De Bilt lag vanmorgen in de sneeuw |
Kistjesdag vind ik toch wel een van de leukste mogelijkheden van het lidmaatschap van de NEV, de insectenclub waar ik alweer meer dan tien jaar lid van ben. En vandaag waren er echt een paar kistjes. De lezingen gaan over van alles; de langste lezing ging dit keer over sluipwespen die predateren op de larven van de mierenleeuw. Een bijzonder langdurig en uitgebreid verhaal waar erg veel taxonomie aan te pas kwam. Zoveel werd mij duidelijk dat zo'n larve wordt geïnfecteerd door het vrouwtje van de sluipwesp dat daartoe een aantal eitjes in het toch van vervaarlijke kaken voorziene beest weet te plaatsen. Daar wacht de larve van de sluipwesp eventueel zolang totdat de larve van de mierenleeuw het juiste stadium heeft bereikt en dan gaat zij - de sexe verhouding helt heel sterk over naar de vrouwtjes - met haar zusters en eventueel broer aan het opeten van de gastheer beginnen. Uiteindelijk verlaten de sluipwespen het leeggevreten corpus en boren zich naar buiten. Die insectenlarven hebben het niet altijd makkelijk; ook werd een lintworm getoond die zich meester had gemaakt van een larve van de mierenleeuw; de eveneens aanwezige larven van de sluipwesp moesten het daar toch tegen afleggen. Het is toch wat dat je levend opgevroten kunt worden in de dierenwereld. Voor sommige christenen waren dit soort levenswijzen een reden om niet meer in een rechtvaardige schepper te geloven en misschien zelfs wel het geloof afzworen. Wij entomologen zaten daarentegen met genoegen de beelden te bekijken en bewondering uit te spreken voor de onderzoeker die misschien wel wat langdradig was.
Een verhaal van Rinus Sommeijer over de eerste NLse entomoloog waarover heden een TT is in het museum te Middelburg. Goedart was zijn naam als ik mij goed herinner. Kees Zwakhals liet toen een kistje rondgaan met enkele insecten die de naam van deze entomoloog door Linaeus zelf toegekend hadden gekregen alsmede een rups die de naam van de NLse entomologe-schilderes waarvan mij de naam even niet te binnen schiet. (Maria Syblille Merian, aldus aanvulling van Roos.)
Een verhaal over het verdwijnen van koekoekshommels, d.w.z. hommels die parasiteren op andere soorten hommels door van die kolonies de koningin buiten spel te zetten opdat het eigen broed verzorgd wordt door slaven. Dit soort hommels heeft het moeilijk en de reden daarvan is lastig aan te wijzen. Een tekort aan laat bloeiende planten wellicht.
Na de pauze had ik het wel een beetje gehad en ben ik naar huis gegaan;
1 opmerking:
Maria Syblille Merian zie bijv. https://www.lannoo.be/nl/maria-sibylla-merian-metamorphosis-insectorum-surinamensium
Een reactie posten