Al zo lang als ik in Frankrijk kom, en dat is zo vanaf halverwege de zeventiger jaren, heb ik "een huisje in Frankrijk" als een soort ideaalbeeld gehad. Weinig ondernemend als ik ben, heb ik nooit aan die neiging toegegeven, maar vooral dankzij de realistische houding van mijn beide echtgenotes heb ik het idee ook nooit over de barrière van de daadwerkelijke beslissing proberen te trekken. Ergens in mij was toch ook een stemmetje dat altijd zei: "wil je dan wel elke keer naar de zelfde plek", en ook "is dat nou echt wat je zo graag wilt?"
Als je dan ouder wordt en veel mensen tegenkomt die naar hun huis in Frankrijk gaan, hoor je ook de nadelen. Zoals dat het regelmatig volledig wordt leeggestolen of toch in ieder geval dat de wijnkelder is leeggehaald. Maar ook dat je het gras moet gaan knippen en het onderhoud moet (laten) doen. Kortom, er zijn wel degelijk nadelen, net als bij het hebben van een eigen boot. Er is ook zo'n gezegde: Bezit geeft zorg.
En dan lees ik in Vrij Nederland, op de terugweg van Vaals naar huis, afgelopen woensdag, dat er zo veel Nederlandse schrijvers neerstreken in Frankrijk en daar dan over schreven. En dan hoor je, niet eens tussen de regels door, dat je voorgevoelens toch wel juist waren en dat de beslissing de juiste was. Als nu iemand mij vraagt of ik een huis(je) heb op één van de plekken waar ik graag naar terugkeer antwoord ik altijd dat dat inderdaad het geval is, maar wel in de vorm van een vast hotelletje. Kan ik iedereen aanraden.
Komt tegenwoordig ook nog eens bij dat de Franse belasting heffingen gaat leggen op tweede huisjes en dat je ze ook niet meer aan de straatstenen kwijt kunt als je ze wilt verkopen. Wat ben ik dat stemmetje en mijn twee toenmalige ega's dankbaar voor hun terughoudendheid dienaangaande.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten