08 december 2011

Station Amsterdam Zuid

De campus van de VU aan de Boelenlaan
Het weer van de laatste dagen is niet erg aanlokkelijk om er eens lekker op uit te gaan; lekker nog even omdraaien en pas bij de dageraad voor het zetten van een koppie thee uit bed komen, dat gaat me beter af. Dat betekent dus niet vroeg, d.w.z. voor half zeven inchecken met de Dalvrij kaart en dus geen verre trips. Maar dichterbij valt er ook zoveel fijns te beleven. Amsterdam, de stad van mijn jonge jaren heeft zo veel stations inmiddels en bij alle heb ik wel zo mijn nostalgia.
Zo ging ik dinsdag laat van huis en was rond 12.00 uur op het station Amsterdam Zuid, vlakbij de campus van de Vrije Universiteit, mijn alma mater. Het chemie gebouw stond in de Lairessestraat, maar voor wiskunde, natuurkunde en later voor biochemie en micro-biologie was alles destijds al geconcentreerd op de Boelelaan, naast het academisch ziekenhuis. Het hoofdgebouw heb ik nog zien bouwen toen ik mijn bijvak microbiologie deed. Nu is het terrein helemaal volgebouwd; op alle gebouwen van toen zijn verdiepingen geplaatst. Het was nauwelijks meer te herkennen; een mega diploma fabriek met overal (rokende!) studenten en fietsen. Leuk om terug te zien. En toen het rondje gemaakt dat ik in mijn eerste baan, als wetenschapperd op de afdeling Medische Microbiologie vaak maakte met Dik Boorsma of met Sjors Kraal. Daar ben ik ermee begonnen om de middagpauze steeds te gaan wandelen. Het Amsterdamse bos lag om de hoek dus daar liepen we altijd heen.
Sluis en brug van Nieuwe meer naar de Bosbaan
Het Amsterdamse bos, mijn vader noemde het nog bij haar oude naam: "het bosplan", een werkgelegenheidsproject waarbij een bos werd aangelegd in de Haarlemmermeerpolder. Nu ligt het onder de bulderbaan, een aanvliegroute van luchthaven Schiphol. Tussen de hagelbuien door liep ik het stuk langs de bosbaan, waar ik ook trimde met Reinier Schoorl, waar ik een keer Toon Hermans tegenkwam, stijf gearmd met zijn vrouw Rietje, beiden ernstig kijkend, waarschijnlijk vanwege het onderzoek dat Rietje had ondergaan aan het academisch ziekenhuis; naar later bleek was zij ernstig ziek in die tijd. Het stuk waar ik nog een foto van heb met mijn overgrootvader en waar ik vaak kwam met mijn vader, voor op de fiets. Routa nostalgica dus. Weer terug naar het station en weer voor donker thuis; het heeft wel wat om "in de buurt" te gaan wandelen.
Bekend beeldje op de doorgaande weg in A'veen
De volgende dag heb ik opnieuw Amsterdam Zuid aangedaan maar nu naar Amstelveen; daar heb ik enkele jaren met Lien gewoond. Ik zocht het oude adres, Schouwenselaan 13, maar kon het met geen mogelijkheid vinden. Wel naar het centrum van Amstelveen gelopen en het Cobra museum bezocht. Mijn vriend Peter C is een liefhebber van moderne kunst en nu probeer ik naarstig om daar ook enig genoegen aan te beleven. Ik doe mijn best, maar het valt niet mee. Destijds heeft mijn vriend Dick O. mijn smaak voor muziek met enige eeuwen opgerekt; daar waar ik eigenlijk alleen van romantiek hield, met name Chopin en Schubert, heeft hij mij met succes de barok en middeleeuwse muziek leren waarderen en ook Mahler en tijdgenoten. Tot Schönberg kon ik eigenlijk helemaal met hem meegaan. Overigens ben ik een bewonderaar van Hugo Distler, waarschijnlijk omdat ik "Eine Wiehnachtsgeschichte" van hem heb gezongen bij Maarten Kooij. Ik ben Dick daar nog steeds dankbaar voor. Maar moderne kunst kan ik maar moeizaam waarderen. Malevitch heb ik jarenlang op mijn werkkamer gehad in copie natuurlijk. Maar Carel Appel en Corneille?! In het Cobra museum las ik dat Carel Appel werken had gemaakt die hij zelf de naam had gegeven: "Brandstapel". Tja wat zal ik daar van zeggen.

Geen opmerkingen: