Richard Dawkins |
Richard Dawkins, bekend van zijn boek over de "selfish genes" (dat ik overigens nog moet lezen) schrijft in zijn essay "Kapelaan van de duivel", in hoofdstuk 1.7 een mij zeer aansprekend stuk waarbij hij de moderne filosofen op een vileine manier de plaats geeft die hen toekomst: de prullenbak van de vergetelheid.
De kletskoekerige onzin die in onbegrijpelijke zinnen over de lezers wordt uitgestort (zo heb ik ook Peter Sloterdijk ervaren) heeft mij regelmatig verbaasd. Wanneer je zo lang op school hebt gezeten als ik en daarnaast ook veel boeken hebt gelezen maar dan toch aan een verhaal kop noch staart weet te ontdekken, kan het ook wel eens aan de schrijver liggen.
En dit "kleren van de keizer" fenomeen onthult Dawkins schitterend op zijn eigen, zelfingenomen wijze. Het meest onthullende is wel dat er door een andere criticus van het zgn. post-modernisme een computer programma is geconstrueerd waarmee je op onnavolgbare wijze geautomatiseerd die post-moderne kletskoek in uitgewerkte, van noten voorziene "wetenschappelijk aandoende" artikelen kunt produceren, waarin (citaat uit boek): de hoge dichtheid van wetenschappelijke- en pseudo-wetenschappelijke terminologie is ingevoegd in zinnen die, voor zover we dat kunnen uitmaken, geen betekenis hebben; windbuilen die moeten worden doorgeprikt!. Dit programma is op Internet beschikbaar op de website http://www.elsewhere.org/cgi-bin/postmodern/
De vileine wijze waarop Dawkins zijn irritatie over dit geïnstitutionaliseerde gebazel wegschrijft doet mij sterk denken aan "Mandarijnen op zwavelzuur" van Willem Frederik Hermans, een opmerkelijk kritisch werk uit de zestiger jaren betreffende de NLse literatuur. Ergens schrijft hij een collega literator helemaal weg door een "willekeurig" werkje van diens hand te fileren. Ik moet die mandarijnen ook nog maar weer eens ter hand nemen.
Anderzijds deed het mij ook denken aan één van de laboranten waarmee ik in mijn wetenschappelijke tijd graag in de lunchpauze ging wandelen. Hoewel hij de fundamentele implicaties van wat hij allemaal associeerde niet kon overzien bracht hij mij op ideeën die ik anders nooit gehad zou hebben. Misschien zou dat ook een onverwachte bijdrage kunnen zijn van het verder volstrekt onzinnige postmodernisme: anderen tot wèl zinnige gedachten brengen.
Dit hoofdstuk uit het boek van Dawkins is een absolute aanrader voor diegenen die zich wat klein voelen, wanneer zij niet te begrijpen wetenschappelijke wartaal, onder de noemer postmodernisme of moderne filosofie (of misschien wel filosofie in het algemeen), proberen te ontcijferen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten