02 juli 2015

Beetje hees

Er stroomt nog best wat water door het beekje
Zo, het zit er bijna op; vandaag alweer de laatste gehele dag, morgen weer terug naar huis. Was wel raar zo in m'n eentje; ik heb nauwelijks iemand gesproken, feitelijk helemaal niemand afgezien van Roos de eerste dag dat ik hier was en dan aan de telefoon natuurlijk. We hadden afgesproken dat ik vanmorgen weer zou bellen; dat heb ik gedaan maar eerst hadden we uitvoerig gechat; wat is dat toch plezierig die moderne communicatiemiddelen en goede WiFi op de hotelkamer.
Terwijl ik met Roos sprak merkte ik dat mijn stem gewoon hees was; ik heb zo ontzettend weinig gesproken dat m'n stem weer op gang moest komen. En niet te geloven, terwijl ik met Roos "aan de lijn" was hoorde ik piepjes van een tweede gesprek en ja hoor, zoon Peter had in die tussentijd gebeld, dus weer aan de praat; mijn stem raakte weer enigszins gesmeerd. Daarna welgemutst aan de wandel en vooral ook aan de kijker. Rustig naar het beekje gewandeld; eigenlijk stroomt er nog best flink water uit de ongetwijfeld flink droge bergen; het land lijkt zich wel uit te persen. De vissen varen er wel bij en daardoor ook de vogels die weer van die vis leven.
Jagende zwarte ooievaar
Foto: Hans van Zummeren
Zo zag ik een jagende zwarte ooievaar, dat is toch wel het voordeel van geduld betrachten, ik hield hem langdurig in mijn vizier. En zo zag ik hem een forse vis vangen die hij tot mijn verbazing geheel levend al kronkelend naar binnen werkte. Ik dacht dat hij wel voor een hele dag genoeg had, maar nee hoor, hij ging lekker door en met die rare lange poten, vleugels en snavel ving hij in no time nog twee redelijk grote vissen en slokte die levend en wel naar binnen; geweldig gezicht!
Even verderop nog een bontbek(?)plevier. Bij de overgang heb ik alle tijd genomen om te observeren; zich badende mussen, een drietal jonge waterhoentjes, honderden visjes/vissen die zich tegoed deden aan de alggroei op de stenen, kikkers in alle maten en fascinerend gedrag van libelles; twee oeverlibelles in copulo vlogen wat heen en weer en lieten elkaar plotseling weer los waarna het bruine wijfje eieren ging leggen in het water, zo ongeveer iedere seconde een eitje; het blauwe mannetje hield fanatiek de wacht en verjoeg iedere libel die in de buurt kwam van het eierleggende vrouwtje, zelfs die van een andere soort. Kennelijk was het vrouwtje nog bijzonder aantrekkelijk want er waren voortdurend manlijke oeverlibelles die haar probeerden te benaderen. Op zeker moment was ze uitgelegd en vloog weg waarna er onmiddellijk weer een kandidaat voor de copulatie was. Zo gaat dat in de insectenwereld; weinig romantiek.
Even later kwam er een stel fietsers bij het oversteekplekje; een stel NLers en daarmee kwam ik aan de praat; mijn stemoefening ging gewoon door. Later aan het zwembad, het moest toch niet gekker worden heb ik weer uitgebreid zitten praten. Moet morgen terug in NL weer helemaal goed gaan; mijn heesheid is inmiddels verdwenen.

Geen opmerkingen: