12 juli 2019

Heb je een paraplu bij je?

Al die oude en vrij recente familiefoto's
Eerst maar eens de rommel in de kamer wegwerken. Roos ging stofzuigen terwijl ik intussen de afwas deed. De keuken nog een beetje schoonmaken, vloer nat afnemen en de vieze vlekken verwijderen. Roos ging nog even naar haar huis en ondertussen maakte ik de WC schoon en tot slot lekker douchen en scheren. De oude familiefoto's maar weer eens tevoorschijn halen en uitstallen;
Vandaag zou Jessy bij ons op bezoek komen om de kennismaking te verdiepen en ja, als er een dochter langskomt dan wordt er gekuist.
Terwijl ik wat zat te lezen hoorde ik gerommel buiten; kennelijk was er onweer op komst. Zo tegen twaalven begon het echt te knetteren en al een beetje te regenen. Ik appte naar Jessy met de vraag of ze wel een paraplu bij zich had; "was niet nodig", luidde het flegmatieke antwoord. Roos kwam binnen en vrijwel tegelijk ging de bel: "daar is ze al", en op dat moment begon het keihard te regenen. Ze was precies voor de bui binnen.
Direct bekeek ze de inhoud van mijn rariteitenkabinet met alle parafernalia uit mijn verleden; de pet van mijn opa, de horloges en al die andere dingen. Frappeerde me; ze bleek zelf ook een dergelijke verzameling te hebben opgebouwd.
Nog enigszins onwennig, maar al een stuk relaxter dan maandag gingen we aan de koffie; we bekeken de foto's en natuurlijk praatten we over de dingen die we belangrijk vonden; over de gelijkenissen. Zo bleek ook Jessy vroeger nagels te hebben gebeten en beperkte ze zich nu tot een enkele vinger, zoals ik slechts mijn rechterduim nog steeds afkluif en mijn moeder destijds haar twee pinkies. We kunnen beiden niet tegen kietelen onder de voeten. Ik vind dat zo geestig dat dit soort kleine dingen altijd naar voren komen als persoonlijke eigenschappen. "Heb ik dat nou van mijn vader of tòch van mijn moeder?", dat zijn de vragen voor de donorkinderen.
Maar natuurlijk ook en vooral over scholing, toekomst, mogelijke opleiding; hoe reageert de omgeving erop en dan is het leuk te horen dat haar omgeving het leuk vindt en erin meegaat.
We gingen aan de lunch; ik had wildragout uit de vriezer gehaald en twee pasteibakjes afgebakken voor de dames. Gezien mijn lijn-exercitie beperkte ik me tot een klein stukje van het meer dan voortreffelijke rozijnen-notenbrood dat ik gisteren nog had gebakken. Beetje boter erop en volgens Roos was het brood nog nooit zo lekker; ze had gelijk!
En na de lunch spraken we verder; het gesprek verstomde geen moment. Ik gaf haar een exemplaar van mijn proefschrift mee; had nooit gedacht dat ik daar ooit nog exemplaren van zou kunnen weggeven; doet me bijzonder veel genoegen!
Uiteindelijk ging ze er weer vandoor; was een bijzondere dag voor ons alledrie. Erg leuk was dat Martijn tussendoor nog had geïnformeerd hoe het ging; attente vent hoor!
Roos ging naar haar huis en ik heb nog een boswandeling gemaakt. Het was gelukkig weer droog; het bos rook verrassend lekker; een nieuw begin.

Geen opmerkingen: