30 juni 2020

De Kinkerstraat

Mijn grootmoeder van moeders kant, oma ten Brink woonde in mijn jonge jaren in de Kinkerstraat in Amsterdam. Ik ben zelfs bij haar in huis geboren en heb daar ook de eerste twee jaar van mijn leven doorgebracht. Zij heeft mij niet alleen leren zingen maar ook fatsoenlijk leren praten. Mijn moeder sprak bij voorkeur een soort babytaal met mij. Grappig genoeg gebruik ik nog steeds een paar van die gekke uitdrukkingen van mijn moeder, maar als gezegd heb ik die als kind nooit overgenomen.
Mijn moeder had een zeer sterke band met haar moeder; vader ten Brink was jong overleden toen mijn moeder pas 9 jaar oud was, vandaar. Ze hadden het goed gehad samen; oma vertelde dat ze voor de zondag vaak een kippetje en een konijntje braadde en dat ze dat dan met z'n tweetjes opaten en de rest van de zondag amechtig algen uit te buiken. Oma was dan ook behoorlijk "gezet", weet ik nog goed; gewoon vierkant. Lieve oma; denk nog vaak aan haar.
Uiteindelijk - ik was een jaar of 2 - verhuisden mijn vader en moeder naar Zaandam. Mijn moeder was zo blij dat ze helemaal vergat om afscheid van haar moeder te nemen, zo vertelde ze mij veel en veel later. Maar oma dacht dat ze het te moeilijk vond om afscheid te nemen. Dat hebben ze altijd maar zo gelaten. Maar goed ook.
Oma ging jaren later samen wonen met haar zuster, tante Riek. Gezellig die twee oude dametjes in hun gezamenlijke huishouding met elk een ruime kamer en slaapkamer. Ik kwam daar geregeld op visite; we woonden allemaal in Amsterdam.

Geen opmerkingen: