Dit boek van de hand van science fiction schrijver en biochemicus Isaac Asimov las ik voor het eerst toen ik studeerde; ik was toen een jaar of negentien; het boek maakte onderdeel uit van de Science fiction omnibus. Al bij eerste lezing maakte het diepe indruk op me. Het thema betreft tijdreizen, iets waarvan ik eerlijk gezegd denk dat het een onmogelijkheid is en zal blijven, maar wie ben ik. Hier is een groep lieden, de zogenaamde "eeuwigers" die door kleine manipulaties de wereld, althans de mensheid behoeden voor ernstig onheil. Zo wordt een oorlog enkele eeuwen later voorkomen door een doos ergens in een afgelegen schuur te verplaatsen van de tweede naar de derde plank. Het was die kleine verandering met die grote gevolgen die mij blijvend aan het denken heeft gezet. Voorwaar, die Asimov gaf hier een inzicht in iets dat later het vlindereffect in de chaostheorie werd genoemd nadat het was "ontdekt" door een meteoroloog met een computerprogramma voor niet-lineaire wiskundige vergelijkingen.
Bij tweede lezing vond ik het vooral een licht teleurstellend feest van herkenning; zo'n flauwekul science fiction verhaal en vond ik het eind erg gezocht met handelingen van lieden uit een nog veel verder liggende toekomst. Maar deze week las ik het voor de derde keer en was ik eigenlijk het meest verrast door m'n eigen reactie; ik was sterk onder de indruk van de filosofische gedachten die Asimov feitelijk in het boek aan de orde stelt. Natuurlijk blijft het gegeven het zelfde. Maar nu was ik juist gefascineerd door het einde van het boek. In het verhaal zijn het de voorbij-eeuwigers van de verborgen eeuwen die het protectief handelen van de eeuwigers willen doorbreken; zij willen een einde van eeuwigheid.
De gedachte en wellicht filosofie van de schrijver komen hier mijns inziens aan het oppervlak. Hij geeft aan dat de mensheid pas tot volle ontplooing kan komen als hij de gelegenheid krijgt om ook fouten te maken hoe ingrijpend die ook mogen zijn. Hij voorziet, als echte science fiction schrijver een toekomst voor de mens in verre galactische stelsels die niet bereikt kan worden als de mensheid ploetert in voortdurende vredige saaie geschiedenis. Die laatste conclusie voert mijns inziens wat ver maar filosofisch is het een aardig item wanneer je nadenkt hoe loutering uitwerkt op een maatschappij, een soort, kortom wellicht ook op de mensheid. Een proces waar we al zo'n miljoen jaar in evolueren zowel fysiek als cultuur-filosofisch.
Bij tweede lezing vond ik het vooral een licht teleurstellend feest van herkenning; zo'n flauwekul science fiction verhaal en vond ik het eind erg gezocht met handelingen van lieden uit een nog veel verder liggende toekomst. Maar deze week las ik het voor de derde keer en was ik eigenlijk het meest verrast door m'n eigen reactie; ik was sterk onder de indruk van de filosofische gedachten die Asimov feitelijk in het boek aan de orde stelt. Natuurlijk blijft het gegeven het zelfde. Maar nu was ik juist gefascineerd door het einde van het boek. In het verhaal zijn het de voorbij-eeuwigers van de verborgen eeuwen die het protectief handelen van de eeuwigers willen doorbreken; zij willen een einde van eeuwigheid.
De gedachte en wellicht filosofie van de schrijver komen hier mijns inziens aan het oppervlak. Hij geeft aan dat de mensheid pas tot volle ontplooing kan komen als hij de gelegenheid krijgt om ook fouten te maken hoe ingrijpend die ook mogen zijn. Hij voorziet, als echte science fiction schrijver een toekomst voor de mens in verre galactische stelsels die niet bereikt kan worden als de mensheid ploetert in voortdurende vredige saaie geschiedenis. Die laatste conclusie voert mijns inziens wat ver maar filosofisch is het een aardig item wanneer je nadenkt hoe loutering uitwerkt op een maatschappij, een soort, kortom wellicht ook op de mensheid. Een proces waar we al zo'n miljoen jaar in evolueren zowel fysiek als cultuur-filosofisch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten