Een mens maakt in zijn/haar leven tal van keuzes; sommige keuzen zijn in hoge mate bepalend voor het verloop van je verdere leven. Waarschijnlijk zal iedereen wel eens stilstaan bij de gedachte of die keuzes nu goed hebben uitgepakt of dat er toch gevoelens van lichte spijt voorkomen.
Eén van mijn cruciale keuzes betrof de voortgang van mijn loopbaan nadat ik het onderzoek van mijn proefschrift had afgerond. Naar mijn onbescheiden mening was ik een creatief denkend en goed wetenschapper toen ik zover was. Ik had bij een gerenommeerd instituut mijn onderzoek gedaan, het CLB in Amsterdam. De natuurlijke voortgang in die tijd was dat je dan een jaar naar Amerika ging om je verder te ontwikkelen. De directeur van het instituut had mij attent gemaakt op een bestaande plek aan een gerenommeerd instituut in de USA waarop ik destijds ook heb gesolliciteerd en waar ik ook was aangenomen; en dat niet voor 1, maar zelfs voor 2 jaar. Voor m'n carriëre zou dat een geweldige boost zijn geweest; misschien was ik dan wel hoogleraar geworden. Maar diep in me was toch een fluisteraartje dat telkens zei dat het niets voor mij was dat Amerika. Toen een vriendje van me dan ook vroeg of ik niet labhoofd wilde worden bij het Huisartsenlaboratorium in Utrecht had ik weinig tijd nodig om daartoe te besluiten.
Hoe het allemaal verder is verlopen is niet van belang om hier te vermelden, maar wel dat ik m'n hart heb gevolgd en niet m'n verstand.
Veel later, zo rond mijn 40e was ik voor een studiereis in Amerika. En in tegenstelling tot de rest van het gezelschap werd ik daar zo mistroostig van: "is dit ons voorland", vroeg ik mij toen af. Dat was het inderdaad: al die moddervette mensen; al die auto's; materialisme, zich uitend in opschepperij en dikdoenerij; we hebben wel drie keer tijdens die reis "het hoogste gebouw ter wereld" gezien. Het meeste van dit, en het grootste van dat. Ik werd er zo balorig van dat ik de neiging had om stomme vragen te stellen bijvoorbeeld over hoeveel ganzen er wel niet over het gazon liepen. We gingen een keer naar een restaurant; de gerant sneed een stuk vlees af waarvan ik dacht dat het wel erg groot was; ik kreeg twee van die lappen?! Ik vond het walgelijk allemaal.
En dan heb ik nu weer het reisverslag van Geert Mak gelezen: "Op reis zonder John" waarin vooral de binnenkant van de Amerikaanse samenleving wordt beschreven.
Vanmorgen lag ik hieraan te denken en bedacht ik mij dat ik zo blij was dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Amor fati, zou Nietzsche zeggen.
Eén van mijn cruciale keuzes betrof de voortgang van mijn loopbaan nadat ik het onderzoek van mijn proefschrift had afgerond. Naar mijn onbescheiden mening was ik een creatief denkend en goed wetenschapper toen ik zover was. Ik had bij een gerenommeerd instituut mijn onderzoek gedaan, het CLB in Amsterdam. De natuurlijke voortgang in die tijd was dat je dan een jaar naar Amerika ging om je verder te ontwikkelen. De directeur van het instituut had mij attent gemaakt op een bestaande plek aan een gerenommeerd instituut in de USA waarop ik destijds ook heb gesolliciteerd en waar ik ook was aangenomen; en dat niet voor 1, maar zelfs voor 2 jaar. Voor m'n carriëre zou dat een geweldige boost zijn geweest; misschien was ik dan wel hoogleraar geworden. Maar diep in me was toch een fluisteraartje dat telkens zei dat het niets voor mij was dat Amerika. Toen een vriendje van me dan ook vroeg of ik niet labhoofd wilde worden bij het Huisartsenlaboratorium in Utrecht had ik weinig tijd nodig om daartoe te besluiten.
Hoe het allemaal verder is verlopen is niet van belang om hier te vermelden, maar wel dat ik m'n hart heb gevolgd en niet m'n verstand.
Veel later, zo rond mijn 40e was ik voor een studiereis in Amerika. En in tegenstelling tot de rest van het gezelschap werd ik daar zo mistroostig van: "is dit ons voorland", vroeg ik mij toen af. Dat was het inderdaad: al die moddervette mensen; al die auto's; materialisme, zich uitend in opschepperij en dikdoenerij; we hebben wel drie keer tijdens die reis "het hoogste gebouw ter wereld" gezien. Het meeste van dit, en het grootste van dat. Ik werd er zo balorig van dat ik de neiging had om stomme vragen te stellen bijvoorbeeld over hoeveel ganzen er wel niet over het gazon liepen. We gingen een keer naar een restaurant; de gerant sneed een stuk vlees af waarvan ik dacht dat het wel erg groot was; ik kreeg twee van die lappen?! Ik vond het walgelijk allemaal.
En dan heb ik nu weer het reisverslag van Geert Mak gelezen: "Op reis zonder John" waarin vooral de binnenkant van de Amerikaanse samenleving wordt beschreven.
Vanmorgen lag ik hieraan te denken en bedacht ik mij dat ik zo blij was dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Amor fati, zou Nietzsche zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten