Foto Posbank. Afkomstig van http://nl.wikipedia.org/wiki/Posbank |
Vandaag hebben we de stoute schoenen aangetrokken voor deze wandeling; er was ons 2 mm regen beloofd en veel meer hebben we ook zeker niet op onze test gekregen.
Op weg naar het station deed ik nog even banketbakker Tops aan voor een zoete versnapering bij de koffie. We ontmoetten elkaar op station Utrecht en hebben in de trein naar Arnhem heerlijk koffie met een wel erg zoet stukje schuimgebak (Oscar geheten) gegeten; de "Düsseldörfer" waren nog te koud (ingevroren) om mee te geven, vandaar. Er kwam nog een jonge vrouw met koffie en versnaperingen langs terwijl wij zaten te smullen, hetgeen haar ontlokte: "u bent vast niet te verleiden". Geestig!
De wandeling begon bij station Dieren en leidde ons door de Veluwezoom. Ik dacht dat ik hier nog niet eerder had gewandeld en was behoorlijk onder de indruk van het fraaie, oude bos; hoge beuken, lange lanen en behoorlijk geaccidenteerd. Maar plotseling waren we bij de Carolinahoeve, door Huib herkend. En daar was ik vorig jaar met Ab tijdens een van onze wandelingen over de Veluwe. De wandeling ging verder richting Velp. Een sprengkop vormde het begin van een beekje dat we verder zouden volgen richting Velp. Waarschijnlijk vanwege de 40 mm die de afgelopen nacht was gevallen was het beekje, eenmaal in Velp aangekomen een heuse beek geworden; geen Geul of Gulp, maar toch aanzienlijk. Hij zou de molen van "Die schöne Müllerin" vast wel hebben kunnen aandrijven. De molenbeek sprong ook bij een gebouw dat vroeger ongetwijfeld een watermolen is geweest. Ik barstte spontaan uit in "Hät Ich tausend Armen zu rühren", oftewel "Am Feierabend", één van de liederen uit de genoemde cyclus van Franz Schubert.
We liepen naar het station, de zon was intussen weer gaan schijnen en we konden terugzien op een zeer geslaagde wandeldag.
Tekst van Am Feierabend
Hätt ich tausend
Arme zu rühren!
Könnt ich brausend
Die Räder führen!
Könnt ich wehen
Durch alle Haine!
Könnt ich drehen
Alle Steine!
Daß die schöne Müllerin
Merkte meinen treuen Sinn!
Ach, wie ist mein Arm so schwach!
Was ich hebe, was ich trage,
Was ich schneide, was ich schlage,
Jeder Knappe tut [es]1 nach.
Und da sitz ich in der großen Runde,
[Zu]2 der stillen kühlen Feierstunde,
Und der Meister spricht zu allen:
Euer Werk hat mir gefallen;
Und das liebe Mädchen sagt
Allen eine gute Nacht.
Arme zu rühren!
Könnt ich brausend
Die Räder führen!
Könnt ich wehen
Durch alle Haine!
Könnt ich drehen
Alle Steine!
Daß die schöne Müllerin
Merkte meinen treuen Sinn!
Ach, wie ist mein Arm so schwach!
Was ich hebe, was ich trage,
Was ich schneide, was ich schlage,
Jeder Knappe tut [es]1 nach.
Und da sitz ich in der großen Runde,
[Zu]2 der stillen kühlen Feierstunde,
Und der Meister spricht zu allen:
Euer Werk hat mir gefallen;
Und das liebe Mädchen sagt
Allen eine gute Nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten