27 februari 2012

Homo ludens

Mijn vader, roeiend op ons visplekje. Op de achtergrond
de Twiskerbrug bij Oostzaan. Circa 1975
Mijn vader had het over het perspectief van de mensheid dat zou aanvangen op het moment dat de meeste arbeid zou zijn overgenomen door machines. In de tijd dat we daarover spraken, dat was ergens begin van de zeventiger jaren, was van de computer nog geen sprake; het ging vooral om productie functies in de landbouw en industrie. Het perspectief was dan vooral de enorme hoeveelheid vrij te besteden tijd die de mens dan in de schoot zou komen te vallen. De invulling naar wens van het individu: de spelende mens; de Homo Ludens. Hij had het er vaak over en had het zelf graag mee willen maken.
Nadat hij was gepensioneerd vulde hij zijn tijd met de dingen die hij fijn vond en die hij fysiek nog op kon brengen; tuinieren in de heemtuin bij de Sloterplas in Amsterdam; lekker ouwehoeren in de "keet van William" met andere kerels na het toch best zware, lichamelijke werk: beetje brandnetels verwijderen, slootkanten bijwerken en dat soort dingen. Hij beleefde daar ontzettend veel plezier aan en als ik op bezoek was bij mijn ouders, dan gingen we altijd even naar "de Heemtuin". Hij liet me een keer een zeldzaam plantje zien ergens verstopt onder een boom; helaas weet ik de naam niet meer, maar ik moet er altijd aan denken als ik in Limburg ben en er daar velden vol van zie. Die tijd was voor mijn vader de tijd van Homo Ludens. Tijdens zijn werkend leven heeft hij dat niet gekend dat was toch wel een leven van hard en nauwkeurig werken als belasting ambtenaar.
Maar heden is toch wel de tijd van de Homo Ludens aangebroken in de meest letterlijke zin van het woord. De computer biedt aan eenieder de mogelijkheid om op ieder moment te kunnen spelen. Het verbaast me ontzettend als ik zie hoe jong en oud (vooral van het manlijk geslacht overigens) met computer spelletjes (eufemistisch "games" genoemd) bezig is. Volwassen kerels zitten ongegeneerd die stompzinnige schietspelletjes te doen in de trein. De dames gebruiken al die verworvenheden vooral om te communiceren, "zeg maar" om te ouwehoeren.
Die Homo Ludens is er inderdaad gekomen, niet vanwege de vrije tijd (we moeten tegenwoordig doorgaan tot 67 als ik het moet geloven) maar vanwege de informatietechnologie. Mijn vader en ik hadden het ons toch anders voorgesteld toen we daarover spraken in ons visbootje in Oostzaan.

Geen opmerkingen: