09 maart 2019

De centrale Hemweg gaat dicht

Ramirezi's, prachtige visjes
Die elektriciteitscentrale ken ik al mijn hele leven. Ik heb hem in die jaren ook groter en groter zien worden. Stonden er eerst een stuk of acht wat kleinere schoorstenen op het dak daar werd het later een enorme, tientallen meters hoge schoorsteen waar een enorme stoompluim uitkwam. De centrale werd gevoed vanuit een berg steenkool als ik me goed herinner; een lopende band voerde het zwarte spul aan. Zo liep ik vanmorgen te denken terwijl ik  - voordat het regenfront onze dreven zou bereiken aldus KNMI - een drietje liep voor de broodnodige beweging. Mijn gedachten waren naar deze centrale toe gekronkeld vanuit het onderwerp dat tegenwoordig wel heel sterk mijn interne agenda beheerst: de klimaatramp die ons zonder twijfel staat te overkomen. Er wordt gesproken over reductie van de CO2 emissie; twee van die kolencentrales sluiten is nog minder dan een druppel op een gloeiende plaat. Iedereen wijst naar de overheid, maar kijk eens om je heen en vraag je af hoe het anders zou kunnen? Al die auto's op de weg; onze intense afhankelijkheid van elektriciteit en de eeuwige drang van meer en beter.
Maar het gepeins over de centrale deed ook een stukje historie opleven in mijn ouwe kop. Ergens in de jaren zeventig; ik woonde met Lien in de Jan Hanzenstraat in Amsterdam, Kinkerbuurt. Daar in de buurt was een siervishandel; vrienden van ons kenden de mensen van die winkel. En ja hoor, ik was natuurlijk ook weer zo gek om een aquarium in te gaan richten; best leuk trouwens. Ik kreeg van iemand een oud geraamte van een aquarium en om de hoek bij ons was een glashandel waar ik de keurig afgemeten ruitjes bestelde. En het lukte me in één keer om een waterdicht aquarium te maken. Zand erin, waterplanten, regenwater, pompje voor de lucht en water behandeling en toen natuurlijk de vissen. Ik was nogal gecharmeerd van de Apistogramma Ramirezi; die naam kan ik nog dromen evenals de naam van de siervishandel: Labeo Bicolor, de naam van een ander siervisje: zwart visje met oranje/rode staartvin.
Maar ze hielden daar niet alleen van siervissen, maar ook van vissen met de hengel en zelfs stropen; stiekem 's-nachts vissen. En daar ben ik een keer bij mee geweest en u raadt het al lezer, dat stropen deden we bij de centrale Hemweg in het aanvoerkanaal voor het koelwater. Ik weet nog dat ik mijn hengel uitwierp, gewoon met een schuiflood en een wurm aan de haak; ik had onmiddellijk beet en er hing een enorme paling aan m'n hengel. En zo ging het achter elkaar door; we hebben ponden paling gevist; was toen nog geen zeldzame vis?!
Dat is dus de gedachten associatie van de centrale Hemweg en het siervisje.

Geen opmerkingen: