaar een Terabyte opslag apparaatje dat kleiner is dan een sigarendoosje.
En nu kocht ik van de week een SD kaart van 64 gigabyte en daar kan alle muziek van Bach in mp3 formaat met gemak op gecopieerd worden; duurt ff maar dan heb je ook wat. En dan is het grootste deel daarvan slechts de houder; de informatiedrager is zo groot als een pinknagel?! En het schijnt nog kleiner en qua capaciteit nog groter te gaan worden. Had ik toch niet verwacht destijds aan die picknicktafel met zoons en vriend.
Later in 1974 toen ik als militair gedétacheerd was bij het CLB in Amsterdam zag ik zo'n enorm apparaat met heen en weer snellende tapes; de automatiseringsafdeling, een magische afdeling waar je als gewoon mens niets te zoeken had.
Jaren later, zo begin tachtiger jaren kwam ik met een heuse automatiseringsafdeling op het huisartsen laboratorium van Utrecht in aanraking; mijin latere vriend Dick werkte op de automatiseringsafdeling; van hem heb ik vrijwel al mijn automatiseringskennis. Het was een laboratorium dat qua automatisering ontzettend voorop liep in de laboratoriumwereld.
Bij het 'savonds nalopen van de patiëntrapporten hoorde ook het afsluiten van de automatisering. Een procedure: "copy/compair" duurde eindeloos voor m'n gevoel; van de data werd iedere dag op een tweede harde schijf een copie gemaakt en vervolgens werden de twee vergeleken. De twee schijven stonden te draaien in kasten zo groot als een wasmachine en de informatiedragers waren ook behoorlijk groot. Later heb ik aan Dick gevraagd om hoeveel Megabyte het eigenlijk ging en die enorme apparaten bevatten destijds elk 50 Megabyte. Daar draaiden we wel een heel laboratorium op!
Ik kan mij nog een wandeling herinneren over de Hoge Venen met Dick en mijn twee zonen, toen een jaar of 7 resp. 11 oud. Ze waren geïntrigeerd door de getallen van 1000 en vroegen Dick honderduit over hoeveel bytes er na de kilobyte kwamen, dat was natuurlijk de megabyte en daarna de Gigabyte. "En wat komt daarna Dick", nou ja dat was de terabyte. We zaten toen aan een picknicktafel en bedachten ons dat zo'n terabyte opslag toch wel minstens zo groot zou zijn als deze picknicktafel. Mij leek het ook wat overdreven zo'n enorme opslagcapaciteit.
Een los hiervan staande gedachte die ik altijd heb gekoesterd hangt samen met mijn liefde voor de muziek van Bach. Ik bedacht mij dat met het almaar kleiner worden van de data-opslag het nog wel eens mogelijk zou worden om die enorme hoeveelheid muziek in een kubieke centimeter van "wat dan ook" op te kunnen slaan. En intussen heb ik al een paar jaar een Terabyte opslag apparaatje dat kleiner is dan een sigarendoosje.
En nu kocht ik van de week een SD kaart van 64 gigabyte en daar kan alle muziek van Bach in mp3 formaat met gemak op gecopieerd worden; duurt ff maar dan heb je ook wat. En dan is het grootste deel daarvan slechts de houder; de informatiedrager is zo groot als een pinknagel?! En het schijnt nog kleiner en qua capaciteit nog groter te gaan worden. Had ik toch niet verwacht destijds aan die picknicktafel met zoons en vriend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten