22 juli 2015

De hond in de boom

Van een onbekende sprookjesverteller uit Vaals kreeg ik dit waar gebeurde, zeer oude verhaal aangereikt!

De Hond in de Boom


Lang, lang geleden, was het massief van Brabant nog een hooggebergte met sneeuw op de toppen en de subtropische schelfzee kabbelend aan de voet. De hoge bergen in die verre tijd zaten vol met magie, die vrijkwam bij het afslijten van de toppen. En afslijten deed het, nu is alleen het plateau van de Hoge Venen en Eifel-Ardennen nog over van dit eens magische gebergte. En de schelfzee trok zich terug en liet dikke kalklagen achter die nu als mergel gewonnen worden in Zuid-Limburg. Het gebied dat vrijkwam werd een woest, oneindig woud vol met bomen en meren en moerassen. Versteende resten van dit oude woud worden nog steeds opgegraven als steenkool.


De Koningsboom

Heersers van het woud waren de koningsbomen, die hun wortels dieper dan diep in de ondergrond verankerden om zelfs de kleinste sporen van de afgesleten bergmagie op te zuigen. Zij heersten hiermee wijs over het woud, en de dieren in het woud kwamen in de avondschemering langs hun lokale koningsboom om dank te zeggen voor de overdaad aan voedsel en water en schuilplaatsen.
In dit woud leefde een grote oude jachthond en zijn roedel,  afstammelingen van de mythische canisvolkeren uit het verre Siberië. Hij zorgde met zijn dagelijkse jacht voor het opruimen van de zwakkere en zieke dieren, zodat de sterksten overleefden en zich voortplanten. Dit door de koningsbomen gesteunde mechanisme zorgde ervoor dat de dierenbevolking van de wouden floreerde, en met hun gegraas mooie zonnige open plekken, paden en ruimte tussen de woudreuzen maakte.
De oude jachthond werd slecht ter been en kon niet goed meer mee op jacht met de jongere leden van de roedel. Maar hij was slim, en wist dat de dieren ‘s-avonds bij de koningsboom langs gingen. Dus hij klom in de koningsboom, en als een mals hertje of zwijntje langskwam sprong hij van zijn tak op het dier en had zonder moeite zijn dagelijkse hap.
De koningsboom ontstak in woede, omdat de dieren van het woud zo hun dank niet konden uiten en wegbleven uit angst voor de oude jachthond.
Iedere koningsboom had een boomtrol als dienaar, die een portie van de bergmagie die de boom uit de ondergrond opzoog mocht gebruiken om zijn wensen uit te voeren. Trollen zijn echter onbetrouwbare wezens, altijd in voor een grap of valse streek. Vooral de jongere trollen staan bekend om hun wilde trollenstreken, waarmee zij de schaarse bergmagie op onverantwoorde wijze opsoupeerden.


Trollen zijn zelf mythische wezens die bestaan bij de gratie van de bergmagie, dus het was niet mogelijk hen het gebruik van magie te ontzeggen. Daarom hadden de koningsbomen bepaald dat iedere toverspreuk waarvoor de trollen bergmagie gebruikten ook op henzelf zou slaan.
De boomtrol waarschuwde de oude jachthond dat hij moest ophouden in de koningsboom te klimmen, anders zou de trol gebruik maken van de sterke boommagie en zorgen dat de hond nooit meer uit de boom zou kunnen springen. De hond lachte hem vierkant uit. HarHar, baste hij, wat kan jij nou helemaal doen, zo’n krachtige toverspreuk slaat ook op jou, en dan kan jij ook nooit meer uit de boom komen. En de volgende dag klom hij weer gewoon in de koningsboom om op zijn dagelijkse hapje te springen. Dit was echter een hele dappere trol, die zijn jeugdige trollenstreken al lang achter zich had gelaten. Hij sprak de spreuk uit, en de hond schrok zich rot en probeerde snel uit de boom te springen. Zijn voorpoten raakten de grond al, maar zijn hele lichaam verstarde en voegde zich samen met de stam van de boom. Aan de andere kant van de boom smolt ook de boomtrol samen met de stam.
Er uit springen lukte niet meer


Door de eeuwen heen is de bergmagie geleidelijk aan verdwenen, en daarmee ook de trollen en andere mythische wezens. Verspreid in de bossen staat hier en daar nog een koningsboom, die vanwege zijn diepe, diepe wortels nog wat spoortjes bergmagie weet vast te houden, net genoeg om eeuwig jong te blijven en zich te beschermen tegen de oprukkende moderne wereld. Je kan ze herkennen aan de volgende kenmerken: ze staan alleen te midden van andersoortige bomen, je ziet hun ouderdom er niet aan af maar ze bevatten meerdere vreemde vergroeisels en knobbels. En houthakkers durven de bomen niet om te hakken. Ze kennen de verhalen. Een houthakker die zijn bijl in een koningsboom wil slaan hakt in zijn voet, en in recentere tijden is een houthakker die een motorzaag in de boom wilde zetten nu een houten been rijker. Bossen worden gekapt, maar de paar koningsbomen die nog wat magie bezitten blijven staan. Vandaar dat de koningsboom met de hond nu midden op het pad staat, nog steeds met de houten hond in de vertwijfelde houding waarmee hij eruit probeerde te komen. Aan de achterkant van de boom zie je nog het vertrokken gelaat van de dappere boomtrol uit de boom steken.
De Dappere BoomTrol


De laatste magie sijpelt langzaam uit de boom, en als die op is, zal de hond (en de trol) eindelijk los kunnen komen en uit de boom terecht komen in een wereld waarin de magie en de oude bekende wouden verdwenen zijn. De plaatselijke bevolking kent de verhalen, en het verhaal gaat dat je iets van de magie kan afnemen door een aai te geven over het verkreukelde linkeroor van de hond. Waarmee hij dus eerder vrij kan komen. Vooral een aai van een onschuldig kind neemt veel magie weg, en geeft het kind mooie dromen en een mooie toekomst..
En... je mag een wens doen met het spoortje magie dat je afstrijkt, echter, je mag niets voor jezelf wensen, alleen voor een ander, en alleen iets goeds. Wens je toch iets voor jezelf, of iets kwaads voor een ander, dan keert het zich tegen je. Je struikelt, of loopt tegen de deur op, of erger.
Of je dit verhaal kan geloven moet je zelf maar weten, maar wat is er mis met even stilstaan bij de gedachte aan een ander, het gehavende oor te aaien en die ander iets goeds toe te wensen?

Hier is een link naar een rondwandeling vanuit Vaals die langs de Hond in de Boom voert, en langs Boscafe Het Hijgend Hert, ook altijd goed om even te verpozen op het terras.


Richard Moretsoo, Vaals, Juli 2015.

Geen opmerkingen: