26 maart 2016

De dakgoot van het Koos Vorrinkhuis

Het begon gisteravond al helder te worden en vanmorgen beloofde het een prachtige (wandel)dag te worden. Op zo'n mooie dag wil ik eigenlijk van alles doen; zowel eropuit trekken maar ook lekker thuis met die zon in de kamer lekker iets doen. Of gewoon verder gaan met lezen.
Als ik 'savonds alleen ben ga ik strijk en zet op bed liggen lezen en val dan vaak in slaap. Zo ook gisteravond. Buurman Bas zou misschien langs komen voor een wijntje en een praatje, maar bleek verhinderd te zijn vanwege een eerdere afspraak. En dus werd ik hedenmorgen om 3.30 uur volkomen uitgerust wakker. Lekker verder gelezen in het boek van Auke van der Woud: "een nieuwe wereld"; leesadvies van vriend Peter C. Ik weet niet of hij het zelf al heeft gelezen, maar het is een persoonlijke aanrader Peet!
Intussen een grote pot thee gezet en toen die leeg was nog een paar koppen koffie en toen maar eens opgestaan. Ganzenei met jamon iberico gebakken voor onderweg en de tas klaargemaakt voor een wandeling.
Er zou vandaag aan het spoor gewerkt worden en dus eerst maar eens gekeken hoe laat ik een trein kon nemen. Ik moest meer dan 20 minuten wachten en dus alle tijd voor een harinkie! De baas van de viswinkel schoot mij direct aan om te vragen hoe de kaviaar had gesmaakt: "smaakte net als haring, misschien iets vetter". Het was natuurlijk vooral het gebaar waarom ik dat peperdure potje viseitjes voor Roos gekocht had, dat moge duidelijk zijn. "Moet je ook niet van die lekkere haring hebben joh", maakte ik nog de grap. Die nieuwe Volendammer viswinkel heeft ongehoord lekkere haring.
Met de trein naar Den Dolder en lekker aan de wandel in het zonnetje. Zelfde wandeling als die ik onlangs met Joke heb gedaan. Ik wilde ook langs de Stulp verder lopen, maar daar ging mijn telefoon: Roos die vroeg waar ik was. Ze wilde ook aan de wandel en zou me tegemoet lopen. Dus veranderde ik mijn plan en liep langs het Koos Vorrinkhuis en richting Hollandsche Rading. Dat Koos Vorrinkhuis kende ik nog van de werkweek op de HBS. Dat was in de examenklas, dus in 1964; ik was 16 jaar. Verschillende van mijn klasgenoten hadden sterke drank meegenomen. Waren we geen van allen gewend, dus gewoon stoer doen. Mijn kamergenoot had een fles. Ik had bedacht dat die fles wel eens ingepikt kon gaan worden en dus bedacht ik dat we die maar moesten verstoppen. Dat bleek achteraf ook wel terecht, want de leraren hadden alle kamers doorzocht op drank en die op onze kamer niet gevonden. Beetje stoer doen is van alle tijden. Als ik langs dat Vorrinkhuis kom moet ik hier altijd even aan denken en aan die dakgoot waar we die fles toen in hadden verstopt.

Geen opmerkingen: