Het middelste pand is een "echte Kok" |
Tussen alle panden stond een zeventiende-eeuws pand dat zodanig was opgeknapt dat het wel van Anton Pieck leek; het viel behoorlijk uit de toon. Eerlijk gezegd vind ik dat het mooiste; je ziet het ook veel in Brugge, een stad waarvan je niet verbaasd zou staan te kijken als de mensen daar in laat-middeleeuwse kledij op straat zouden verschijnen. Peter vertelde dat dit een pand was dat vlak na de oorlog was gerestaureerd door de architect Kok, een typische Kok dus. Deze wijze van restaureren is nu niet meer gebruikelijk. Misschien zag het pand er bij oplevering zo uit, maar een pand ontwikkelt zich ook in de tijd; een pui wordt veranderd, de kleine ruitjes zijn in de loop der eeuwen vervangen door grote. En daar houden de moderne restauratiearchitecten kennelijk rekening mee. Het moet natuurlijk geen museum object worden zo'n restauratie project; je moet herstellen wat bouwvallig is geworden of ongewenste moderniseringen verwijderen, maar niet helemaal terug naar de opleveringsvorm. Zit wel wat in moet ik toegeven.
Voor mij zijn de Anton Pieckhuisjes in het vervolg "echte Koks".
Heeft niets met Kok te maken. Een leuk kattenladdertje. |
1 opmerking:
Wat een mooie grachtenpanden in Amsterdam hé.
Een reactie posten