Opgesteld schaakspel; witte speelhelft. |
Met het lezen van "Ongeduld" van Stefan Zweig is mijn interesse gewekt in deze schrijver. Zijn schrijfstijl is weergaloos. Nu heb ik binnen een uur zijn meest bekende boek gelezen: Schachnovelle, in het Nederlands vanzelfsprekend Schaaknovelle. Een dun boek met twee verhaallijnen die elkaar kruisen. In het leidend verhaal een aantal schaakliefhebbers die, tegen betaling, een partij zijn aangegaan tegen de wereldkampioen die zich, evenals de rest van het gezelschap, op een bootreis bevindt. De tweede verhaallijn betreft het verhaal van een voormalig Gestapo gevangene die volslagen krankzinnig is geworden in het schaakspel door de intense eenzaamheid waaraan hij bij de verhoorprocedure werd blootgesteld; hij kon als de volmaakte schizofreen uiteindelijk dag en nacht partijen tegen zichzelf spelen; daarbij eindigde hij uiteindelijk in een ziekenhuis. Hij werd vervolgens vrijgelaten en is eveneens met het schip onderweg.
En dan kruisen de verhaallijnen elkaar en speelt deze voormalig gevangene tegen de wereldkampioen. De wereldkampioen verliest de eerste partij. Vervolgens eindigt de novelle bij de tweede partij in een explosie van waanzin.
Net als het boek "Ongeduld" ben ik sterk gefrappeerd door de schrijfstijl van Zweig; het is iedere zin raak; een groot genoegen om te lezen. De merkwaardige verhaallijn deed mij vooral denken aan Belcampo; die is altijd sterk geweest in het bedenken van meest onverwachte plots.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten