16 maart 2016

Ganzeneieren halen in Edam

Hier de resterende 11 eieren. Foto: Roos, met dank
Het aantal wilde ganzen in NL neemt zodanig toe dat het hinderlijk begint te worden. Niet alleen voor het vliegverkeer en de landbouw, maar ook vanwege hun dominantie in de natuur. De weidevogels hebben er op indirecte wijze hinder van. Op de een of andere manier lokt de aanwezigheid van veel ganzen ook meeuwen aan. Waarschijnlijk eten deze alleseters de restanten van het broed op zoals dode kuikens, niet-uitgekomen eieren en wat dies meer zij. Voor de weidevogels waarschijnlijk de zoveelste negatieve factor in hun toch al zo afnemend habitat. Natuurbeschermers rapen dan ook de ganzeneieren. De snelste manier om ervan af te komen is al die eieren direct in de sloot te gooien. Motorbootje eroverheen en je hebt een sloot vol advocaat (grapje).
Maar die ganzeneieren zijn ook prima voor de consumptie. Een Slowfood afdeling raapt eieren om er inderdaad advocaat van te maken, maar je kunt ze ook gewoon in de keuken gebruiken en dat vind ik als moderne jager-verzamelaar natuurlijk ontzettend leuk.
Ab kwam onlangs bij me met twee snaterverse ganzeneieren, waar ik wel raad mee wist. Prachtig vers met donkergele dooiers en vol van smaak. Ik was zo brutaal om Ab te vragen of hij er nog een paar voor mij kon rapen. Dat het er twaalf zouden worden had ik niet gedacht, maar ik heb het voor elkaar gekregen om die allemaal heelschaals mee naar huis te krijgen.
Ab had de eieren in een zak, ergens in zijn tuin voor mij verborgen zodat ik ze op kon halen. Dus met de bus naar Edam, prachtig plaatsje, broodje halfom bij de slager en al knabbelend naar Abs' tuin. Eieren in de rugzak geladen. Ik had vier eierdozen zodanig geprepareerd dat er per doos twee ganzeneieren in konden. En de overige vier in een plastic zak bovenop. Nu wist ik al van de vorige keer dat de eierschaal van zo'n ganzenei wel wat kan hebben, maar ik deed toch wel heel voorzichtig. En thuis gekomen bleken ze alle nog heel te zijn.
Ik heb er eentje rauw opgegeten ondanks een opmerking van mijn vader uit een bijzonder grijs verleden dat je eendeëieren moest koken of alleen maar voor heet gebakken gebak mocht gebruiken vanwege paratyfusbacteriën. Ik heb het toch aangedurfd en er een geklutst ei van gemaakt met een schep suiker. Was wel een enorme slok, maar smaakte fantastisch en recht uit de natuur, net als Ayla van "de stam van de holenbeer"! Heb het eerste boek van deze enorme serie weer eens in krap drie dagen uitgelezen omdat ik al die ellende-boeken over oorlog, onderdrukking en armoede die ik de laatste maanden lees zo zat werd.

Geen opmerkingen: