10 maart 2020

Het kan verkeren

We gingen vanmorgen tegelijk de deur uit en naar station Wijhe. Roos moest naar de tandarts in Amsterdam en ik ging gewoon naar de flat in de Bilt. De trein naar Zwolle was merkwaardig volgeladen. Wat bleek nu, de Intercity van Utrecht naar Groningen was gestremd omdat er tussen 't Harde en Nunspeet een "aanrijding met een persoon" had plaats gevonden. Triest natuurlijk, maar het was er ook wel dag voor om mistroostig te zijn; almaar regen en nog eens regen. Annie M.G. zou zeggen: "wie kan daar nou tegen". Nou ja, dat betekende dat mijn trein naar Utrecht ook niet verder ging dan 't Harde en dat er van daaruit verder vervoer was met bussen. Dat was inderdaad keurig geregeld. Roos ging door de polder en had geen oponthoud door de stremming. Uiteindelijk was ik pas tegen een uur of drie weer op honk om direct weer op de fiets te springen om naar Boer Dirk te gaan en naar de bibliotheek. Bij de zuivelboerderij haalde ik speciaal voor de kleintjes van Joke twee liter yoghurt. Bram en Ronja zijn zo gek op de yoghurt van "opa Eef", dat Ronja onlangs zelfs - toen ze dacht dat moeder Joke het laatste voor zichzelf had ingeschonken - in het ontbijtbakje van haar moeder dook om yoghurt te scoren. Dat stimuleert mij in ieder geval om regelmatig even langs te gaan in Gouda, zeker niet omdat ik het gezellig vind hoor lezer?! Voor vrijdag heb ik afgesproken om de zuivel leverantie aan de familie te combineren met een wandeling die al langer op mijn wensenlijstje staat: van Oudewater via Haastrecht naar de zilverstad Schoonhoven.
Roos zou vanavond bij me komen eten dus kokkerelde ik wat; haché gemaakt van een rest haas in jus en natuurlijk gebakken uien. Wat aardappelen gekookt en een bakje gekookte grauwe erwten uit de vriezer. Heerlijk gegeten en natuurlijk - op wens van Roos - zelf gemaakte vla voor toe.
Ik deed mijn uiterste best om niet in slaap te vallen tijdens het lezen, maar dat lukte van geen kanten. Ik lijk 's-avonds vaak wel een narcolepticus. Begonnen in het boek "Een lied voor Achilles", gaat over de vrienden Patroclos en Achilles waarvan altijd beweerd wordt dat ze niet alleen vrienden waren maar ook "lovers". Ook dit boek gaat daar duidelijk van uit. Merkwaardig want ik kan daar in de Ilias toch verdraaid weinig van terug vinden. In tegendeel; de toorn van Achilles betreft juist dat het meisje Briseïs van hem wordt afgenomen door koning Agamemnon, dus ik snap het allemaal niet zo goed.

Geen opmerkingen: