14 juli 2012

Waarschuwing: ik ben oneetbaar!

Bruin zandoogje (Maniola jurtina)
Na mijn eerste bevindingen met de Jacobsrups ben ik nog eens gedetailleerd verder gaan speuren in het natuurgebiedje achter bij de Lakenvelders. Allereerst om nog eens vast te stellen dat die rups vrijwel uitsluitend voorkomt in de gebieden waar de koeien niet lopen.
En nu is het fascinerende dat je bij nadere beschouwing altijd weer nieuwe dingen ziet in de natuur; de variatie maar ook de samenhang van levensvormen is zo groot dat je er alleen maar in verwondering en met bewondering getuige van kunt zijn.
Daar waar de koeien lopen staat het Jacobskruiskruid er prachtig bij: grote planten, veel bloesem en weer veel insecten die op de bloemen leven. Er fladderden vlinders rond; met veel geduld en vele pogingen kon ik een paar foto's maken met mijn daarvoor eigenlijk ongeschikte toestel. Frits B, mijn vraagbaak op het gebied van ecologie en vlinders heeft de verschillende vlinders die ik fotografeerde op naam gebracht, waarvoor dank.
Zuringspanner
Allereerst het fladderende vlindertje, dat ik voor een "blauwtje" hield, maar dat het veel voorkomende, door mij altijd over het hoofd geziene "Bruin zandoogje" bleek te zijn. Het bleef almaar vlakbij de grond onrustig rondfladderen, naar ik dacht op zoek naar geschikte mierennesten (gedrag waarop ik door Jap S. werd gewezen bij het Gentiaanblauwtje; blauwtjes hebben in een bepaalde fase van hun ontwikkeling mieren nodig, vandaar). Op zeker moment meende ik te zien dat er een kikker door het gras struinde, maar nee, dat bleek een enorme grasgroene sprinkhaan te zijn. Verder zag ik nog twee bijzonder fraai gekleurde vlinders. Eén ervan had een rode streping op een okergele achtergrond. Volgens Frits d zuringspanner, Lythria cruentaria. Was me ook niet eerder opgevallen en ik vond het van een grote schoonheid. Nog een vlindertje, een blauw beestje, de metaalvlinderAdscita statices. 
St Jacobsvlinder. Mooi rood is niet lelijk maar wel oneetbaar!
Uiteindelijk zag ik ook de opvallend rode vlinder van de St Jacobsrups, hoe kan het anders, de St Jacobsvlinder. Die bleef rustig zitten en na enkele pogingen kon ik hem/haar gewoon pakken en op de foto zetten vanuit de hand. Feitelijk een indirect bewijs voor de giftigheid van het beestje. Dit komt vanwege het gif dat de rups via het vreten van het giftige Jacobskruiskruid naar binnen krijgt, waarvan hij wel een behoorlijk deel kwijt raakt bij het vervellen maar dat uiteindelijk in voldoende mate in de vlinder aanwezig blijft om deze giftig te doen zijn voor predatoren; vogels zijn gewaarschuwd door de opvallende, felrode kleur en zullen hem, gewaarschuwd als ze zijn, met rust laten. Dat zie je eigenlijk altijd bij "gevaarlijke" dieren of ze nou giftig zijn of steken. Denk maar aan de wesp of de tropische gifkikkers. Een grappig waarschuwingssysteem.


Geen opmerkingen: