03 januari 2015

Ik zou het als vader niet hebben laten gebeuren

Op 6 oktober 1969 trouwde ik met Lien; het leek wel een voorjaarsdag; we trokken in onze "woning" op de Overtoom in Amsterdam. Het was niet meer dan een 'swinters niet te verwarmen zolderkamer met een geïmproviseerd kookhoekje. Voor de verwarming maakten we gebruik van een gaskacheltje en een Aladdin petroleum kachel; beide dus verbrandingsmodules die hun afvalgassen in de woonruimte spuiden. Het was er (gelukkig!) zo tochtig dat we er nooit zijn gestikt of door koolmonoxide zijn omgekomen. Het was er natuurlijk ook vochtig; Lien kreeg last van haar gewrichten. In die tijd studeerde ik nog en moest dan uren achter elkaar in de woonruimte vertoeven. Het was er soms zo koud dat ik met boek en al naar mijn grootmoeder in de Jan Evertsenstraat ging om warm te worden en om te proberen nog wat verder te studeren. We waren er gelukkig, maar het was een rothok zeg ik achteraf.
Maar zomers was het er leuk; we hebben er gelukkig slechts 1 winter hoeven te verblijven en hebben dat overleefd, daarna kregen we ons huis in de Jan Hanzenstraat waar we ontzettend fijn hebben gewoond. Maar ook aan die Overtoom bewaar ik toch wel fijne herinneringen. Als ik dit fotootje zie dan denk ik daar aan. Maar wat ik werkelijk niet begrijp is dat onze vaders het goed hebben gevonden dat we onder dergelijke gevaarlijke omstandigheden wilden gaan wonen. Ik zou me daar in hun plaats als vader heftig tegen verzet hebben!

Geen opmerkingen: