11 maart 2016

Met het dispuut naar Schokland

Paul boort met een zgn. Edelmann een bodemmonster op.
Het ging om keileem. Bleek niet kalkhoudend te zijn.
Het had wat voeten in de aarde om in Schokland te komen. Eigenwijs als ik soms ben waar het om vervoer gaat had ik bedacht dat we best zelfstandig, d.w.z. met OV naar Schokland zouden kunnen gaan. Maar buiten de waard gerekend. Al bij de eerste stap, onze eigen stoptrein naar Amersfoort hadden we zodanig vertraging dat we de bus in Harderwijk naar Lelystad misten. We hadden er de pest in, maar besloten om door te zetten. Met de volgende stoptrein naar Zwolle en daar stond gelukkig de Intercity naar Lelystad voor ons klaar. Daar de bus naar Emmeloord, overgestapt in de bus naar Nagele en het laatste traject gelopen. Dat was nog een heel eind, maar een alleraardigste meneer uit Urk die op een parkeerplaats zijn Tom-tom stond uit te proberen was direct bereid om ons die paar kilometer - voor een auto een hanetree -  naar museum Schokland te brengen. Het bleek dat het bezoekerscentrum nog verderop was aldus Paul die ik goddank met de GSM kon bereiken.
Geanimeerde discussie over de chemie van het
opgeboorde keileem. Voelde fijn-zanderig aan. Ontstaat
door de schurende werking van de gletsjer.
Die goeie Lex kwam ons ophalen en zo waren we - wel als laatsten - toch nog op tijd voor de geologie excursie van Paul voor de verzamelde PROIRA-ten en een stel partners.
De groep luistert naar Paul
Hij liet ons de verzameling gletsjerstenen zien die hier in de stenentuin worden tentoongesteld. Hij deed een boring. Professioneel liet hij ons met een druppeltje zoutzuur zien dat er in de keileem geen kalk zat en in een bepaald gesteente juist wel; het bruisende CO2 was het bewijs. Schokland is onthutsend klein, althans smal geweest; inderdaad niet echt bewoonbaar. Het besluit van 1859 om het eiland gedwongen te ontruimen is volkomen terecht geweest. Tegen de achtergrond van het boek van Auke van der Woud, Koninkrijk vol sloppen, zou hier op dit grauw-arme plekje een apart hoofdstuk geschreven kunnen worden.
Paul had de dag uitstekend georganiseerd. We konden terecht in het bezoekerscentrum waarvan hij ook vrijwilliger is. Er was koffie en we genoten er onze zelf meegenomen lunch en zaten natuurlijk uitgebreid met elkaar te kwaken zoals we dat vanouds gewend waren. Ongelooflijk wat een cohesie de groep alweer kent na die paar bijeenkomsten. Ik geniet er geweldig van.
Een imposante holenbeer die hier ook
leefde in de ijstijd en ....... had er een botje in!
Na de lunch gingen we naar het Schokker museum. Dat was verrassend interessant met allerlei vondsten zoals een skelet van een jager-verzamelaar die hier 4000 jaar geleden was begraven; zo lang is deze plek dus bewoond geweest nog met beesten als de wolharige neushoorn en de mammoet. Wat mij opviel aan dit skelet was dat de persoon zo groot moet zijn geweest en dat het skelet er zo ontzettend gezond uitzag; stevige botten.
Nog een bezoek aan de fundamenten van een kerkje aan de zuidpunt van het eiland waar ooit een van alles verlaten vuurtoren heeft gestaan nadat het eiland onbewoond was.
En tot slot het culinaire hoogtepunt van de dag een fantastisch diner bij restaurant "Het Achterhuis" op Urk. Ik heb daar een onvervalst fantastisch bord gebakken paling gegeten zoals ik het alleen nog maar uit mijn herinnering ken van restaurant "De Siphon" in Damme, België.
Die goeie Lex bood ons aan om ons met de auto naar Bilthoven te brengen. Ben hem daar dankbaar voor want als we met OV naar huis hadden moeten gaan dan hadden we het diner aan onze neus voorbij laten gaan. Ik ga zeker nog een keer daar op Urk lekker vis eten!
De vriendelijke dienster bood aan om staande op een stoel deze foto te schieten
Vanaf het raam links: Huib, Aart, Paul, Kees, Chris, Ferry. Aan de kop van de tafel Wim en dan
verder: Roos, Gillis, Lex, Nel, Hans en Pieter
Op de foto ontbreken Anneke en Cees, die gingen door naar Friesland en Marleen

Geen opmerkingen: